Een kunstkenner met een onbevangen blik
De kunstsector staat volop ter discussie. Volgens sommige critici zou de kunstsector te veel op zichzelf gericht zijn en daardoor alleen interessant zijn voor een elitaire groep kunstkenners. Bianca Stigter maakt in haar nieuwe boek Per ongeluk expres gehakt van deze opvatting.
Wat is de overeenkomst tussen webcams, Antoni van Leeuwenhoek, Mama Appelsap en Alain Delon? Ze vormden voor Bianca Stigter alle vier aanleiding tot het schrijven van een fascinerend betoog over kunst. In haar boek Per ongeluk expres is een groot aantal van Stigters columns voor NRC Handelsblad gebundeld. Wie al haar columns achter elkaar leest, kan geen andere conclusie trekken dan dat kunst overal te vinden is, als je maar goed om je heen kijkt.
Hoge en lage cultuur
Er gaat bijna geen discussie over kunst en cultuur voorbij zonder dat het verschil tussen hoge en lage cultuur wordt aangehaald. Met deze twee begrippen wordt het contrast tussen elitaire kunstvormen en populaire cultuur aangeduid. Hoge en lage cultuur lagen ooit mijlenver uit elkaar, maar de grens tussen de twee is inmiddels voor een groot deel vervaagd.
In haar inleiding geeft Stigter aan dat ze soms behoefte heeft aan kitsch; aan een detective of een televisieserie. Met ‘kitsch’ lijkt Stigter lage cultuur te bedoelen. Ze is echter van mening dat ze alleen maar van kitsch kan genieten dankzij (haar kennis van) hogere kunstvormen. Als voorbeeld noemt Stigter de muurankers die in oude woningen in de Jordaan te vinden zijn. Ze meent dat ze deze muurankers kan waarderen omdat ze bekend is met het werk van Malevitsj en Mondriaan.
Stigter wekt aan het begin van haar boek de indruk dat ze onderscheid maakt tussen hoge en lage cultuur – of kunst en kitsch – maar uit de rest van haar boek blijkt juist dat ze zich niet laat beïnvloeden door de heersende conventies in de kunstwereld. Stigter vermengt hoge en lage cultuur schijnbaar achteloos: ze schrijft over het werk van de kunstenares Rachel Whiteread en dichteres Forough Farrokhzad, maar beargumenteert in haar boek ook waarom George Clooney de nieuwe Cary Grant genoemd kan worden. Bovendien schrijft ze over de schoonheid van sneeuw, fazantenveren en hoofdhaar. Voor Stigter is alles wat mooi is kunst.
Enorme kennis, maar toch onbevangen
Wie snel door Per ongeluk expres heen bladert kan de indruk krijgen dat het boek niet veel meer is dan een opsomming van Stigters persoonlijke smaak: van kunstwerken en films tot architectuur en natuurverschijnselen. Stigter wekt de indruk volkomen onbevangen naar de wereld te kijken en alles wat ze mooi vindt te beschrijven in haar columns, waarbij ze zich niet laat beperken tot voor de hand liggende kunstvormen. Schoonheid is niet alleen te vinden in elitaire kunstvormen; Stigter schrijft over alles waarin ze schoonheid ontdekt.
Toch doet deze omschrijving geen recht aan Stigters boek. Haar boek is veel meer dan een lijst van mooie dingen. In iedere column laat Stigter namelijk, ongeacht het onderwerp, blijken dat ze over een enorme kennis van kunst beschikt. En niet alleen van kunst; ook van politiek, geschiedenis en filosofie. Deze kennis zet ze niet te pas en te onpas in, maar doseert ze zorgvuldig. En daarin ligt Stigters talent: ze kan ondanks haar grote kennis onbevangen naar de wereld kijken en haar bevindingen in verband brengen met wat ze al kent en weet. Dat maakt Per ongeluk expres meer dan een opsomming van persoonlijke voorkeuren; het is een ode aan alle schoonheid die om ons heen te vinden is – als je maar goed kijkt. Kunst is dus voor iedereen bereikbaar.