Boeken / Fictie

Meester der observatie

recensie: Ernest Hemingway - Een mekka voor veinzers

Ter gelegenheid van het festival Literaire Meesters verzamelde uitgeverij Het Literatuurhuis vroege teksten, columns en essays van en over een van de meest tot de verbeelding sprekende schrijvers van de vorige eeuw: Ernest Hemingway.

Noem de naam Hemingway en velen roepen in koor: drank, jagen, boksen, vissen en vrouwen en o ja, is dat niet die schrijver die zelfmoord pleegde? Inderdaad, dat is de schrijver die zichzelf in 1961 door zijn bebaarde kop schoot. Hij was het leven zat, een wrak na jaren van excessief drankgebruik. Maar wordt, ondanks het macho beeld dat men van hem heeft en dat de schrijver overigens zelf rijkelijk voedde, Hemingways werk nog wel gelezen? Iedereen zal de titels van zijn boeken kunnen noemen, maar wie kan iets zinnigs over de inhoud zeggen? Het Literatuurhuis doet met Een mekka voor veinzers een poging het leesvuur weer wat aan te wakkeren.

Eerste teksten

Met zijn eerste vrouw, Hadley Richardson, vertrekt Hemingway naar Parijs, het literaire mekka van dat moment. Hij weet met de Toronto Star, een krant waarvoor hij in Amerika reeds schrijft, een deal te sluiten zodat hij ook in Parijs voor haar mag werken. Het boek begint met veelal niet eerder gepubliceerde stukken die hij schreef voor deze Toronto Star. Het is meteen het beste én interessantste wat het te bieden heeft. Columns vanuit Parijs, reisverslagen en teksten over  onderwerpen die later ook in zijn romans regelmatig terugkeren. Hemingways typische stijl is al licht aanwezig, maar vooral in de thematiek vindt men de schrijver zoals wij hem kennen.

Observator

Wie Hemingways romans leest, moet verbluft zijn over het enorme observatievermogen dat de schrijver tentoonspreidt. Ook in zijn vroege werk laat hij blijken deze signaleringskunst te bezitten. Hij schrijft over zijn bohémien landgenoten die in de jaren twintig in groten getale naar Parijs trekken en zich de godganse dag in haar cafés ophouden. Het kost weinig moeite je de tafereeltjes voor te stellen. De rokerige, overdrukke ruimten waarin iedereen een eind weg kakelt en de een er nog vreemder uitziet dan de ander. Hemingway observeert en trekt de conclusie dat in hun streven naar individualisme ‘ze een soort uniformiteit in de excentriciteit bereikt hebben’.

Ditzelfde vermogen etaleert hij in zijn stukken over de op de vlucht geslagen bevolking van Thracië. Tevens zien we hier de gevoelige Hemingway die, hoewel aanwezig in zijn fictie, vaak onderbelicht blijft:

Het is een zwijgende stoet. Niemand die zelfs maar gromt. Dit is alles wat ze kunnen doen om in beweging te blijven. Hun prachtige boerenkostuums zijn doorweekt en bemodderd. Kippen bengelen, aan hun poten opgehangen, aan de karren. Kalveren snuffelen aan het trekvee zodra een opstopping de stoet stil doet houden. Een oude man loopt gebogen onder een jong varken, een zeis en een geweer, een kip aan zijn zeis vastgebonden. Een huisvader spreidt een deken over een barende vrouw in een van de karren, om haar tegen de slagregen te beschermen. Zij is de enige die geluid maakt. Haar dochtertje kijkt naar haar in panische angst en begint te huilen. En de stoet trekt voort.

Herhaling

Het grootste deel van Een mekka voor veinzers gaat op aan essays over de schrijver. Helaas, want na zo’n veelbelovend begin verlang je naar meer onontdekte pareltjes van de meester zelf. Ton de Kok schreef het boeiendste essay, waarin hij een verbinding legt tussen De oude man en de zee en het Bijbelboek Prediker. Bovendien laat hij Santiago (de oude visser uit de novelle) en Salomo (de schrijver van Prediker) elkaar op het strand ontmoeten. De overige essays zijn onderhoudend, maar de Hemingwaykenner en -liefhebber zal niet veel nieuws opsteken. Daarnaast worden feitjes uit schrijvers leven in verschillende teksten te vaak herhaald. Voor een eerste kennismaking met de zelfbenoemde macho vormen de essays echter een goede opmaat.