Russische cineast brengt opnieuw existentiële thema’s tot leven
.
De film start met een onhebbelijkheid die arthouse-cinema kenmerkt, namelijk het minutieus in beeld brengen van handelingen die weinig tot niets aan het verhaal toevoegen. Er zijn cineasten, Béla Tarr en Sharunas Bartas schieten me te binnen, die dit op zo’n manier in beeld brengen, dat dit wel fascineert. De meeste regisseurs gaan helaas mank op dit vlak, zo ook Zvyagintsev. Misschien is het zijn conservatisme, dat wel in zijn plattelandsfilms werkt, maar niet in een stadsdrama. Dit strakke en fantasieloze stads landschap spreekt in dit geval niet tot de verbeelding. Al snel dringt zich een gevoel van een gebrek aan het verhaal op. Zeker, wanneer het uitbeelden van allerhande handelingen de gehele film doorgaan. Wat maakt dat de ene regisseur de kijker hierin mee kan nemen en de andere niet? Dit is een interessante vraag!
De vrouwelijke personages spelen een belangrijke rol in deze film. Naast Elena is er de dochter van Volodya, Katya genaamd. Zij is neergezet als een hedonistische vrouw. Het leven gaat haar voor de wind en ze maakt zich niet zo druk om haar ontbrekende moraal. Elena stelt zich ogenschijnlijk afhankelijk op ten opzichte van Volodya, maar zij blijkt op eigen wijze haar weg te vinden. Daarnaast vertegenwoordigen Elena en Katya twee verschillende generaties die met elkaar in conflict zijn. Waarover Volodya geen macht heeft. Dit wordt treffend door Katya’s gedrag en redenaties in beeld gebracht: “Rotte genen geven rotte kinderen”. Dit gegeven staat symbool voor de staat waarin Rusland op dit moment verkeert. De staat die moeilijk bij machte is om de corruptie te bestrijden en zelf eveneens corrupt is. Volgens de regisseur een thema dat zich in alle tijden en samenlevingen voordoet.