Boeken / Fictie

Geschiedenis van een schuldgevoel

recensie: Christine Otten - In wonderland

In de roman In wonderland van Christine Otten draait het om gebeurtenissen die in 1994 plaatsvonden en veertien jaar later weer opgerakeld worden. Centraal staat een huiszoeking die verricht werd in het huis van Caroline Dusart en haar partner Herman Catz, omdat deze laatste als schrijvend journalist verdacht werd van betrokkenheid bij de activistische anti–apartheids groepering RaRa. Herman werd gearresteerd, maar na het onderzoek weer vrijgelaten. Alles wordt weer actueel wanneer een cineast een film over deze episode uit het leven van Herman en Caroline wil maken.

De huiszoeking en de arrestatie van Herman zijn gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen uit het leven van Christine Otten. In het boek zoekt Caroline contact met de rechter–commissaris die indertijd verantwoordelijk was voor het politieonderzoek. Inmiddels is hij met pensioen. Waarschijnlijk heeft die ontmoeting in het echt niet plaatsgevonden, maar in het boek is het een belangrijke component. We leren deze Frans van Loohuizen kennen onder privé omstandigheden: thuis bij zijn vrouw en op pad met de Korsakov–patiënt Fred die hij af en toe een middagje mee uit rijden neemt. In de relatie tussen hem en Caroline spelen (volgens de achterflap) schuld, wraak en vergeving een rol. Ook is er van de kant van Frans van Loohuizen sprake van erotische aantrekkingskracht tot Caroline.

Staccato
Hoewel op een ingrijpende gebeurtenis in het leven van de schrijfster gebaseerd, wekt dit boek de indruk dat de lading er een beetje aan de haren bijgesleept is. Caroline zegt wel dat, o ironie, juist zij als slachtoffer met schuldgevoelens bleef zitten, maar echt invoelbaar wordt dat niet. Frans van Loohuizen heeft eveneens schuldgevoelens en ook Herman worstelt. Het blijft wat vrijblijvend allemaal. Dat is het manco van deze roman: te vaak begrijp je als lezer wel wat de bedoeling van Otten is, maar komt het niet goed uit de verf. Dat komt onder andere door uiterst de karige verteltrant die Otten hanteert. Delen van haar tekst bestaan uit een stapeling van zeer korte zinnen: ‘Amsterdam. 100 kilometer. Hij lijkt wel gek. Hij haalt een paar vrachtwagens uit Polen en Litouwen in. Drukt op de playknop van de cd-speler. Het ding is van Elly. Schubert. Dat weet hij nog net. Strijkkwartet.’ Het is een stijl waarin alles wat er toe doet genoemd wordt, maar niet beschreven. Het is te staccato om van een ritme te spreken.

Bovendien rammelt In wonderland op een aantal plekken. De constructie schijnt hier en daar nog wat door het verhaal heen. Zo wil Otten een overeenkomst suggereren tussen Frans van Loohuizen en een verongelukte vriend van Caroline en Herman. Caroline merkt op dat ze beiden een Indisch verleden hebben. De rechter–commissaris zegt over zijn eigen achtergrond: ‘Maar ik ben dus in een tropencultuur opgegroeid, blote voeten, je weet wel, vrijgevochten in zekere zin.’ Later blijkt dat hij vier jaar was toen hij naar Nederland kwam. Wel wat jong om al ‘vrijgevochten’ te zijn en daarmee wat weinig om een overeenkomst met deze Ernst te suggereren.

Christine Otten had met deze roman meer uit de kast mogen trekken, de lezer meer op het verkeerde been mogen zetten, zand in de ogen strooien en om de tuin leiden. Misschien had ze dieper moeten graven of meer in zichzelf moeten ontketenen. Het blijft nu te overzichtelijk allemaal.