Verleiding zonder bevrediging
500 bladzijden literaire vertellerskunst over de ondergang van een familie, is dat wel helemaal van deze tijd? Een vraag die zich voortdurend opdringt bij het lezen van Kind van een vreemde van Alan Hollinghurst, die toch geldt als een van de grootste Britse hedendaagse schrijvers. In 2004 won hij de Man Booker Prize en Kind van een vreemde staat op de longlist van dit jaar.
Kind van een vreemde staat op de longlist van dit jaar.
Een jonge dichter, Cecil Valance, schrijft een lang vers in het poesiealbum van Daphne, het zusje van zijn vriend. Als Valance omkomt in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, verkrijgt zijn vrij middelmatige lofzang op Engeland een iconische status. Ook de persoon van Valance zal in de eeuw die volgt steeds weer belangstelling blijven wekken. In vijf delen komt via deze opzet de hele twintigste eeuw langs.
De rest is biografie
Engelser krijg je het niet. Behalve de war poets zien we adellijke families in verval, even onstuitbaar als de verkrotting van hun landhuizen. Voeg een aantal meer of minder uitgeleefde driehoeksverhoudingen tussen mannen, vrouwen en nog meer mannen toe en je weet dat je een klassieke Engelse roman te pakken hebt. Aangezien we in 2011 leven is het dan wel zaak om van dat klassieke gegeven iets nieuws te maken. En dan niet alleen op een ironiserende wijze, want dat is ‘zó jaren negentig’. Hoe dan wel? Helaas weet de roman van Hollinghurst daarin niet te bevredigen. Waarom moest dit boek, dit verhaal in deze stijl, nu geschreven worden? Het mist, om een afgesleten woord uit de jaren negentig van stal te halen, urgentie.
Er zijn talloze interessante thematische lijnen die door Hollinghurst vakkundig worden uitgewerkt. Zo gaat het niet alleen om de aftakeling van een bepaalde klasse en levensstijl, maar ook om de individuele aftakeling die komt met de jaren. Ieder mensenleven kent net als de geschiedenis perioden van bloei en verval. En dan vooral: lichamelijke bloei in de jeugd, geestelijk verval in de ouderdom. Wat is van groter belang, de viering van het lichaam of het gedenken van de geest? Een interessante vraag.
Cecil Valance is het knooppunt waar al deze lijnen samenkomen. In de loop van een eeuw wordt hij van een zeer levend lustobject dat Daphne én haar broer laat kennismaken met erotiek, door zijn vroege, tragische dood een (letterlijk) marmeren beeld, bijgezet in de stoffige kelders van de literatuurgeschiedenis. ‘De rest is biografie,’ luidt het. Maar het schrijven van een biografie brengt zo zijn eigen problemen met zich mee: ‘In werkelijkheid was het erg moeilijk om de trauma’s van anderen te onthouden,’ verzucht Daphne op een zeker moment. Een zin om over te schrijven in je notitieboekje.
Lust en weerzin
Een zin hier en daar, daar lees je geen vijfhonderd bladzijden voor. Lang verhaal kort: Kind van een vreemde is te dik. Soms is er zelfs de behoefte aan een register van personages. Niet omdat er extreem veel van rondlopen, maar omdat ze niet allemaal zodanig boeien dat je ze van deel tot deel uit elkaar weet te houden. Het gekke is dat dat vooral lijkt te komen door de literaire vertellerskunst van Hollinghurst. Je ziet dat hij die kunst in de vingers heeft – maar dat is juist het probleem, dat je het ziet. Hij houdt de touwtjes strak in handen en speelt met de informatie die beschikbaar is. Toch blijf je de touwtjes zien en dat betekent dat hij ze niet strak genoeg in handen heeft.
Dat leidt af van de mooie stukken, vooral die waar begeerte en verleiding de hoofdrol spelen. Mannen, vrouwen, jongens, meisjes: het maakt niet uit wie naar wie verlangt, Hollinghurst beheerst duidelijk óók de kunst van de literaire verleiding. De roes van de eerste dronkenschap, de eerste kus, zweet dat je uitbreekt bij een net iets te nadrukkelijke blik over de tafel. Dat is zo invoelend beschreven, dat de verhalen over de bejaarde hoofdrolspelers haast weerzin opwekken. Nu kan weerzin opwekken met verhalen het toppunt van literair meesterschap betekenen, maar niet als die weerzin hoofdzakelijk gericht is op de poppenspeler achter de touwtjes.
Taboe
Ten slotte moet ook opgemerkt worden dat de redactionele slordigheden niet meehelpen bij het leesplezier. Wat is een ‘slachtveld’? Wat voor ‘persoonlijke maar behoorlijk luide opmerkingen over de luidsprekers’ kun je maken? Dat moeten overduidelijk de sprekers zijn, degenen die een praatje houden. Eenmaal is – meen ik – een naam verwisseld, waardoor een dialoog moeilijk te volgen is. Jammer.
Ook merkwaardig: hoewel het hele boek zindert van homoseksuele relaties, liefde en lust, wordt op de achterflap alleen melding gemaakt van de bakvisverliefdheid die Daphne, het meisje met het poesiealbum, voelt voor de indrukwekkende Cambridge-poëet die haar huis bezoekt, alsof het hele verhaal daar om draait. Is homoseksualiteit opeens een taboe? Verkoopt een boek dan niet? Ook dat zou niet moeten passen bij 2011. En geloof me, de passages over de hunkering van de ene jonge man naar de andere zijn precies wat deze dikke pil toch nog de moeite waard maakt.