Boeken / Fictie

De sfeer in Alaska is prima te snijden

recensie: David Vann (vert. Arjaan van Nimwegen) - Caribou Island

In het proza van David Vann is de temperatuur altijd onder nul. Niet alleen buiten in de bossen van Alaska waar zijn personages zich moeten zien te redden, maar ook tussen die personages onderling.

Na jaren van ploeteren, gevuld met afwijzingen van talloze uitgevers, werd een kortverhaal van Vanns hand in 2008 plotseling opgemerkt door een oplettende recensent van The New York Times. De rest is geschiedenis: de novelle vormde de basis voor zijn debuutroman Legende van een zelfmoord. Voor dat boek ontving hij talloze prijzen en eindeloos veel lof van recensenten overal ter wereld. Zijn tweede roman, Caribou Island, kon eigenlijk alleen maar tegenvallen.

Tristesse rond de poolcirkel
De overeenkomsten tussen de twee romans zijn talrijk: ook Caribou Island speelt zich af in het ijzige Alaska en net als in Legende van een zelfmoord draait dit boek om de onmogelijkheid om je diepste wensen te verenigen met die van diegenen die je liefhebt. En toch is Caribou Island tegelijk een volstrekt ander boek. Zo is Vanns tweede een ‘ouderwetse’, lineaire roman, in tegenstelling tot zijn debuut, waarin twee novelles en enkele kortverhalen op ingenieuze wijze tot één verhaal werden verweven.

Samenleven als illusie
In Caribou Island draait alles om een aantal stellen dat op het vasteland van Alaska woont. Gary en Irene zijn gepensioneerd, ze hebben de tijd aan zichzelf, maar hun huwelijk vertoont steeds ernstiger scheuren: Irene is ziek en Gary weigert zijn toekomstplannen door haar gezondheidsperikelen in de war te laten schoppen. Hun dochter Rhoda is getrouwd met tandarts Jim. O, wat zou Monique graag willen trouwen en o, wat houdt Jim dat tegen. Jims bindingsangst is zelfs zó groot dat hij het aanlegt met een woest aantrekkelijke toeriste, Monique. Monique zelf is toevallig net uitgekeken op haar vriend Carl, een duffe backpacker. In al die problematische relaties wordt eindeloos veel gepraat, dialogen die door Vann overigens niet worden ingeleid door aanhalingstekens, zodat goed lezen noodzakelijk blijft.

Toch wordt er nog veel meer gezwegen. De liefde is er sleets geworden; hun genegenheid geldt slechts de natuur om hen heen. Het is de booschap die de schrijver ons keer op keer inpepert: de mens redeneert uitsluitend vanuit zichzelf. Samenleven is een illusie. Wat dat betreft lijkt Caribou Island (de titel verwijst naar het eiland waar Gary per se zijn laatste levensjaren in een zelfgebouwde blokhut wil doorbrengen) op Legende van een zelfmoord: precies die wens heeft immers ook de manisch-depressieve vader in de verhalen uit Legende van een zelfmoord.

Klinisch
Net als in zijn debuut gaat Vann ook nu te werk als een dokter die zijn vinger keihard op een open wond drukt en daarna voorzichtig informeert of het zeer doet. De afwezigheid van liefde tussen de stellen en het stuitende egocentrisme van de mannen zijn ergerlijk, maar evengoed begrijpelijk als je het gezeur van hun vrouwen leest. Het is dezelfde monomanie die de personages in Legende kenmerkte; Gary weigert zich rekenschap te geven van het lijden van Irene en Irene doet nauwelijks moeite zich in te leven in de diepste wensen van Gary. Rhoda fantaseert over een huwelijk, Jim over andere vrouwen. En langzaamaan gaat alles onherroepelijk kapot. Vann gaat dit keer verder in zijn beschrijvingen van de ongepolijstheid van het leven in Alaska en haar inwoners, wat Caribou Island bijna een klinisch boek maakt.

De plot, die min of meer dezelfde is als in Legende, verrast niet nog een keer, daarvoor is de aanloop die Vann neemt dit keer toch echt te lang. Ook worden niet alle lijntjes tot volle tevredenheid afgerond: de toekomst van Rhoda en Mark (haar broer) blijft tot het einde in het ongewisse. Het doet niets af aan de kwaliteit van Vanns schrijven. Dat heeft de recensent van de New York Times destijds toch erg goed gezien.