Muziek / Album

Het Roosbeefgeluid

recensie: Roosbeef - Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten

.

Alleen al de titel van dit debuut album van Roosbeef laat aan de luisteraar weten: dit is een origineel werkstuk. En dat maakt de twintigjarige Roos van Rebergen met haar oorspronkelijke liedjes dan ook helemaal waar. Natuurlijk is Roosbeef een band, maar de groep voert liedjes van Roos uit. Zij is de spil van de band en met haar opvallende knalrode haar is ze een aparte verschijning.

Roosbeef komt niet zomaar uit de lucht vallen. In 2005 wonnen ze de Grote Prijs van Nederland. Maar nu, ruim drie jaar later, is er het eerste volwaardige album van de band. De ep uit 2006, Bouwvakkers, is slechts in kleinere kring beschikbaar geweest. Twee liedjes van die ep vinden we in een nieuwe versie terug op dit debuutalbum. Op Bouwvakkers waren er naast de Nederlandstalige liedjes ook twee Engelstalige nummers te vinden. De Engelse songs waren duidelijk minder sterk. Zeker als je nu naar dit debuutalbum luistert, blijkt de keuze voor het Nederlands de juiste geweest te zijn. Zowel vocaal als instrumentaal heeft de band zich uitstekend ontwikkeld en de Nederlandse liedjes staan als het spreekwoordelijke huis. De stijlevolutie heeft Roosbeef gebracht naar een zeer eigen geluid.

Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten opent met misschien wel het mooiste Nederlandstalige liefdesliedje ooit. ‘Onder invloed’ gaat niet over drankgebruik maar gaat over het dronken zijn van liefde voor die ander. Mooier kun je het toch eigenlijk niet verwoorden! Veel van de teksten van Roosbeef zitten vol met dit soort onverwachte tekstuele wendingen. De tekst van ‘Jongen gaat het leger in’ verhaalt van het inpakken voor een uitzending waarbij ook de zonnebrand mee moet: ‘het lijkt wel vakantie’. Of het aandoenlijke verhaal van ‘Boerderij’ waarbij ‘de boerderij krijgt een spuitje’ staat voor het slopen van deze bakerplaats van de liedjes van Roos. Ze woonde er met haar ouders en daar begon het schrijven van liedjes en muziekjes. In het vervolg ‘Boerderij (deel II)’ gaat ze in op de periode na de sloop van de boerderij. Ze belicht hier de herinnering en de veranderingen.

Nieuwe luisterervaring

Het gevoel dat opkwam bij het beluisteren van dit album van Roosbeef is als dat bij de eerste beluistering van het debuutalbum van de groep Braak, Suite voor een hypochonder, lang geleden: dit is iets nieuws, dit heb ik niet eerder gehoord. Het is altijd mooi als een artiest dat teweeg weet te brengen, een nieuwe luisterervaring door een uniek geluid. Net als Braak zingt Roos in het Nederlands en heeft ze erg eigenzinnige teksten. Het nieuwe zit hem vooral in het pratend zingen in combinatie met de begeleiding, soms rockend, soms licht ondersteunend. Die stem en intonatie van Roos zijn essentieel voor het specifieke geluid van Roosbeef. Sinds de ep Bouwvakkers heeft de band meer en meer een eigen stijl ontwikkeld.

Natuurlijk heeft Roos een voorbeeld in Spinvis en zelfs de vader van de Nederlandstalige pop- en protestliedjes, Boudewijn de Groot, kan aangewezen worden als inspiratiebron. Roosbeef is vooral eigenzinnig en een beetje tegendraads door de originele teksten en voordracht. Een plaat die iedereen die van melodieuze zang houdt snel terzijde zal leggen. Een heerlijkheid voor degenen die van ‘net iets anders’ houden.