Boeken / Strip

Waar zijn de gitaarsolo’s?

recensie: Ellen Forney - I Love Led Zeppelin

I Love Led Zeppelin is een bundeling van eerder gepubliceerd werk van de Amerikaanse Ellen Forney. Het varieert van autobiografische verhalen tot fictie, strips die Forney samen met anderen gemaakt heeft en haar ‘How To’- serie.

Forney heeft vooral naam gemaakt in de alternatieve comicsscene. Veel van haar verhalen hebben een duidelijke feministische en lesbische inslag, iets wat in de Verenigde Staten (natuurlijk) nogal wat commotie veroorzaakt. Vooral de ‘How To’-serie is tekenend voor het rebelse karakter van de strips van Forney. In deze serie behandelt de tekenares in korte strips onder andere hoe je een succesvol callgirl wordt, succesvol wiet rookt zonder gearresteerd te worden en hoe je een geamputeerde vinger weer terug aan een hand naait.

Omdat de strips verschillend zijn van opzet en uit verschillende publicaties komen, is ook de tekenstijl gevarieerd. Soms lijkt het werk van Forney op dat van Robert Crumb, andere keren doet het sterk denken aan dat van de Nederlandse Barbara Stok. Rode draad in I Love Led Zeppelin is de auteur, haar denk- en levenswijze is constant aanwezig in het boek.

~

Hoe schrijf je een goede strip?

Stel je bent geen Amerikaanse lesbo, hoe leuk en onderhoudend is I Love Led Zeppelin dan? De ‘How To’- verhalen zijn dan best grappig al is de humor af en toe van het niveau American Pie. Wel goed aan deze verhalen is het feit dat Forney veel geëxperimenteerd heeft met vormgeving. Zo is ‘How to fuck a woman with your hands’ vormgegeven als een opengaande vrouwenbroek, ‘How to become a succesful callgirl’ is vormgegeven als een monopolyspel en de strip over hoe je thuis moet afkicken ziet er echt uit als een pagina uit een officiële brochure.

De korte verhalen die daarop volgen zijn echter saai. De inhoud boeit niet echt. Forney probeert tegen heilige huisjes te trappen die in Nederland allang niet zo heilig meer zijn. Zo probeert ze te shockeren met een korte strip over een vrouwengevangenis waarin de vrouwen met elkaar modderworstelen. De strip is tekort om de karakters uit te werken en het onderwerp echt goed uit te voeren waardoor Forney, net zoals in andere strips, vervalt in clichés. Als je dus niet echt opgewonden wordt van sadistische bewaaksters ga je al snel aan het gapen.

Na de korte verhalen volgt een collectie strips die Forney maakte in de periode ’92-’94. Opvallend is dat ze bij deze strips nog zoekende is wat betreft tekenstijl; een strip lijkt op het werk van Robert Crumb en in een andere strip gebruikt ze hele dikke lijnen waardoor het geheel abstracter wordt. De onderwerpen waren ook in haar begin periode al (lesbische) sex en drugs. Forney experimenteerde volop in deze periode zo heeft ze ook een tekstloze strip gemaakt, ‘Trapeze’, waarin ze strip als kunstvorm benadert door zoveel mogelijk beweging te halen uit het vast stramien van panelen waarmee de meeste tekenaars hun strips kaderen.

Als laatste deel in I Love Led Zeppelin volgen de strips die Forney in samenwerking met anderen gemaakt heeft. Forney heeft het merendeel hiervan getekend en anderen zorgden voor het scenario. Dit is verreweg het zwakste onderdeel van de bundel omdat de persoonlijkheid van Forney die je gaandeweg het boek bent gaan kennen maar zwak aanwezig is. De strips zijn nogal suf en eentonig in vergelijking met haar eigen werk.

~

Zo maak je een goede strip

De ‘How To’ strips van Forney zijn goede strips; spitsvondig, creatief en er wordt gespeeld met de mogelijkheden van het medium. De andere verhalen van Forney verschillen van veel andere strips doordat de striptekenares duidelijk haar ziel- en zaligheid in de strips heeft gestopt.

De onderwerpen in I Love Led Zeppelin zijn zoals gezegd rebels, mits je uit conservatief Amerika komt. De gemiddelde Nederlander zal minder snel wakker liggen van strips over drugs en lesbo’s. Dit buiten beschouwing gelaten, levert Forney een leuke bundeling van alternatieve strips.

Groot gemis is echter een strip waarin Forney uit de doeken doet waarom zij van Led Zeppelin houdt. Nergens tekent zij haar waardering voor de solo’s van Jimmy Page op, misschien in een vervolg?