Balancerend tussen werkelijkheid en symboliek
Toorop is in Nederland vooral bekend geworden door zijn affiche voor de Delftsche slaolie. Wie denkt dat dit zijn werk zo’n beetje omvat, vergist zich schromelijk. De nu lopende overzichtstentoonstelling in het gemeentemuseum in Den Haag opent je ogen.
De werken van Toorop die het museum bijeen heeft weten te brengen zijn indrukwekkend. Zijn werk is vertegenwoordigd in al zijn diversiteit: stijlen zoals het impressionisme en pointillisme, zijn eigen ‘Indisch’ symbolisme, art nouveau en divisionisme. Hij maakte tekeningen, schilderijen, affiches en tegeltableaus. Inhoudelijk variëren de thema’s van het weergeven van het dagelijkse leven tot mystieke en christelijke symboliek.
De eerste jaren
Toorop werd in 1858 op Midden-Java geboren. Hij kreeg bij zijn geboorte Javaans, Chinees en Engels bloed mee. Hoewel hij al op elfjarige leeftijd uit Nederlands-Indië vertrok om zich in Nederland te vestigen, bleef zijn Indische achtergrond een grote rol spelen. Het was de bedoeling dat hij in Nederland zou worden opgeleid tot Oost-Indië-ambtenaar. Dat liep echter anders. Tijdens zijn studieperiode tekende hij veel. Dat waren vooral romantische droomwouden; hij had voortdurend heimwee naar de zonnige verte. Al snel ging hij dan ook naar de Rijksakademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam. Hij studeerde daar van 1880 tot 1882 en vertrok in 1883 met behulp van een studiebeurs naar de Academie voor Schone Kunsten in Brussel.
Van Brussel naar Nederland
In Brussel kwam hij in aanraking met verschillende kunstenaars en hun manier van werken. Ook maakte hij reizen naar Frankrijk en Engeland. In 1885 werd hij opgenomen als lid van Les XX (Les Vingt), in 1883 opgericht door Octave Maus, een Belgisch advocaat en schrijver. Onder de leden werd kunst, literatuur en muziek samengebracht. Ieder jaar werd er een tentoonstelling georganiseerd, waar ook Toorop exposeerde. Tussen 1885 en 1889 maakte hij zijn eerste impressionistische en pointillistische werken.
In 1890 besloot Toorop zich voorgoed in Nederland te vestigen; hij woonde onder andere in Katwijk aan Zee en Den Haag. In 1892 bezocht hij lezingen van Joséphin Péladan, leider van de Franse Ordre de la Rose-Croix in Amsterdam, Leiden en Den Haag. De orde was niet alleen geïnteresseerd in occultisme (leer van de magie en het spiritisme), maar ook in kunsten en esthetiek. De mystiek, die Péladan propageerde, maakte grote indruk op Toorop en inspireerde hem mede tot zijn eerste symbolistische werken, zoals The New Generation uit 1892.
1892-1897 ‘Indisch’ symbolisme
Gedurende deze periode werd Toorop sterk beïnvloed door zijn jeugdherinneringen aan Java en Banka, met hun tropische plantengroei, wajangvoorstellingen en batik stoffen. Voorbeelden van werk waarin deze invloeden duidelijk worden zijn onder andere: O Grave, where is thy Victory? (1892) Fatalism en Songs of the Time (1893), The Three Brides (1894) en The Sphinx (1897). Juist hier gaat het in de tentoonstelling een beetje mis; er wordt niet genoeg informatie gegeven. Hoewel alle werken zijn voorzien van titels, jaartallen en een korte beschrijving van de periode waarin Toorop het werk maakte, ontbreekt de betekenis van de symbolen. Die symbolen zijn essentieel om het werk te kunnen begrijpen. In The Three Brides staat de Madonna-lelie voor maagdelijkheid, de chrysant voor vruchtbaarheid en de schedels voor verdorvenheid. Maar wie dringt zover door tot deze symboliek als je een dergelijk werk voor het eerst ziet?
In 1905 bekeerde Toorop zich tot het rooms-katholicisme, waarna hij veel religieus werk maakte. Hij stierf in 1928, op 69-jarige leeftijd in Den Haag.