Boeken / Fictie

Zinnen om van te smullen

recensie: Griet Op de Beeck - Vele hemels boven de zevende

Door een schitterende stijl weet Griet Op de Beeck met haar debuutroman Vele hemels boven de zevende haar lezers in te palmen en uit te laten zien naar haar tweede roman.

Vele hemels boven de zevende beschrijft de lotgevallen van vijf hoofdpersonages die door hun familieband of vriendschap met elkaar verbonden zijn. De twaalfjarige Lou wordt gepest op school, de bejaarde, alcoholistische Jos torst een groot geheim met zich mee, de zesendertigjarige Eva wil iedereen om zich heen helpen, maar lijkt niet in staat zichzelf te helpen, en Casper en Elsie worden verliefd op elkaar, maar hebben allebei een gezin. Onbeholpen banen de personages zich een weg door het leven, voortdurend in strijd met de wereld en zichzelf.

Pijnlijk, komisch en aandoenlijk


Dit leidt tot pijnlijke, maar ook tot komische en aandoenlijke momenten. Pijnlijk bijvoorbeeld wanneer Elsie tijdens een familiediner, na een vervelende opmerking van haar moeder, in woede ontsteekt: ‘Er is hier van alles aan de hand. Al zolang wij ons kunnen herinneren. En iedereen aan deze tafel weet dat, maar iedereen zwijgt en sust en doet alsof.’

Komisch zijn veelal de ongemakkelijke situaties waar de personages in terechtkomen. Zoals Eva’s eerste internetdate. Die date is een ramp, omdat de man haar probeert over te halen zich open te stellen voor een avondje onvervalst sadomasochisme. Of Elsies ingreep bij de plastisch chirurg, die als volgt wordt beschreven: ‘ “U moet zich ontspannen”, zegt de man met het marteltuig. Hij kan dat zeggen. (…) “Nu gaat u in principe niks meer voelen.” In principe. Ik heb dat gehoord.’

De aandoenlijke momenten zijn talloos, omdat Op de Beeck in korte maar rake zinnen het leed iets  ontroerends mee weet te geven. Zo beschrijft Eva haar eigen eenzaamheid erg mooi: ‘Ik ben alleen, maar verre van verloren. Soms zeg ik dat hardop tegen mezelf. Meestal kan ik erom lachen.’ Ook het Vlaamse taalgebruik maakt een belangrijk deel uit van Op de Beecks stijl. De Nederlandse lezer moet zijn best doen anderen niet met ‘ge’ of ‘u’ aan te spreken na het lezen van de roman. De krachtige stijl en het zangerige Vlaams (dat hoor je wanneer je aan het lezen bent) zorgen ervoor dat de zinnen stuk voor stuk wonderschoon zijn.

Gebrek aan ontwikkeling


Een minpuntje is dat het verhaal zich nauwelijks ontwikkelt. Dat de personages niet om weten te gaan met de realiteit is al snel  duidelijk, maar dit punt wordt steeds opnieuw bevestigd. Ook is het jammer dat er pas aan het einde iets gebeurt waardoor ieders leven voorgoed verandert. Een dergelijk belangrijk moment had zich al eerder mogen voordoen. Het had spanning en relevantie toegevoegd aan een roman die nu maar wat voortkabbelt.

Maar zelfs als het verhaal minder interessant wordt, blijft de roman boeien door een eigen, indrukwekkende stijl. En dit is pas Op de Beecks debuut. De verwachtingen voor een tweede roman zijn hooggespannen.