Opkomst van een nieuw paradigma
We laten met onze mobieltjes en op sociale netwerken voortdurend digitale broodkruimels achter. Wanneer deze broodkruimels massaal verzameld zijn en met geavanceerde technologie bewerkt worden, krijgen we een gedetailleerd inzicht in ons collectieve en individuele gedrag. Dit levert bruikbare kennis voor een nieuwe, meer autonome samenleving. Welkom in de eenentwintigste eeuw.
Eerder dit jaar bracht de Nederlandse filosoof Jos de Mul het boek Kunstmatig van nature uit. Hierin schetst hij drie toekomstbeelden waar de snelle ontwikkelingen in de technologie ons in afzienbare tijd zullen brengen. Een van die toekomstbeelden is de zwermintelligentie. Het boek Sociale big data van Alex Pentland geeft vorm aan dit idee. Pentland is professor aan het Massachusetts Institute for Technology (MIT) en de big data expert van het World Economic Forum.
Nu we met zeer geavanceerde techniek en wiskunde tot op detail het menselijke handelen in kaart kunnen brengen, kunnen we hiermee tevens ons gedrag en handelen efficiënter sturen. Pentland heeft een boek geschreven dat een handleiding geeft voor de nabije toekomst. Wat werkt nu in de sociale context en wat niet?
In het begin heeft Pentland onvermijdelijk zijn jargon uit te leggen. Dit doet hij aan de hand van enkele experimenten die hij met een team aan het MIT heeft uitgevoerd. Droge stof, maar wanneer die kennis eenmaal toegepast wordt op organisaties, steden en samenlevingen, doemt een nieuwe wereld op. Een wereld met ongekende mogelijkheden en dagdromen die werkelijkheid kunnen worden.
Vier pilaren
Wil je dat een bedrijf, een stad of een samenleving optimaal functioneert, dan staan er vier pilaren centraal: exploratie, betrokkenheid, diversiteit en vertrouwen. Zo maakt Pentland de mens weer tot een samenwerkend groepsdier, hetgeen de Amerikaanse socioloog Richard Sennett eerder dit jaar in zijn nieuwste boek Together eveneens bepleitte.
Het blijft niet bij deze vier pilaren. Als het aan de Pentland ligt, geeft hij de macht die nu gedragen wordt door de overheden en grote instituties terug aan de burger. De toekomst ontstaat door samenwerking van onderaf, door zelfgeorganiseerde gemeenschappen en sociale bewegingen. Wie regelmatig Tegenlicht volgt, zal de boodschap van de auteur bekend in de oren klinken.
Afscheid van heilige huisjes
De nieuwe inzichten die Pentland aan de hand van zijn onderzoeken toont, blazen nogal wat heilige huisjes omver. Zo staan de vier elementen diametraal tegenover de huidige idee van de vrije markt. Een absentie van toezicht is namelijk funest voor een prettige samenleving. De mens wordt in zekere mate gedomineerd door sociale druk en dat is niet per definitie erg.
Sterker nog, zonder die sociale druk vallen groepen uit elkaar. Dit geldt ook voor organisaties. Naarmate er meer exploratie, betrokkenheid, diversiteit en vertrouwen is, gaat de productiviteit en de creativiteit binnen een organisatie erop vooruit. Het zijn juist de neoliberale ideeën die desastreus zijn voor deze vier elementen van samenhang. Aan de hand van het red balloon experiment, waarin samenwerking centraal staat, toont Pentland aan dat onder andere een eerlijke beloning en teamwork tot het beste resultaat leiden.
Pentland hoopt met dit voorbeeld en met zijn boek vooral politici, beleidsmakers en het bedrijfsleven af te laten stappen van het individugerichte denken en naar een sociaal, coöperatief denken te gaan. Juist sociaal leren en sociale druk zijn vitale krachten achter veranderingen en werken door in de cultuur.
Prometheïsch vuur
De schrijver zelf noemt de opkomst van de sociale fysica – zoals dit vakgebied genoemd wordt – ‘prometheïsch vuur’. Mits er goede regels voor de privacy worden opgesteld, kan de voortdurende reality mining ertoe leiden dat we steeds beter rampen kunnen beheersen en steden efficiënter kunnen inrichten. Reality mining is de term voor het samenbrengen van alle digitale broodkruimels die we dagelijks met onze smartphones en digitale bezigheden achterlaten. Niet alleen financiële crises kunnen met behulp van de sociale fysica voorkomen worden, ook de creativiteit tussen bepaalde groepen kan versterkt worden. Zo geeft Pentland voorbeelden hoe een stad zodanig georganiseerd kan worden, dat creativiteit en productiviteit toenemen en criminaliteit juist afneemt.
Het lezen van Sociale big data krijgt gaandeweg een spannend karakter. Er staat ons een hoop te wachten. Pentland legt met verve uit, dat het belangrijk is om de privacy goed te regelen en toezicht te houden, en daarnaast de burger mee te laten delen in de voordelen van big data. Dan staat een nieuw tijdperk en paradigma, zoals in Nederland door onder andere Jan Rotmans verkondigd wordt, voor de deur. Om het met Tegenlicht te zeggen: ‘Welkom in de toekomst!’