Ook meester in de religie
De vorige broedertwist van Frank en Maarten Meester, Meesters in de filosofie, was een geslaagde en prettige introductie in de wereld van, jawel, de filosofie. Handig daarbij was de verschillende grondslag van de twee: Frank is de dromer en voelt zich bijgevolg meer aangetrokken tot het idealistische, het romantische, terwijl voor Maarten een koe een koe is: er zijn de feiten, en daar moeten we het mee doen. Vanuit die tegenstelling zijn de Meesters aan een opvolger begonnen, die aan duidelijkheid alweer geen gebrek vertoont: Meesters in religie. En alweer kunnen we spreken van een geslaagd project, al komt het gevaar van de ‘formule’ voorzichtig zijn neus aan het venster steken.
Persoonlijk vind ik een benadering van de religie in deze tijden van fanatisme en de zucht naar zin een stuk zinvoller dan het behandelen van de filosofie, hoewel beide uitermate boeiend zijn. Tevens komt ook de tegengestelde levenskijk van de broers hier veel beter en scherper tot zijn recht. Frank wil geloven, is ervan overtuigd dat dit broodnodig is om als mens te kunnen functioneren, Maarten ziet boven zich slechts een eindeloze maar lege hemel. Vanuit die wrijving behandelen de onderlegde maar speelse mannen de wereldreligies en hun impact op het wereldgebeuren en het denken van de mens. Hun methode is dialectisch – woord en wederwoord – en vindt zijn neerslag dan ook in een vorm die Plato en Socrates zo liefhadden: de dialoog.
Maarten: Volgens mij kun je beter proberen hier op aarde iets moois van al het materiële te maken. Als je de materie afwijst, houd je niets over. Er is alleen materie.
Frank: Wat heb jij toch een plat wereldbeeld! De gnostici denken daar veel genuanceerder over. Zij zien een fundamentele gespletenheid binnen de mens (…)
Door dat constante bekvechten dagen de twee elkaar uit om met de beste en meest volledige argumenten voor de dag te komen, hetgeen niet alleen zorgt voor een zekere spanningsboog, maar het voorziet de lezer ook van tal van wetenswaardigheden. Met de regelmaat van de klok wordt ons daarnaast in aparte kaderteksten een blik gegund op interessante onderwerpen: onder andere het Judas-evangelie, de bar mitswa, brahman en het esoterisme. Religie voor dummies als het ware: smullen als je er in bent geïnteresseerd.
Je simplificeert weer
De vorm van hun betoog heeft natuurlijk ook zijn nadelen, want door in dialoogvorm te werken en dus eigenlijk een gesproken tekst op papier te stellen, komt het geheel af en toe wat gekunsteld over. Als de broers het hartsgrondig met elkaar oneens zijn, werkt de methode het best (“je simplificeert weer”, “genoeg”, “ach wat”), maar als ze één en ander willen verduidelijken, krijg je een gesprek als dit, dat je niet als levensecht maar eerder belerend tegemoet komt:
Maarten: Het boeddhisme ontstond ook in India maar brak met de standen.
Frank: Nogal wiedes. Boeddha was geen brahmin en wilde wel onderwijzen als een brahmin.
Maarten: Hij behoorde anders wel tot de kshatriya-klasse, dat is ook niet mis.
Frank: Dat is inderdaad een goede stand als je heerser wilt worden, maar hij mocht als heerser alleen de Veda’s leren, hij mocht ze niet onderwijzen.
Maar dat is muggenzifterij, want Meesters in religie leest niet alleen als een trein, het geeft je bovenal het gevoel dat hier twee belezen mensen aan het woord zijn en dat ze spreken vanuit hun eigen overtuiging. Het is met andere woorden geen gimmick. En ondanks de evidente ernst en zwaarte van het onderwerp – of beter: de onderwerpen – hanteren de Meesters een heerlijk lichte toets, die zelfs meermaals naar een luide lach hengelt:
Frank: De moordenaar Kaïn komt er bijna als een moderne held uit naar voren. Hij verzet zich tegen de willekeur van de macht. Net als Batman, om maar iemand te noemen.
Maarten: Nu zie je weer waar die diepte-analyse van je toe leidt: je vergelijkt Abel met Batman. Een doodlopend spoor.
Voor wie dus meer wil te weten komen over religies, maar niet graag het gevoel heeft dat het hem vanaf het katheder wordt onderwezen: Meesters in religie is uw boek.