Ali Smith ziet alles dubbel
Het nieuwste boek van Ali Smith bestaat uit twee delen en kan op verschillende manieren gelezen worden. Er wordt met taal geëxperimenteerd, met perspectieven geschoven en de personages staan in een bijzondere verhouding tot elkaar. De uitkomst is een tot de verbeelding sprekende roman.
De ene helft van de oplage van Het een als het ander begint met het verhaal van de zestienjarige Georgia in de huidige tijd in Engeland, de andere helft vangt aan met de geschiedenis van de frescokunstenaar Francesco del Cossa in het Italië van de vijftiende eeuw. Lezers beginnen met het ene of met het andere deel, wat een verschillende leeservaring oplevert en zal bijdragen aan de dynamiek in menige leesclubbespreking. De delen grijpen in elkaar als een stevige omarming en worden door Smith op indringende wijze gepresenteerd.
Visionaire blik
Beginnend in de Italiaanse Renaissance volgen we de schilder Francesco die vanaf zijn geboorte door zijn vader gepusht wordt om kunstenaar te worden. Hij blijkt een talentvolle tekenaar die gaandeweg – en door een verrassende misleiding – uitgroeit tot beroemd frescoschilder. Er is weinig meer van hem bekend dan zijn fresco’s in Ferara die hij, in opdracht van de hertog, in een plaatselijk paleis heeft geschilderd. De nogal hoogmoedige Franceso heeft in zijn schilderpraktijk te maken met een weerbarstige opdrachtgever, een eigenzinnige assistent en een geniale concurrent.
Smith laat Francesco met een visionaire blik naar de hedendaagse George (zoals Georgia wordt genoemd) kijken. Haar moeder is onlangs overleden en het verdriet zorgt dat het gezin in een wat losgeslagen toestand achterblijft: een alcoholische vader en een gevoelig broertje geven George een grote verantwoordelijkheid. In haar eenzame momenten denkt ze terug aan de reis met haar moeder naar Ferara, waar ze de fresco’s van Del Cossa hebben bewonderd.
Dubbel
Het is de taal van Smith die in een wervelende stroom van woorden een impressionistisch beeld van de wereld geeft. De wijze waarop ze – met een eigenzinnig gebruik van interpunctie, die soms helemaal ontbreekt – de wederwaardigheden van de schilder optekent, het heen en weer bewegen tussen realiteit en visioen, is op een speelse en haast intuïtieve manier tot stand gebracht. In zijn verbeelding beschouwt Francesco George in haar stille rouw terwijl hij ondertussen werkt aan het realiseren van zijn eigen fantasie op de muren van het paleis: ‘want het leven van schilderen en scheppen is een kwestie van tweevoudige kennis waardoor je eigen handen jou een wereld onthullen waarvoor je geestesoog, je bewuste oog, vaak blind is’.
Die dubbelheid in perspectief vormt tevens de basis voor deze roman. George wordt in Ferara door het werk van Francesco gegrepen en probeert zoveel mogelijk informatie te verzamelen om een werkstuk over de kunstenaar te maken. Op dit punt aanbeland brengt Smith een nieuwe laag aan in het verhaal: wordt het leven van Francesco door George beschreven met de vergaarde kennis of vanuit haar verbeelding? Wat was er eerst? Vervolgens wordt duidelijk dat de omdraaiing van de twee boekdelen een uitgekiende strategie van de schrijfster is.
Gaan dingen gewoon weg? zegt haar moeder. Bestaan dingen die zijn gebeurd niet, of niet meer, alleen omdat wij ze niet voor onze neus kunnen zien gebeuren? Ze bestaan niet meer als ze zijn afgelopen, zegt George.
Seksen
Het een als het ander gaat vooral over kijken en bekeken worden. In een grote zwaai worden tijdgrenzen overschreden en vervlecht Smith twee werelden die veelal bestaan uit dubbele elementen die in beide verhalen voorkomen. Dat ze hier vooral de identiteitsverwarring tussen de seksen een grote rol geeft is, gezien haar eerdere werk, niet verwonderlijk. Ook George, met haar jongensnaam, raakt in verwarring op het moment dat haar vriendin H. haar probeert te zoenen. Of is dit slechts de verbeelding van de beschouwer?
Met enige gekunsteldheid heeft Ali Smith een roman geschreven die in taal en inhoud een behoorlijke opgave zal zijn voor menig lezer. Hier geen lineaire vertelling met een kop en een staart, maar een avontuur dat de zintuigen op de proef stelt en fantasie en werkelijkheid indrukwekkend samenvoegt. Of beter gezegd, zoals George het geheel weet samen te vatten: ‘maar er is altijd meer te zien, als je kijkt’.