Muziek / Album

Gecultiveerde desorganisatie

recensie: Crystal Antlers - Two-Way Mirror

Als de internationale website Pitchfork je als nietsvermoedende punkband tot ‘Best New Music’ bombardeert bij je debuut-ep (op cd-r), kan dat weleens een doodvonnis betekenen. Dit is bij Crystal Antlers gelukkig niet het geval.

In veel gevallen leidt een uitermate positieve recensie door een grote website als Pitchfork tot overspannen en krampachtige verwachtingen. Dat kan zo zijn negatieve effecten hebben op de creativiteit en onbevangenheid van een band. En juist bij een schreeuwerige garageband als Crystal Antlers zijn onbevangenheid en spontaniteit onmisbare eigenschappen van hun muziek. Gelukkig bewijzen ze op Two-Way Mirror dat ze eigenzinnig en eigenwijs genoeg zijn om zich niet al te druk te maken over de verwachtingen van pers en publiek.

Gekanaliseerde frustraties en woede

Crystal Antlers lijkt zelfs zó nuchter te zijn, dat ze niet in de rats zaten toen hun platenmaatschappij de geest gaf wegens financieel noodweer. Ze namen gewoon zelf hun derde plaat op en brachten hem daarna ook zelf uit. Die autonome insteek past perfect in het Do-It-Yourself-discours waarbinnen de band opereert.

~

Voor iedereen die de debuut-ep en de opvolger Tentacles kent, is deze nieuwe langspeler wellicht wat wennen. In eerste instantie lijkt de grootste agressiviteit en rauwheid er een beetje vanaf. Dat dit gegeven niet leidt tot een minder opzwepend werk blijkt bij latere luisterbeurten. Het is weliswaar zo dat de overweldigende onstuimigheid en anarchie van eerder werk iets is teruggedraaid, maar een beter doordacht geluidsbeeld en meer aandacht voor melodie maken dit gemis ruimschoots goed. De bijtende furiositeit is nog steeds ruimschoots vertegenwoordigd in de muziek. Die is enkel weldoordachter ingebed in songstructuren en instrumentatie.

Psychedelisch en wazig geluidsbeeld

Wat ook opvalt aan deze laatste release van Crystal Antlers is het nevelige geluidsbeeld. Vooral de vocalen lijken weggestopt achter een laagje gruis. Alsof de P.A. in de oefenruimte niet helemaal goed stond afgesteld, maar de band dat effect wel mooi vond. Verder versieren nerveuze en repetitieve gitaarlijntjes de nummers, die het geheel een ophitsende en psychedelische sfeer meegeven.

De plaat opent sterk met ‘Jules’ Story’. Meedogenloos drumwerk van het type van-dik-hout-zaagt-men-planken en een compositie die niet lijkt te kunnen kiezen welke kant ze op wil. Een fijn en opruiend begin dus. De daaropvolgende nummers hebben dezelfde onrust en verbetenheid. De gelaagde gitaarpartijen en gejaagde drums verklanken de woede die altijd aanwezig is in de zang op een mooie manier. Dat er naast al dit geweld nog ruimte is voor ontwikkeling binnen de songs is met recht een knappe prestatie te noemen. Speciale aandacht dan nog voor het nummer ‘Summer Solstice’. Na een intro met hypnotiserende noise en glazige toetsen stuwen de drums het nummer verder. Hierna evolueert de track door gebruik van melodieuze gitaarpartijen en een gepijnigde en ontroerende vocale eruptie. Het liedje vormt zo een perfecte samenvatting van de capaciteiten van de band.

Ook in deze recensie dus een positieve bespreking van Two-Way Mirror door Crystal Antlers. Van commentaar trekken ze zich klaarblijkelijk toch niks aan. Het is te hopen dat deze gezonde attitude nog een aantal mooie platen op mag leveren.