Boeken / Fictie

Verantwoord huilen

recensie: Antoine Audouard - Afscheid van Heloïse

.

~

Met de roman Afscheid van Heloïse van Antoine Audouard wist ik dat ik er weer één in handen had, zo’n tranentrekker. Het verhaal van de ongelukkige
liefde tussen de twaalfde-eeuwse filosoof Abélard en de mooie en geleerde
Heloïse kende ik al. Ze leefden nog lang en ellendig, teruggetrokken in
een klooster, verlangend naar elkaar zonder elkaar weer te zien. En net
als bij de film Titanic geeft dat bekende noodlot aan elk pril romantisch onderonsje een zwaarte die bij mij gegarandeerd tot tranen leidt. Zoals
gezegd, ik geniet van die tranen, en zo kan ik het heerlijk vinden om op
te gaan in verdriet op voorhand.
Maar aan het eind van een paar uur
Titanic denk ik dan wel: hè hè, dat hebben we weer gehad. Bij boeken is
m’n honger naar tragiek vaak al halverwege gestild. En dan doe ik alweer
iets wat tot één van de grote taboe’s onder cultuurminnaars behoort: ik
blader halverwege alvast door naar het einde, of ik flits in
sneltreinvaart langs die eindeloze laatste bladzijdes, puur lezend op de
plot.

Stilist

Afscheid van Heloïse bleek echter meer in petto te hebben dan het doorsnee huilboek. Oké, ik ontken niet dat ik het eind heb gelezen voordat ik er
eigenlijk aan toe was. Slechte gewoontes leer ik niet meer af. Maar dat
wel pas zo’n tien bladzijden voordat ik er ook echt zou zijn aangeland.
Dat mag gerust een verdienste heten. Het boek wist me vooral zo te boeien
omdat Audouard een zeer kundig stilist is. Hij schrijft poëtische parels
als “Ik was twintig jaren oud, maar ik had de maan al veel vaker gezien
dan bij mijn leeftijd paste
“.

~

Maar, nog belangrijker: hij weet zich ook in
te houden. Zijn mooie vondsten wisselt hij af met zinnen zo geraffineerd
eenvoudig dat het lijkt alsof ze niet anders geschreven hadden kunnen
worden. Zijn hoofdpersoon Guillaume, een oude man, beste vriend en
leerling van Abélard, kijkt terug op zijn leven. Hij vertelt in een paar
zinnen over de oorlogservaringen van zijn vader, de koppigheid waarmee die
hem vervolgens tot studie drijft, en zijn verlangen om te vechten en de
wereld te zien. “Ik zou geen ridder worden.“, concludeert hij dan, en
Audouard voelt feilloos aan dat die woorden genoeg zijn.

Raadsel

Audouard koos voor het perspectief van de buitenstaander om het
liefdesverhaal van Abélard en Heloïse te vertellen. Guillaume is echter
niet zomaar een buitenstaander: hij is de vertrouweling van Abélard, en
Heloïse is de liefde van zijn leven. Zichzelf wegcijferend doet hij alles
om Abélard en Heloïse bij elkaar te brengen en te houden. Tragischer kan
het haast niet. Als Abelárd en Heloïse zijn gestorven doet Guillaume iets
wat volgens de flaptekst van het boek ‘iets duizelingwekkends’ zegt over
het auteurschap van ‘de brieven’. Wie nu denkt: “Welke brieven?” stelt een
terechte vraag, en moet vooral niet de inleiding van de vertaalster
overslaan. Daar wordt duidelijk dat onze huidige kennis van Abélard en
Heloïse berust op een briefwisseling tussen hen die rond 1300 opdook. En
ook dan moet je niet te veel verassingen verwachten. Eén plus één is twee:
Guillaume heeft de brieven geschreven.

Kerkscheuring

Audouard schreef een roman over de twaalfde eeuw, waarin naast Abélard en
Heloïse een hele reeks historische figuren voorbijtrekt: abts van grote
beroemde abdijen, edellieden, bisschoppen en politieke figuren als de
kanselier van de koning. Hij brengt zo een tijd in kaart waarin
vooruitstrevende denkers, met Abélard als grootste onder hen, in conflict
raakten met de meer behoudende krachten in de kerk. Maar anders dan in De
naam van de roos
, het beroemde, adembenemende boek van Umberto Eco dat
eveneens over kerkscheuring in de middeleeuwen handelt, worden de
botsingen tussen Abélard en zijn tegenstanders nooit echt spannend. Dat
komt vooral omdat Audoaurd weinig toelichting geeft over wat er op het
spel staat. Je krijgt niet te weten wat Abélard in feite beweerde waardoor
de kerkelijke autoriteiten hem bedreigend vonden. En er wordt hooguit
gehint op de machtsspelletjes die zich over Abélard heen voltrekken. Dat
is soms jammer, maar ook wel enigszins begrijpelijk. Audouard schreef
vooral een liefdesroman, en hij schetst niet meer achtergrond dan hij
nodig heeft om de daden en gevoelens van zijn hoofdfiguren te verklaren.

Dichtersziel

Afscheid van Heloïse is een boek dat het duidelijk niet van de plot of de
geschiedfilosofische wetenswaardigheden moet hebben. Dat neemt niet weg
dat het zeer de moeite waard is om het voor de vakantie in je tas te
stoppen. Huilen gegarandeerd, en meer nog: literair verantwoord zelfs! Aan
het eind van het boek geeft Guilaume een rechtvaardiging voor de brieven
die hij heeft geschreven: “Ooit over een paar eeuwen zal een dichter ze
lezen en tranen vergieten over de zielen van die man en die vrouw, die
hebben geleden en elkaar hebben bemind.
” Na lezing van Afscheid van
Heloïse
meen ik dat ik me niet langer hoef te schamen voor m’n huilzucht:
ik ben vast gewoon een dichter.