Boeken / Fictie

Een goede schrijfster behoeft geen ‘Heels’

recensie: Alice Munro - Stilte

De Canadese schrijfster Alice Munro heeft een nieuwe verhalenbundel uitgebracht, met de korte maar indringende titel Stilte. Een van de vragen die zich bij het lezen van deze bundel opdringt is die of dit nou een typisch voorbeeld van vrouwenliteratuur is.

Vrouwenliteratuur, tegenwoordig ook wel modieus chick literature genoemd, wordt vaak gezien als een literair genre op zich. Met heldinnen als Bridget Jones is dit nieuwe genre de laatste jaren, vooral onder vrouwelijke lezers, erg populair geworden. Voor deze hype was het begrip vrouwenliteratuur veel minder courant, en de enige associatie die het opriep was die met expliciet feministische schrijfsters als de Britse Fay Weldon, en in Nederland Renate Dorrestein. Het huidige begrip vrouwenliteratuur valt hier niet mee samen; de exacte betekenis ervan is nog niet uitgekristalliseerd. Is elk werk van een vrouwelijke auteur per definitie vrouwenliteratuur? Of kan een vrouw ook een ‘mannelijke stijl’ hanteren?

Excuustruus

~

In de Volkskrant trof ik een betoog hierover aan van de columnist Arnold Jansen op de Haar. Volgens hem is wat men tegenwoordig vrouwenliteratuur noemt, een genre dat zich beperkt tot een aantal typisch vrouwelijke onderwerpen, zoals de strijd tegen overgewicht en onbeantwoorde liefde. Zijn redenering komt er heel in het kort op neer dat de vrouwenliteratuur, in elk geval in Nederland, voor het overgrote deel nog immer ongeëmancipeerd is. Als meest verwerpelijke exponent van deze groep noemt hij de nieuwe Writers on Heels: “Vrouwen in de reclame, vrouwen in de literatuur: gooi je tieten in de strijd. Alsof er nooit vrouwenemancipatie heeft plaatsgevonden.” De vrouwelijke literator als excuustruus dus, als naïeve beginnelinge op het schrijverspad die haar bestaansrecht ontleent aan allerlei andere factoren dan de (gebrekkige) kwaliteit van haar werk.

Coming of age-literatuur

Terug naar Alice Munro. Alle acht verhalen in haar laatste bundel Stilte hebben een vrouw als hoofdpersoon en altijd wordt het verhaal vanuit haar perspectief verteld. In alle verhalen gaat het ook om de emotionele ontwikkelingen die de vrouwelijke hoofdpersoon in kwestie doormaakt. Daarbij staan vooral de relatie met liefdespartners en ouders, volwassenwording en moederschap en de emotionele gevolgen daarvan centraal. Coming of age-literatuur vanuit een specifiek vrouwelijke invalshoek.

Door de onderwerpen en door de consequente keuze van de schrijfster om haar verhalen vanuit een vrouwelijke optiek te vertellen, ligt het voor de hand om hier inderdaad van vrouwenliteratuur te spreken. Van deze hele recensie zou echter niets overblijven als ik nu niet met een hele grote ‘maar’ op de proppen zou komen. Ergo: Munro’s literatuur kan en mag niet afgedaan worden als typische vrouwenliteratuur. Nooit en te nimmer, op geen enkel moment in de acht verhalen die de bundel telt, laat Munro’s werk het afweten wat betreft de literaire kwaliteit. Elk verhaal is in al zijn compactheid helemaal af, er is geen los eindje te vinden, de spanningsboog is altijd volmaakt en de onverwachte wending is altijd werkelijk onverwacht, hetgeen al een prestatie op zich is.

Niet moralistisch

~

Zo begint het eerste verhaal, Weg, met een schets van het nogal ongelukkige huwelijk van Carla. Ongelukkig, omdat ze in haar onschuld gevallen is voor een onconventionele, spannende maar in de praktijk ook egoïstische en jaloerse man, een luie nietsnut die haar als voetveeg gebruikt. Ze zoekt haar heil in de zorg voor hun dieren en in een oppervlakkige vriendschap met de buurvrouw. Dit op zich weinig originele verhaal wordt door Munro op prettig zakelijke toon verteld. Op een dag wil Carla, aangemoedigd door haar buurvrouw, ontsnappen. Ze stapt daadwerkelijk op een bus maar verliest al snel de moed, en belt haar man berouwvol op zodat hij haar op kan halen.
Het verhaal zou hier, heel moralistisch, kunnen eindigen met de mededeling dat ze toch nog lang en gelukkig samen verder leefden, of dat Carla, gesterkt door haar eerste vluchtpoging, korte tijd later alsnog aan haar uitzichtloze huwelijk ontsnapt. In plaats daarvan laat Munro het morele oordeel achterwege en laat ze Carla’s thuiskomst heel symbolisch samenvallen met de terugkeer van een verdwenen geitje dat al vroeg in het verhaal heel onnadrukkelijk geïntroduceerd werd. Pas in de laatste regel van dit verhaal wordt duidelijk wat er werkelijk met dit geitje gebeurd is en hoe belangrijk de betekenis hiervan is voor de relatie van Carla en Clark.

De nogal conventionele thema’s die Munro aansnijdt in haar verhalen ontaarden nooit in melodrama van b-niveau. De hoge kwaliteit is vooral te danken aan de zorgvuldige constructie van de verhalen, de beknoptheid van haar taalgebruik, het gebrek aan pathetiek en de ongebruikelijk nauwkeurige uitwerking van de vrouwelijke belevingswereld, in plaats van de psychologie-van-de-koude-grond die in veel hedendaagse chick lit zo gangbaar is.

Volwaardig proza

Er is wat mij betreft dan ook maar een conclusie mogelijk: een schrijfster als Munro bewijst dat er wel degelijk een geëmancipeerde vorm van vrouwenliteratuur bestaat. Een volwassen literaire stroming, waarin het vrouw-zijn niet langer als excuus voor slechte of matige literatuur wordt gebruikt. Waarin de vrouwelijke psyche uitgangspunt is voor het schrijven van boeiend, volwaardig proza dat zich met werk van elke mannelijke auteur kan meten zonder daarvoor aan vrouwelijkheid in te boeten. Hulde!