De grens tussen waan en werkelijkheid
Voor ik ga slapen is een matig onderhoudend werk, dat ondanks zijn vlotte vertaling met de helft van zijn bladzijden had volstaan voor zijn voornaamste kwaliteit: de schildering van acute paranoia.
Over de plot kan weinig meer worden gezegd dan dat de vrouwelijke ik-figuur Christine als gevolg van een traumatische ervaring elke dag weer haar gehele geheugen kwijt is en deze lacune probeert te ondervangen door het bijhouden van een dagboek. Zij krijgt steeds sterker het vermoeden dat zij hierin wordt tegengewerkt, maar door wie? De ellendige situatie waarin zij zich bevindt, wordt toch onvoldoende verklaard door de verhalen van haar echtgenoot… Het wordt steeds lastiger om waan van werkelijkheid te onderscheiden. Meer vertellen zou de eigenlijk weinig ingewikkelde plot meteen weggeven.
Thriller met detective-trekken
Dat lijkt een goed teken: het verhaal wil blijkbaar niet alleen steunen op de vraag wie het gedaan heeft, maar wil ook de existentiële angst niet te weten wie je bent uitdiepen. Deze soms acute paranoia – wie ben ik, wie is die man naast mij in bed, is dit lichaam van mij? – is verdienstelijk neergezet in deze psychologische thriller. Hiermee wordt het verhaal meer dan een ouderwetse plotgedreven Agatha Christie, al ontbreekt ook in dit boek de obligate, allesverhelderende scène niet, waarin een deus ex machina alles naar redelijkheid verklaart.
Het werk is zeer kundig en vlot vertaald in gemakkelijk en eigentijds Nederlands door Caecile de Hoog; het leest dan ook als een trein. Het werk pretendeert geen literatuur te zijn. Daarvoor zijn de nevenfiguren te oppervlakkig aangezet, daarvoor is de stijl en woordkeus te simpel en te zoet, al geven enige gedeelten blijk van adequate inleving in het geestesleven van een vrouwelijke hoofdfiguur. Een vrouw, bovendien, die haar werkelijkheid, haar gezinsverband incluis eigen lichaam elke dag opnieuw moet leren kennen:
Ik kleedde me lanzaam uit, vouwde mijn kleren op en legde ze op de stoel naast het bad. Naakt bekeek ik mijn vreemde lichaam in de spiegel. Ik dwong mezelf naar mijn rimpels te kijken naar mijn uitgezakte borsten. Ik ken mezelf niet, dacht ik. Ik herken noch mijn lichaam, noch mijn verleden.
Wacht maar op de film
Het merkwaardige ziektebeeld van Christine, deels letterlijk overgenomen uit het leven van Clive Wearing, samen met het gegeven dat zij tegengewerkt wordt, geeft de schrijver ogenschijnlijk carte blanche om elk hoofdstuk helemaal opnieuw te beginnen met het verhaal: het zou tenslotte allemaal toch allemaal maar ingebeeld kunnen zijn. Hierin schuilt de zwakte van de opbouw van het verhaal: waar Agatha Christie goed was in het vasthouden van plotgedreven spanning, verliest Watson het momentum. Het had sneller gemogen, want de lezer ziet te overduidelijk aankomen wat volgen gaat.
Had de schrijver zich gehouden aan zijn kernidee, namelijk het schilderen van de bij vlagen lichamelijke beknelling die paranoia met zich meebrengt, dan was in elk geval de afloop sterker geweest. Voor ik ga slapen is uitstekend geschikt als basis voor een korte horrorfilm. Laat de zoetigheid van het dokterromannetje weg, laat de detective-plot weg en het script ligt klaar voor iets echt spannends.