Met verve
.
Het was onmogelijk om de in de afgelopen weken een krant of tijdschrift open te slaan zonder een interview met Verhulst tegen te komen. Dat De laatkomer over een man gaat die voor het eerst in zijn leven een daad stelt door zich op te laten nemen in een verzorgingstehuis terwijl hij zich voordoet als dementerende is dan ook misschien oud nieuws.
Sulletje
Het is niet verbazingwekkend dat deze roman zo gehypet wordt en nu al wekenlang boven aan de verkooplijstjes prijkt. De laatkomer is misschien wel Verhulsts meest toegankelijke werk tot nu toe. De zwarte humor is nog steeds aanwezig, maar verzandt deze keer niet in een aan passiviteit grenzend cynisme. Hoofdpersonage Désiré neemt het heft in eigen hand en probeert op drastische wijze te breken met zijn oude leventje.
Hij is altijd het sulletje geweest dat nooit voor zichzelf op durfde te komen wanneer zijn vrouw hem weer tot het middelpunt van spot maakte. Te zwak om zijn vrouw te vertellen waar het op staat en van haar te scheiden, kiest hij ervoor zich op onorthodoxe wijze los te worstelen uit haar greep. Verhulst zet zijn hoofdpersonage uitstekend neer en weet geloofwaardig te maken hoe iemand zo’n absurd plan tot uitvoering kan brengen.
Ruimte voor ontroering
Doordat het cynisme wat minder aanwezig is, is er meer ruimte voor tragiek en ontroering. Zo komt Désiré in het verzorgingstehuis zijn grote liefde Rosa tegen. Toen hij jong was, heeft hij de kans haar te zoenen onbenut gelaten en uiteindelijk is hij niet met Rosa, maar met de verschrikkelijke Moniek getrouwd. Deze grove fout probeert Désiré in het tehuis goed te maken door mee te doen aan alle activiteiten die Rosa bezoekt, hopend op een laatste dans, een laatste gesprekje waarin hij zijn liefde voor haar kan tonen.
De nodige maatschappijkritiek kan — net als in veel van Verhulsts andere romans — ook in De laatkomer niet ontbreken. De plek waar Désiré terechtkomt, is er een waar mensen vastgebonden en platgespoten worden als ze niet rustig genoeg zijn. Er is nu eenmaal onvoldoende personeel dat deze mensen de aandacht kan geven die ze nodig hebben. Verhulst stelt op deze manier het gemak waarmee de ouderenzorg steeds weer als eerste aangewezen wordt om te bezuinigen ter discussie.
Voor de veiligheid
Er valt gelukkig ook meer dan genoeg te lachen. Désiré voelt zich voor het eerst vrij en gelukkig als hij besloten heeft zijn plan daadwerkelijk uit te voeren. Hij kan onder de noemer van dementie doen en laten wat hij wil en hoeft geen rekening meer met wie dan ook te houden. Exemplarisch is Désirés vertrek naar het verzorgingstehuis, waarbij hij het zo moeilijk mogelijk maakt voor vrouw en kinderen:
[Désiré:] ‘Je denkt toch niet dat je me dit keer liggen hebt?’
[Charlotte:] ‘Zeg mij, wat is er?’ […]
[Désiré]: ‘De caravan hangt nog niet aan de trekhaak! We waren bijna weer zonder op pad!’
Met zijn volle goesting was het niet, maar Hugo heeft uiteindelijk de caravan op bevel van zijn zuster aan de wagen gekoppeld. Plús de opzetspiegels, voor de veiligheid!
Désiré weet zijn gehele omgeving lang voor de gek te houden, maar is niet in staat om de latere stadia van dementie te simuleren. Wanneer het tijd is zijn taalvermogen op te geven, neemt hij wederom een drastisch besluit. De laatkomer is naast de meest toegankelijke ook een van Verhulsts beste romans.