Pippi Langkous in Groningen
Leven als Pippi Langkous in Groningen; opgroeien met alleen maar kinderen en dieren om je heen. Auke Hulst schreef een roman over de chaos van zijn jeugd. Die chaos merk je echter pas aan het einde van het boek op.
Het is natuurlijk een doodzonde om in een recensie het leven van de auteur te vermengen met dat van zijn personage. Bij Kinderen van het ruige land is het echter moeilijk om dat niet te doen. Net als zijn personage Kai verloor ook auteur Auke Hulst heel vroeg zijn vader. Ook Hulst groeide op in een afgelegen huis met zijn broer en twee zusjes en ook zíjn moeder ging er ooit vandoor met een man, haar vier kinderen achterlatend. Maar Hulst schrijft niet uit rancune. Zijn roman is een wonderbaarlijke variant op een ode aan de jeugd.
Eigen kleine wereldje
Hulst schrijft over de puber Kai, zijn oudere broer en zijn twee jongere zusjes. De vier kinderen zijn op elkaar aangewezen als hun vader overlijdt en hun moeder zich niet langer over haar kroost ontfermt. Ze betaalt geen rekeningen meer, flirt met deurwaarders en verdwijnt soms dagenlang. Maar net als bij Pippi maak je je geen zorgen; je bent alleen maar nieuwsgierig naar het volgende spannende avontuur. De kinderen redden zich, al komen ze er niet zonder kleerscheuren vanaf. Ze voelen op school dat ze anders zijn, met hun kapotte en vieze kleding, maar in hun eigen kleine wereldje voelen de kinderen zich onoverwinnelijk.
Het boek leest aanvankelijk als een schelmenroman. Natuurlijk; Kai en zijn broer en zussen lopen tegen kleine problemen aan. Maar daar tegenover staat de vrijheid, de bijzondere onderlinge band van de kinderen en het spannende dagelijkse leven. Kai en zijn broer slapen iedere dag op een andere kamer in de oude, reusachtige villa waarin ze wonen. Ze eten iedere dag pizza en spelen in de grote tuin met de vele kittens van hun vele katten. Een kinderdroom.
Kritiekloos
Ieder weldenkend mens zal echter bezwaren hebben tegen de opvoedmethode – of het gebrek daaraan – van de moeder van Kai. Toch krijgt Hulst het voor elkaar dat je haar als lezer niets kwalijk neemt. Ook krijg je geen medelijden met de kinderen, ondanks dat zij vrijwel ouderloos in een ver afgelegen landhuis zijn achtergelaten. Kinderen van het ruige land is echter niet kinderlijk geschreven; Hulst heeft zich onthouden van ieder oordeel over de situatie. Bewonderenswaardig, aangezien hij zelf in die situatie heeft verkeerd.
Pas aan het einde van het boek heb je plotseling het gevoel dat je kritiekloos bent meegegaan in de gebeurtenissen. Pas dan lukt het om een goed beeld te vormen van de situatie. Toch heeft Hulst geen informatie achtergehouden om te voorkomen dat je vroegtijdig een mening vormt. Misschien is het zijn onorthodoxe jeugd die hem heeft geleerd niet te snel te oordelen. Kinderen van het ruige land heeft het levensverhaal van zijn auteur echter niet nodig om in het oog te springen. Het is een prachtig boek over jeugd, ouderschap en volwassen worden, dat prima op eigen benen kan staan.