De onschuld van een troonpretendent
Lady Jane Grey werd in 1554 onthoofd. Zij was zestien jaar oud en had negen dagen geregeerd als koningin van Engeland, voordat zij op beschuldiging van hoogverraad afgevoerd werd naar de Tower. Dit korte, tumultueuze leven inspireerde historica Alison Weir om na vele non-fictie boeken over de Tudors, zich nu te wagen aan een historische roman: Innocent Traitor.
Paul Delaroche – De onthoofding van Lady Jane Grey (1833) |
Het midden van de zestiende eeuw, na het overlijden van koning Henry VIII (die van de zes vrouwen) en voor het aantreden van koningin Elizabeth I (de Virgin Queen), was een roerige tijd in Engeland. Terwijl op het continent de katholieke kerk de handen vol had aan Luther en Calvijn, hadden de Engelsen zich, in navolging van hun monarch, tot de Anglicaanse, protestantse, kerk bekeerd. Het koningshuis zelf was echter verdeeld: Mary, dochter van Catherina van Aragon was katholiek gebleven, Elizabeth, dochter van Anna Boleyn, sprak zich niet duidelijk uit (maar leunde richting protestantisme) en Edward, zoon van Jane Seymour, was een fervent protestant. Dit zou leiden tot een bittere opvolgingsstrijd, waarin Lady Jane Grey, als verre afstammeling van het Tudorgeslacht, vurig protestantse en onwillige pion in de machtsstrijd van haar ouders, een tragische rol zou spelen.
Biografen en hun liefdes
Cees Fasseur, de biograaf van Wilhelmina, is er weleens gekscherend van beticht verliefd te zijn geworden op de jonge koningin, zo liefdevol en bewonderend beschreef hij haar. Ook Alison Weir heeft duidelijk een zwak voor haar hoofdpersoon. In tegenstelling tot Fasseur heeft zij echter het besluit genomen om haar historische fascinatie in romanvorm te gieten, en zo haar gedachten – en gevoelens – de vrije loop te laten.
Tegelijkertijd heeft Weir echter een zeer gedegen kennis van Tudorzaken, die spreken uit de vele details waarmee het verhaal doorspekt is. Het komt de geloofwaardigheid van haar historische setting ten goede, hoewel ik me afvraag of de mensen uit zestiende-eeuws Engeland wel zo bewust met bijvoorbeeld de volgorde van hun kledingstukken of de samenstelling van de verschillende gerechten tijdens een banket bezig waren.
Eén stem
Wat afbreuk doet aan de historische echtheid van Weirs roman zijn de personen zelf. Ze heeft ervoor gekozen verschillende personen (Lady Jane’s moeder, koningin Katherine Parr, Lady Jane zelf) te laten spreken, maar geen van deze personages heeft ook daadwerkelijk een eigen stem. Het verhaal kabbelt voort alsof één iemand, waarschijnlijk Weir zelf, verschillende invalshoeken belicht (de religieuze kant van de zaak, de familiepolitieke strategie, etcetera), maar niet alsof verschillende mensen elk met hun eigen visie komen.
Daarbij komt dat Weir ook de toon van de tijd niet heeft weten te treffen. Ze vermeld in de Author’s Note expliciet zoveel mogelijk gebruik te hebben gemaakt van de woorden van de historische spelers zelf (uit boeken en overgeleverde verhalen). Wel heeft ze, aldus het nawoord, de tekst “lichtjes gemoderniseerd”, zodat deze niet uit de toon zou vallen in een eenentwintigste-eeuwse tekst. Het resultaat zijn ongeïnspireerde monologen en dialogen die bol staan van de hedendaagse uitdrukkingen, zoals wanneer een hoogadellijke heer opmerkt over de koning: “I’ve always enjoyed a good relation with him.”
Tudorfascinatie
Alison Weirs Tudorfascinatie staat niet alleen in de fascinatie met de Tudors; het afgelopen jaar is er (weer) een nieuwe miniserie over Elizabeth uitgezonden op de BBC, terwijl recentelijk ook The other Boleyn girl en The Queen’s Fool verschenen over het hof van Henry VIII. Die boeken voerden mij echter mee een wereld in met ritselende rokken en donkere intriges. Weir is uiteindelijk teveel historica om zich te laten gaan en te weinig schrijfster om haar spelers persoonlijkheden te geven. Desondanks kan ze wel goed lopend proza schrijven en druipt haar kennis van zaken van de pagina’s, een goed recept kortom voor non-fictie. Hopelijk is haar volgende boek dan ook weer een gedegen historisch studieboek!