Ode aan de zelfkant
Het is hét thema van de moderne tijd: de migrant. Ook Bouke Billiets In de naam van TienKamelen verhaalt over de buitenstaander die een plekje in de wereld moet vinden. Geen verrassend onderwerp dus, maar wél verrassend goed geschreven.
Elk zichzelf respecterend boek heeft vandaag de dag een trailer en het liefst meerdere. Zo ook Bouke Billiets nieuwe roman. In de eerste van maar liefst drie trailers neemt Billiet het standpunt in van de stereotype westerse, blanke man die iedereen die anders is dan hij uitsluit.’Ik zie je niet staan, want je bestaat niet. Geen papieren, geen naam: je bestaat niet,’ bijt hij deze buitenstaanders en tegelijkertijd de kijker toe.
Zoetsappig anarchisme
Zoals het een trailer betaamt, geeft hij een duidelijk beeld van de inhoud van het werk, want deze kritiek op de westerse dominantie klinkt ook sterk door in In de naam van TienKamelen zelf. Wanneer hoofdpersoon TienKamelen ter wereld komt, heeft ze haar beide ouders al verloren. Als weeskind van migranten zonder papieren wordt ze door een andere groepering uit de zelfkant van de samenleving, de senioren, opgevangen in een kasteel ingericht als verzorgingstehuis. In ruil helpt TienKamelen op vrolijk chaotische wijze met de verzorging van de ouderen, want elk deel van haar is anarchie, placht één van de bewoners Bero te zeggen, van haar haar tot aan haar woorden. Ze is dyslectisch, vergeetachtig en mank, maar slaagt er desondanks in met volle teugen van het leven te genieten: ‘Ik leid een leven in kleur,’ in tegenstelling tot bijvoorbeeld de moeder-overste in haar zwart-witte gewaad.
Naast dit optimisme wordt TienKamelen gekenmerkt door een verlangen om buiten het gangbare verhaal van die blanke westerse man een eigen verhaal te creëren. Nadat ze uit het kasteel verbannen is, omdat ze daar zonder papieren niet eeuwig kon blijven wonen, lukt dit haar in Spanje. Met hard werken, inventiviteit en tien kamelen (haar naam verraadt haar verhaal) slaagt ze erin met medemigranten vaste grond onder de voeten te krijgen en te bestaan. Een hoopvolle én confronterende boodschap dus. Want waar het in de illegaliteit blijkbaar ook goed toeven kan zijn, moet het Westen wel gek zijn om dit soort hardwerkende migranten te laten gaan.
Het is precies in die boodschap dat In de naam van TienKamelen soms doorslaat. Neem bijvoorbeeld de reactie van de Palestijn Fouad op de vraag of hij een ingestorte badkamer wil repareren: ‘”Geen probleem,” zei Fouad, “ik ben Palestijn. Ik heb dus veel ervaring met heropbouwen. Maak je maar geen zorgen.”‘ Dit soort passages maken het verhaal zoetsappig waardoor het aan kracht inboet.
In alles kwam een golfje
De taal waarin Billiet zijn verhaal heeft vormgegeven doet je hem dit echter snel vergeven. Zo weet hij de dubbelheid van TienKamelens optimisme en haar worsteling met het buitenstaander zijn, precies goed te beschrijven. Een mooi voorbeeld is TienKamelens gedachte naar aanleiding van het commentaar van moeder-overste op haar wederom chaotische haar: ‘”Straks gaan er nog vogeltjes in nestelen,” zegt moeder-overste. Zelfs als ze me iets moois wenst, klinkt het als een vermaning.’
Een aantal clichés daargelaten (‘als twee puzzelstukjes vulden ze elkaars tekorten aan’) weet Billiet ook in zijn beeldspraak met regelmaat te verrassen. Met name het spel met beelden rondom de tegenstelling land-zee, of eigenlijk het grensgebied tussen beide is prachtig. Rode draad is de metafoor van de kameel, schip van de woestijn, voor de migrant (zie ook de tweede trailer in het drieluik). Daarnaast komt er bijvoorbeeld een te volle kamer ‘enigszins tot aan hun lippen te staan’ en na de beroerte die hem in het verzorgingstehuis deed belanden bevindt het kabbelende zeewater zich ook in Bero: ‘Bero’s hoofd reageerde op zijn beroerte zoals zijn lichaam: het herstelde, maar in alles kwam een golfje.’
Gezamenlijk ondersteunen deze beelden de inhoud waarin TienKamelen, haar medemigranten, de senioren en alle andere individuen die buiten de boot vallen, zich in een tussenzone, een soort niemandsland bevinden. Maar ze maken In de naam van TienKamelen bovenal tot gelukkig veel meer dan een politiek pamflet.