Boeken / Fictie

Een dag als geen andere

recensie: Ian McEwan - Zaterdag

Ian McEwan (1948) wordt gezien als een van de belangrijkste Britse schrijvers van het moment. Hij is ook in Nederland vrij bekend, onder andere omdat menig scholier zijn werk The Cement Garden op zijn leeslijst voor Engels had staan. Vaak zit het werk van McEwan op het randje van het thrillergenre zonder aan literaire kwaliteiten in te boeten. Ook zijn nieuwste werk Zaterdag valt binnen dit spectrum van spannende, maar uiterst literaire boeken.

~

Zaterdag vertelt een dag uit het leven van neurochirurg Henry Perowne, namelijk zaterdag 20 februari 2003, de dag waarop wereldwijd het grote protest tegen de Irak-oorlog plaatsvond. Midden in de nacht wordt Perowne wakker en als hij uit het raam kijkt ziet hij een brandend vliegtuig. Vanaf dat moment blijft hij wakker en ontvouwt zich de dag. Ondanks het neergestorte vliegtuig is er geen reden om aan te nemen dat deze zaterdag anders zal gaan verlopen dan andere zaterdagen. Een kleine botsing met de auto van de onderwereldfiguur Baxter zet echter een serie gebeurtenissen in gang die een hele andere draai aan deze zaterdag geven. In eerste instantie redt Perowne zich op slinkse wijze uit de precaire situatie die ontstaat. Hij gaat vervolgens gewoon zijn squashspelletje spelen, doet boodschappen, bezoekt zijn demente moeder en ontvangt zijn dochter en schoonvader thuis. Dan dringt Baxter echter onverwacht zijn huis binnen en krijgt de dag een onaangename wending.

Spanning gepaard aan alledaagsheid

Omdat Zaterdag zich in zijn geheel op een dag afspeelt is het een cyclisch boek geworden. De roman eindigt op dezelfde manier als waarop hij begonnen is, met een slapeloze Perowne die uit het raam kijkt. Deze Perowne is degene vanuit wiens perspectief het hele verhaal verteld wordt. Als lezer zie je dus alleen de dingen die hij ziet, waardoor je betrokkenheid met hem vergroot wordt. Dit zorgt er voor dat er de nodige spanning ontstaat, aangezien je als lezer net zomin weet wat er gaat gebeuren, als Perowne. Hierdoor leef je sterk met de hoofdpersoon mee, vooral in het hoofdstuk waarbij Baxter zijn huis is binnengedrongen. Aangezien de roman slechts een dag beslaat, wordt iedere handeling en zelfs bijna elke minuut door McEwan beschreven. Dit maakt het boek heel beeldend, maar het zorgt er ook voor dat het zo nu en dan ietwat saai wordt. Vooral de meer alledaagse scènes en de beschrijving van de squashpartij zijn niet heel enerverend.

Perowne of McEwan

McEwans minutieuze vertelwijze is een van de grootste kwaliteiten van Zaterdag, alhoewel het niet altijd even goed werkt, zoals bij de beschrijving van de eerder genoemde squashpartij. In de roman komen ook enkele metafictionele bespiegelingen voor, waarbij de weinig in literatuur geïnteresseerde Perowne zich afvraagt waarom je nog romans zou schrijven als het leven al zo veel aan verhalen te bieden heeft. Dit gefilosofeer is naar mijn idee, net als Perownes twijfels over de aankomende oorlog in Irak, meer een weergave van de twijfels van McEwan zelf, dan van Perowne. Het is de vraag of zoiets in een roman als deze thuishoort, of dat het beter in een essay past. Ondanks enkele minder prettig leesbare stukken is Zaterdag een uitstekend boek, waarin contemplatie, actie en spannende plotwendingen een interessante strijd met elkaar aangaan.