Beperkingen doen Pfeijffer goed
Bij Ilja Leonard Pfeijffer weet je nooit of je hem helemaal serieus moet nemen. Dus als hij een bundel met honderd romans van elk minder dan vijfhonderd woorden uitgeeft, kan dat best als grap bedoeld zijn. Of niet: de verhalen zijn over het algemeen verrassend en onderhoudend. Pfeijffers stijl komt in een bondige vorm goed tot zijn recht, misschien wel beter dan in een langere vorm.
Pfeijffer is naast succesvol publicist van proza en poëzie ook een van de meer controversiële figuren in de Nederlandse literatuur. Hij kan in zijn rol als criticus meedogenloos uithalen met zijn virtuoze stijl en hij is zeker niet te beroerd om een polemiek aan te gaan. Met Harde feiten lanceert hij goed beschouwd zijn eerste verhalenbundel, ook al verzekert de achterflap ons dat het gaat om in totaal honderd romans.
Roman?
Pfeijffers bundel kan een uitgangspunt vormen voor een uitgebreide discussie over de vraag wat nu precies een roman is en hoe die zich onderscheidt van novelle en verhaal. Waarschijnlijk leidt dat echter hooguit tot de conclusie dat er geen wetten zijn die dat onderscheid vastleggen. In principe kan ieder stuk proza een roman worden genoemd als er een kop en een staart aan zit. Het idee van de ultrakorte roman is ook niet uniek; Ernest Hemingway bijvoorbeeld ging met zijn six word novel nog veel verder dan Pfeijffer: ‘For sale: baby shoes. Never worn.’
Hoe dan ook, de ‘romans’ in deze bundel zijn niet van korte verhalen te onderscheiden. Wat Pfeijffer in Harde feiten vooral heeft gepresteerd, is dat hij zijn eigen stijl in bedwang houdt. Zijn werk kenmerkt zich vaak door ronkende zinnen met weelderig en vindingrijk taalgebruik. Soms slaat Pfeijffer daarin op hol. De beperking die hij zich in Harde feiten heeft opgelegd, zorgt ervoor dat de verhalen puntig blijven. Zijn uitwaaierende volzinnen wisselt hij af met veelal geestige dia- en monologen.
Creatieve ingeving
De meeste verhalen zijn gebaseerd op een creatieve ingeving of idee dat wordt aangekleed met een schetsmatig omschreven achtergrond. Pfeijffer put uit allerlei bronnen en invalshoeken. Hij schrijft een moderne versie van het klassieke verhaal van Jason en Medea, laat een versmade minnaar een gruwelijke boodschap bij zijn ex inspreken, vertelt een licht occult verhaal over een klein dorpje, en ga zo maar door. Het is letterlijk te veel om op te noemen.
Wie achter elkaar een fors aantal van de verhalen leest, ontdekt op gegeven moment wel welke techniek Pfeijffer toepast voor zijn verhalen. Dat mag de pret niet drukken: Harde feiten is een bijzonder onderhoudende bundel bestaande uit overwegend goede tot zeer goede ‘romans’.