Zwijgen is goud
In korte, episodische hoofdstukken vertelt een jonge vrouw over het doelloze leven dat ze leidt en haar mislukte relaties.
Dorte weet niet wat ze met haar bestaan aan moet. Tegen haar familie zegt ze dat ze studeert, maar eigenlijk vult ze haar dagen met andere dingen. Met klusjes in en rondom haar gehuurde bungalow in het plaatsje Gumsø, met slenteren door de winkelstraten van Kopenhagen, het geld op haar spaarrekening verbrassen in tweedehandswinkels en koffie drinken met een gebakje erbij.
Essentiële eenzaamheid
Wat er in dit meisje omgaat is en blijft de vraag, maar dat ze toeschouwer is van het leven in plaats van participant wordt al snel duidelijk. Door Helle Helles sterk beschrijvende stijl worden Dortes innerlijke emoties niet blootgelegd, maar bewaard voor de interpretatie van de lezer. Dorte heeft genoeg kennis over de wereld, maar mist de bevestiging dat ze het bij het juiste eind heeft. Een meisje dat heel alleen staat in het leven, ondanks de mensen om haar heen, maar dat de eenzaamheid ook lijkt op te zoeken.
Helle heeft een gedetailleerde, bijna kinderlijke toon die je meteen grijpt door de eerlijkheid, maar ook door de nuchtere humor. De nadruk van de auteur op details maakt de hoofdpersoon aandoenlijk en zorgt ervoor dat je wordt meegesleurd in haar verhaal, door de voorstelling die wordt opgeroepen. Je ziet Dorte steeds voor je. Het is een roman om langzaam en zorgvuldig te lezen, om maar geen beelden te missen.
Veelzeggende stiltes
Het zijn de details die het verhaal kleuren; niet alleen vormgeven maar ook tot leven wekken, wat bijzonder is voor een verhaal waarin eigenlijk niet veel gebeurt. Helle schrijft minimalistisch en feitelijk, zonder uitleg, zonder nuanceringen. De schrijfster richt zich op kleine, alledaagse gebeurtenissen; iets groots en heftigs benoemt ze niet eens, maar wordt slechts gesuggereerd. Hetzelfde geldt voor de prachtige, veelzeggende dialogen, waarin niet veel wordt gezegd – qua aantal woorden – maar des te meer wordt uitgedragen.
‘Heb je ook muziek?’ vroeg hij.
‘Alleen radio.’
‘Luister je dan nooit naar muziek?’
‘Jawel, naar de radio dus.’
‘Aha, oké.’
‘Wil je rode wijn?’
‘Nee, dank je.’
‘Wil je geen rode wijn?’
‘Ja, doe toch maar. Dank je. Dat zijn lekkere olijven.’
‘Ik heb ze bij de Irma gekocht. Dat wil zeggen, in Kopenhagen.’
‘O ja, de Irma,’ zei hij, en daarna ging hij staan, kwam naar me toe en sloeg zijn hand om mijn nek, we zoenden en belandden op de vloer onder een van de stoelen, die viel om, we trokken en sjorden, mijn been stak als een witte paal omhoog.
Filmische menselijkheid
Dorte doet niet aan eindeloos gezever, gepraat, geanalyseer en doorgemodder. Ze doet wat haar gevoel en intuïtie haar ingeven en neemt snelle, impulsieve beslissingen. Helle heeft de menselijkheid van haar hoofdpersoon knap beschreven: iets doen waarvan je wel weet dat het niet verstandig is en dat je erdoor in een lastige situatie zult terechtkomen, maar het toch doen. Omdat het alternatief nog slechter is, of omdat de makkelijkste weg niet de meest boeiende is.
Dit zou in de tegenwoordige tijd geschreven moeten worden is daarmee een eerlijke, tijdloze roman die het alledaagse eert. Helle Helle is een van de weinige auteurs die de menselijke omgang zo goed in dialogen weet te pakken, door juist datgene wat niet wordt gezegd significantie te geven. De lezer speelt hierbij een aangenaam grote rol, door het lezen tussen de regels. Een roman om in ieder geval een tweede keer te lezen, maar liever nog vaker.