Een ander soort magie
Menig fan zal zich het hoofd gebroken hebben over het leven na Harry Potter. Wat nu als alle boeken en films zijn verschenen? Wat komt er dan? Hoe komen we dan nog aan onze portie magie? Rowlings antwoord daarop is Een goede raad, een verhaal over het dorpje Pagford, waar iedereen elkaar kent. Ze duikt in de krochten van ieders persoonlijke duisternis.
Die duisternis komt aan de oppervlakte als raadslid Barry Fairbrother, de socialist van het dorp, plotseling overlijdt. Zijn zetel in de gemeenteraad komt vrij en daarom ontstaat er een smerige strijd tussen de vertegenwoordigers van twee kampen in het dorp: pro en contra de armzalige probleemwijk The Fields. De ene groep wil de wijk bij Pagford houden, de andere wil de wijk – en daarmee alle bijbehorende problemen – afstoten. Fairbrother is afkomstig uit The Fields, maar heeft zich aan het milieu weten te ontworstelen. Hij is het type dat beschikt over een rotsvast geloof in het eigen kunnen van mensen.
Ieder zijn eigen eiland
De strijd die ontstaat, beperkt zich niet tot de gegadigden voor Fairbrothers zetel. Onbedoeld en veelal onderhuids wordt de strijd breed gevoerd. Kinderen saboteren het kandidaatschap van hun ouders, vrouwen dat van hun man, omdat ze met elkaar nog oude vetes uit te vechten hebben. Omdat Rowling vanuit verschillende personages vertelt, komt de lezer alle individuele drijfveren te weten en kan hij ook begrip opbrengen voor verschillende standpunten. Dat is knap gedaan. De karakters en allerlei verhoudingen tussen de inwoners van het dorp brengt ze scherp in beeld.
Hoe verschillend de drijfveren ook zijn, toch hebben al die individuen één ding gemeen: ze handelen allemaal vanuit zichzelf en hun ego. Ze stijgen maar moeilijk boven hun eigen eiland uit. De eenheid in het dorp ontbreekt op alle niveaus: tussen de wijken, in de gezinnen, op school. Het onbegrip ten opzichte van elkaar wordt zo in het extreme doorgevoerd dat het een karikaturaal plaatje oplevert. Het is zo over de top, dat het overkomt als een klucht. Daardoor kan de lezer weer wat afstand nemen.
Bitterzoet met bijtende humor
Deze humor is wel nodig om de zware persoonlijke miserie van de dorpelingen wat lichter te maken voor de lezer. Tussen de scheldende personages uit The Fields, het misbruik van middelen en van elkaar, de ruzies achter huisdeuren en pubers die doen aan zelfverwonding móet ergens een adempauze ingelast worden. Zo wil moeder Samantha bijvoorbeeld met haar dochter Libby naar een popconcert van de boyband van het moment, omdat ze bij het zien van één van de zangers spontaan de behoefte heeft hem te bespringen. Dit allemaal onder het mom van ‘dochterliefde’. Nog hilarischer wordt het wanneer deze volwassen vrouw, in haar verzet tegen haar man, zo doorslaat dat ze gekleed in een T-shirt van de bewuste band een vijftienjarige knul kust.
Niet alleen deze bijtende humor zorgt voor de nodige relativering. Rowling roept voor ons ook het hartverwarmende personage Krystal Weedon in het leven, dat niet altijd de juiste keuzes maakt, maar dat in ieder geval doet vanuit haar hart, in plaats van haar ego. Net als Barry Fairbrother komt ze uit The Fields, en Fairbrother gelooft dat het meisje door onderwijs boven zichzelf kan uitstijgen. Hij kon het immers ook. Dit bitterzoete ingrediënt maakt dat het boek raakt aan een hoopvol gevoel dat iedereen zal kennen. Ja, er gebeurt veel rottigheid in het leven. Ja, mensen maken elkaar soms het leven zuur. Maar er is ook altijd tegenwicht in de vorm van mensen zoals Fairbrother en Krystal Weedon, die met alles wat ze in zich hebben strijden voor wat zij de moeite waard vinden. En dat is toch ook een soort magie.