Boeken / Fictie

Strijd op het veld

recensie: Gerard Donovan (vert. Marion Op den Camp) - De telescoop van Schopenhauer

.

Een lang sluimerend grensconflict ontaardt in oorlog. De bakker en de leraar uit de getroffen stad voeren op een vrijwel verlaten veld een grimmige dialoog waarvan de inzet hoog is. De bakker graaft een groot gat, de leraar staat ernaast te roken, verderop houden soldaten de wacht. Wie is mens(elijk) en wat is dat eigenlijk?

De bakker in De telescoop van Schopenhauer kent een treffende overeenkomst met Julius Winsome uit de gelijknamige roman van Gerard Donovan. Ook voor de bakker geldt dat het ‘echte’ leven aan hem is voorbijgegaan, hij heeft geen diepgaand contact met anderen. Hij kent het leven slechts uit boeken. En net als Julius is hij bijzonder geïnteresseerd in oorlogsstrategieën.

Discussies
De leraar is historicus en een intelligente man. De bakker heeft veel gelezen, maar kent alleen feiten, die hij als instrumenten inzet wanneer dat zo uitkomt. Hij wil ten koste van alles in leven blijven. Langzamerhand ontwikkelt zich een gesprek tussen beiden. De onderwerpen zijn vooral historisch en filosofisch van aard en lijken eerst van academisch belang. Dat levert soms passages op waarin veel wordt uitgelegd, maar alles past uiteindelijk in de overkoepelende constructie van een dialoog met (mede)menselijkheid als inzet.

Zo passeren onder andere de slag bij Wounded Knee, de telescoop van Schopenhauer, John Locke, Plato en niet te vergeten het handboek van Sun Tzu De kunst van het oorlogvoeren de revue. De toepassing van deze theorie in de praktijk van de bakkerswinkel is niet alleen vermakelijk om te lezen maar ook illustratief voor de manier waarop de bakker met het dagelijkse leven omgaat.

Vooral de discussie over ‘goed en kwaad’ markeert duidelijk de opvattingen van de leraar en de bakker. Volgens de bakker is de mens van nature een moordenaar en hij vindt dat het kwaad als begrip wordt overschat:

De meeste moorden zijn heel gewoon. Je raakt eraan gewend. […] De gewone wereld bleef draaien, de wereld van mensen zoals ik. […] Ik wilde zeggen dat het kwaad, wat mensen als u het kwaad noemen, vaak een kwestie van overleven is.

Veilig in het gat?
De dreiging die vanaf het begin aanwezig is, wordt versterkt door de ijzige weersomstandigheden en de vrachtwagens die hun lading bij het veld afleveren.

Achterin zag ik overjassen en lange jurken bewegen. En in die overjassen en lange jurken zaten voornamelijk mannen en een paar kinderen, in elkaar gedoken, rillend van de kou, die met twee of drie tegelijk uit de vrachtwagen sprongen […]. Sommigen droegen een bundel met een touwtje om hun pols, anderen vonden dingen om naar te staren.

Het gat in de grond, de kuil die de bakker aan het graven is, is niet voor iedereen bedreigend. De afloop van dit verhaal is verrassend en doet ook meer dan recht aan de pessimistische Schopenhauer. De telescoop van Schopenhauer is geen roman die zich meteen gewonnen geeft, maar je wel aan het denken zet. Het is een intelligente roman die uit korte, plezierig leesbare hoofdstukken is opgebouwd. Mede door deze hoofdstukindeling wordt op een haast terloopse manier een heel onplezierige kijk gegeven op menselijk gedrag.