De joden en de Palestijnen: een slecht huwelijk
De hoop op in broederlijke liefde naast elkaar leven is vervlogen. Het is tijd dat Palestijnse en Israëlische leiders dit onder ogen gaan zien. Volgens Amos Oz kan er alleen dan aan het bloedvergieten in het Midden-Oosten ooit nog een einde komen.
Amos Oz, geboren in Jeruzalem in 1939, groeide zelf op in een uitermate conservatief Zionistisch gezin. Hij noemt zichzelf ‘een kind van de joodse intifada’. Als tiener begon hij te beseffen dat de ideeën waarmee hij opgevoed was te eenzijdig waren. In zijn werk pleit hij voor vrede in Israël/Palestina, waarbij hij probeert de eendimensionale vijandbeelden die in beide kampen overheersen teniet te doen. In 2004 schreef hij hierover een boekje, eigenlijk meer een pamflet, Help us to divorce. Het is nu in vertaling verschenen onder de titel Hoe genees je een fanaticus.
Conflict tussen slachtoffers
In Hoe genees je een fanaticus stelt hij dat het conflict tussen de joden en de Palestijnen bijzonder uitzichtloos lijkt, omdat het een conflict is van Gelijk tegen Gelijk. Een conflict tussen twee slachtoffers, dat is ontaard in geschreeuw over wie het meeste gelijk heeft en wie het meeste recht heeft op het grondgebied. Zowel de joden als de Palestijnen hebben vanuit historisch oogpunt zeer zwaarwegende claims. Reeds eeuwenlang voor de eerste Zionistische settlers in de late negentiende eeuw en het uitroepen van de staat Israël in 1948, bestond het land Palestina. De joodse bewoning van het gebied gaat terug tot bijbelse tijden en religieuze joden beroepen zich op het Beloofde Land dat zich hier zou moeten bevinden. De enige uitweg uit de impasse is volgens Oz een gedeelde staat: twee naast elkaar bestaande staten dus. Erkenning in ruil voor erkenning.
Geen Dostojevskiaanse verzoening
Oz vergelijkt het conflict met een slecht huwelijk en meent dat de oplossing ligt in een verre van ideale, maar wel redelijke echtscheiding. Hij stelt dat er nooit een gelukkig huwelijk zal ontstaan tussen de joden en de Palestijnen. Daarvoor is er al teveel gebeurd, teveel modder gegooid, teveel bloed vergoten. Men is allang uit het oog verloren waar het werkelijk om gaat en verliest zich in blinde haat jegens de tegenpartij:
Ik denk niet dat zodra er een toverformule is gevonden, de twee antagonisten elkaar plotseling huilend in de armen zullen vallen in een dostojevskiaans tafereel waarin lang verloren gewaande broeders zich verzoenen – ‘O, mijn broeder, kun je me ooit vergeven, hoe heb ik zo afschuwelijk kunnen zijn, neem het land, wie kan het land iets schelen, geef me alleen jouw liefde.’ Helaas denk ik niet dat zoiets zal gebeuren. Ik verwacht ook geen gelukkig huwelijk. Als ik al iets verwacht, dan is het een eerlijke, rechtvaardige scheiding van Israël en Palestina. En een scheiding is nooit prettig, zelfs al verloopt alles min of meer eerlijk en rechtvaardig.
Fanatici
Amos Oz |
Oz legt deze vergelijking heel rustig en helder uit en weet de lezer daarmee op zijn hand te krijgen. Hij beleert ons niet, blijft steeds redelijk en overtuigt ons ervan dat het conflict best op te lossen is, de parameters moeten alleen bijgesteld worden. Waarom loopt het dan toch zo uit de hand in Israël? Omdat in beide kampen sleutelposities bezet worden door fanatici. En fanatici veranderen hun uitgangspunten niet zo gemakkelijk. Dus de kernvraag die Oz zich in het tweede essay stelt, is “Hoe genees je een fanaticus?”.
Gelukkig biedt Oz geen pasklaar antwoord op deze vraag. Hij laat wel zien hoe fanatisme volgens hem ontstaat en wat een eventueel tegengif zou kunnen zijn. Kort samengevat en vrij geïnterpreteerd komt het er volgens Oz op neer dat fanatisme een gevolg is van een gebrek aan zelfrespect. Fanatici hebben weinig ‘zelf’ en vullen die leegte op met een externe waarheid. Dat kan van alles zijn: van een religie tot het geloof in een pop-idool of het geloof dat rokers in- en in slechte mensen zijn. Maar het gevaarlijkst zijn religieuze fanatici. Fanatisme is zeer besmettelijk en in ieder van ons sluimert de aanleg tot fanatisme. Het enige tegengif is een flinke dosis humor en zelfrelativering. En dus afstappen van de vraag wie er gelijk heeft.Want, zoals Oz met de Israëlische dichter Yehuda Amichai zegt: “Waar we gelijk hebben kunnen geen bloemen groeien”.
In een tijd dat iedereen, leek en kenner, een mening heeft over een conflict in het Midden-Oosten en waarin het vuur alsmaar harder aangewakkerd wordt, is een nuchtere visie zoals die van Amos Oz erg welkom. Oz spreekt uit eigen ervaring en kiest eenvoudige maar doeltreffende parallellen. Hierdoor wordt het conflict dichterbij de lezer gebracht en wordt de discussie tegelijkertijd ontdaan van de zware ideologische lading waaronder ze meestal gebukt gaat.