Arthousethriller met synthesizerpop en Don Johnson
Ooit was de genrefilm synoniem voor verwerpelijk. Want: commercieel, een knieval naar je publiek, artistiek volledig oninteressant. Geen onafhankelijke cineast die zich aan een thriller of actiefilm waagde.
Maar zie nu eens: Ook regisseurs met een tikje meer pretentie willen graag een publiek voor hun film. En dus worden we de laatste jaren overspoeld door de ene na de andere arthousethriller. Denk aan fijne titels als Prisoners, Killer Joe, Blue Ruin, Mud, Joe en Drive. Aan dat rijtje mag nu Cold in July worden toegevoegd, een broeierig Texaans misdaadverhaal dat de kijker steeds weer weet te verrassen zonder te vervallen in goedkope plottwists of schrikeffecten.
Cold in July begint met een scène die uit een campagnespotje van de Tea Party zou kunnen komen. Richard Dane (Michael C. Hall – met matje) betrapt een indringer in zijn huis en knalt hem af. Dat de man ongewapend was, vindt de politie en de publieke opinie verder geen probleem. Opgeruimd staat netjes.
Suburbia
Na dit explosieve begin, schakelt regisseur Jim Mickle in Suburbia-modus. We zien hoe de geschrokken Dane de schade repareert en zijn huis en gezin probeert te beschermen. Dus wordt er uitgebreid gesopt, gesausd en geplamuurd. Er wordt een nieuw bankstel aangeschaft. Voor de ramen komen dikke tralies.
Toch blijft er, ook wanneer alle visuele herinneringen aan het incident zijn weggepoetst, iets knagen aan Dane. Hij bezoekt de begrafenis van het slachtoffer en krijgt de vader van de man achter zich aan. Deze ex-bajesklant (Sam Shepard als een soort Halloween-engerd) schuwt geen middel om hem uit de weg te ruimen. Dan ontdekt Dane op het politiebureau een opsporingsposter met de naam van de man die hij neerschoot. Het portret is niet hetzelfde als van zijn slachtoffer.
Jaren tachtig
Cold in July slaat na dit slasher-intermezzo vrolijk weer nieuwe zijwegen in. Dane tekent de vrede met zijn achtervolger. Samen gaan ze op zoek naar zijn zoon. Bij de opsporing krijgen ze hulp van privé-detective annex varkensfokker Jim Bob, een nogal relaxte Texaan die zich verplaatst in een knalrode buitenmodelslee (glansrol Don Johnson).
Zo valt er nauwelijks een etiket op Cold in July te plakken. Net wanneer we denken naar een thriller, horror, sociale satire of een familietragedie te kijken, zet de film je op het verkeerde been met een nieuwe geweldsuitbarsting of droogkomische scène. En aan goedbedoelde boodschappen of een alles oplossende finale doet regisseur Mickle ook niet. Wel aan vederlichte synthesizerpop. Dankzij de jaren tachtig setting en de aanwezigheid van Don Johnson kregen we zowaar visioenen van roze flamingo’s en snelle Ferrari ’s. Zou dat oversized colbert met T-shirt nog passen?