Gruwelen aan de zijlijn
.
Met Wij schetste schrijversduo Elvis Peeters in 2009 een onthutsend portret van een groepje jongeren dat zich zonder morele bezwaren te buiten gaat aan geweld, seks en martelende spelletjes. Genadeloos prikte de roman door de leegheid van de samenleving heen en hield ons voor waar grenzeloze genotzucht toe kan leiden. Ook in Dinsdag ontmoeten we een man die nergens spijt van heeft. Maar waar Wij de lezer een andere wereld binnentrekt, blijf je bij Dinsdag aan de zijlijn staan. En merk je dat die oude man je uiteindelijk weinig interesseert.
Filmische scènes
Dat ligt niet aan de scènes waaruit het verhaal is opgebouwd. Die zijn vaak sterk en variëren van teder en liefdevol tot rauw en confronterend. Op sommige momenten zijn ze zelfs bijna filmisch en voel je jezelf het verhaal ingezogen worden. Dat komt echter maar zelden voor en dat heeft alles te maken met de abrupte overgangen en afbrekingen die de herinneringen aan elkaar moeten rijgen.
Zoals de scène waarin we het hoofdpersonage terugvinden aan een kampvuur in Congo. In beeldende taal jaagt Peeters het tafereel naar een hoogtepunt en als lezer voel je de sintels van de vlammen, ruik je de braadgeur van het vlees en kom je bijna in trance door het tromgeroffel van de tamtams. Om plotseling terug naar het heden te worden gerukt door een klop op de deur. De overgang is zo plompverloren en bijna banaal dat het alleen maar irritatie opwekt.
Dichterbij willen komen
Ook het leven en de dood van de vrouw, die slechts enkele pagina’s in beslag nemen, zijn te oppervlakkig geschetst om enig gevoel voor de personages te ontwikkelen. Het moment van sterven is ontroerend, en door de sobere stijl zelfs aangrijpend, maar het blijft een op zichzelf staande scène die door de structuur van de roman snel wegebt. Nu zou je kunnen zeggen dat dit niet anders kan. We hebben immers te maken met een hoofdpersonage voor wie het leven geen inherente betekenis heeft.
De man voelt geen wroeging, blijdschap of verdriet, staat los van de wereld en van anderen en dan zou het vreemd zijn als we plotseling op allerlei gevoelige beschouwingen over verlies en dood zouden stuiten. ‘Het leven heeft achter sommige dingen een punt gezet, de gedachte aan andere mogelijkheden is zinloos’: zo weert hij alles af, alsof een vreemde zijn leven leidt. Maar dat doet niets af aan het verlangen van een lezer dichterbij te komen. En daar laat Peeters steken vallen.
Vluchtig en onevenwichtig
Lege personages die gruwelijke dingen doen. We hebben er in de literatuur meer voorbij zien komen. Zulke figuren zijn vaak interessant omdat ze iets over de tijd of de samenleving zeggen. Deze oude man zegt ons echter niets, behalve dat niets van enigerlei waarde is. Onaangedaan vertelt hij over zijn tijd in Congo, waar hij zich dan weer bij het leger aansluit en dan weer bij een rebellengroep. Het maakt hem niet uit, er zijn partijen genoeg, en zonder principes slaat hij zich door alle gruwelen heen.
Als lezer wil je zo iemand voelen en begrijpen. Het is niet voldoende om hem nonnen te laten verkrachten terwijl hij blijft herhalen dat alles zo zinloos is. Als geheel blijft Dinsdag daarom te vluchtig en onevenwichtig om echt indruk te maken. En dat is jammer, want de roman is opgebouwd uit enkele scènes die krachtig genoeg zijn om de lezer bij de kladden te grijpen.