Activistisch theater met passieve conclusie
Het Westen wordt bestuurd door een racistische miljonair. Zijn kabinet is een bonte verzameling van islamofoben, antisemieten, homofoben en ontkenners van klimaatverandering. In amper twee maanden is de pers tot volksvijand verklaard en dreigen moslims geweigerd te worden aan de Amerikaanse grens. Als er een tijd is om te protesteren, is het nu.
Wie is Angie O?
In een tijd van internationale protesten tegen het Witte Huis maakt het Duitse gezelschap andcompany&Co de ‘agit-prop musical’ Not my revolution,if…: Die Geschichten der Angie O. Hierin worden de activistische bewegingen van de afgelopen jaren onder de loep genomen. Angie is een fanatieke activiste die de wereld rondtrekt om te strijden tegen het neoliberalisme. Overal waar ze komt, zet ze haar tent op en mobiliseert groepen op social media. Haar tent is het enige teken van haar aanwezigheid, en verwijst tegelijkertijd naar de ongelijke rijkdomsverdeling van het Westen: het leeuwendeel voor de top, de armoede voor de meerderheid. Daarnaast zweeft een O, of wellicht een nul. Naast de grote neoliberale piramide hangt de O van een revolutie die overal en nergens is, openbare ruimtes tijdelijk bezet en zich organiseert in cyberspace.
Bescheiden revolutie
Wie van Not my revolution een pleidooi voor activisme verwacht, komt echter bedrogen uit. De vier activist-acteurs (want acteren is, in de woorden van acteur Vincent van den Berg, ook een beetje activisme) leren dat het neoliberalisme overal is, ook in hun eigen alternatieven. Hun koffietent, die vanuit een utopische gedachte van verbroedering is opgericht, is evengoed een bedrijf waar winst gemaakt moet worden. Angie O’s naam is een slimme verwijzing naar NGO’s: organisaties die onafhankelijk zijn van de overheid en zich hard maken voor maatschappelijke belangen, maar in de basis evengoed hiërarchische organisaties zijn met een leider aan de top. Zelfs knuffels zijn niet gratis, waarschuwt Krisjan Schellingerhout. Aan alles hangt een prijskaartje.
Het is opmerkelijk dat deze performance ‘agit-prop’ genoemd wordt, terwijl er niet geagiteerd wordt. Agit-prop is propagandistische kunst, bedoeld om de urgentie van een politiek standpunt te belichten. Not my revolution haalt op verschillende momenten uit naar het neoliberalisme: de verschillende jaartallen waarin economische malaises plaatsvonden, worden in een protestlied opgesomd. De eerder beschreven piramide is een constante reminder aan de ongelijke inkomstenverdeling in het Westen. Dat het systeem failliet is moge duidelijk zijn, maar een oproep om hier tegen te ageren blijft uit. De performers van andcompany&Co zetten eerder vraagtekens bij de effectiviteit van activisten. Hoe kunnen zij zich verzetten tegen het systeem waarin ze zijn opgegroeid? Hoe kunnen ze neoliberalisme van zich afwerpen als hun eigen mentaliteit neoliberale trekken vertoont?
Andcompany&Co werpt een intrigerend vraagstuk op, maar neemt mijns inziens wel een erg berustend standpunt in. Waarom immers demonstreren als je bij voorbaat weet dat je onderdeel van het probleem blijft? Not my revolution is gemaakt in de stijl van een activistische theatervorm, maar houdt een daadwerkelijke activering op afstand. Zonde. Is het belang om te demonstreren, desnoods tegen beter weten in, juist nu niet urgenter en moet het niet juist nu benadrukt worden? De figuren die de revue passeren neigen bovendien een stereotype van de linkse demonstrant te bevestigen. We zien enigszins naïeve, koffiedrinkende hipsters en kunstenaars die zich afvragen waarom ze het neoliberalisme bekritiseren, als ze niet eens hun eigen belastingaangifte begrijpen. Het zijn te eenduidige clichés die suggereren dat demonstranten niet daadwerkelijk begrijpen waar ze tegen protesteren. Zo komt Not my revolution in een vreemde kronkel terecht: het schept de verwachting te activeren, maar is in de kern terughoudend.