Zenuwruis
Is Ape de zoveelste film die gaat over psychologische problematiek, geschoten in een realistische stijl die gemeengoed is geworden na de Dardenne-broers? Die vraag kan bevestigend beantwoord worden, maar Ape is meer dan een toevoeging aan een hele reeks van middelmatige arthouse-films.
Je kent het. Een film die opent in media res. Een camera die zich vervolgens op de huid van een personage richt. Claustrofobisch dichtbij. Karakters die lijden aan psychische problemen die maar onduidelijk te verklaren zijn, terwijl de onderlinge communicatie maar moeizaam verloopt. Vanaf de opkomst van een bepaalde stroming van de arthouse-cinema in de jaren vijftig wordt het moderne bestaan zo gevangen: als een hel gekenmerkt door vervreemding, eenzaamheid en het wegvallen van zingeving en empathie. Aan de grondslag van dit wereldbeeld ligt de cinema van Antonioni en Bergman evenals de boeken van existentialisten als Camus.
Gegeneraliseerde arthouse
Vanuit die optiek gezien is Jesper Ganslandts Ape geen vernieuwende film. Ape sluit naadloos aan bij Europese arthouse-films zoals Le fils tot aan het recente Aurora. Ape is een film die de pretentie heeft om de werkelijkheid te registreren en gooit alle overbodige stilistische ballast (een emotioneel manipulatieve soundtrack, verklarende voice-overs en praktische flashbacks) overboord. Daarvoor in de plaats is Ape gefilmd in lange shots en volgen losstaande gebeurtenissen elkaar op. Het verhaal van Ape draait om een rijinstructeur die op een dag thuis wakker wordt in een plas bloed. Hij wordt vervolgens gevolgd, terwijl hij gehaast naar zijn werk gaat, sport en winkelt. De spanning die onder de oppervlakte borrelt is echter altijd aanwezig. Acteur Olle Sarri weet dit perfect over te brengen als een brok gespannen zenuwen, terwijl de dag vordert en hij zich realiseert wat er gebeurd is.
Commercieel artistiek
Wat je je als kijker wel realiseert aan het einde van Ape, is dat een bepaalde stroming binnen de arthouse-cinema misschien alleen nog aan zeggenschap kan winnen door op de juiste wijze elementen over te nemen van commerciëlere genrecinema. Films zoals Aurora en Persécution lijken voor een weg te kiezen waar meer van hetzelfde wordt getoond zonder concessies te doen aan de kijker. Toch is het eindresultaat en de boodschap bijna identiek als je het vergelijkt met Ape. Het is daarom de vraag in hoeverre er nog plaats zal zijn voor echte auteurscineasten die een eigen stijl en signatuur willen ontwikkelen die losstaat van de beperkingen van genres. Ape is in dat opzicht een film die binnen duidelijke en herkenbare kaders past, maar zeker niet zo eigenzinnig is als je zou hopen van een nieuwe filmmaker. In het huidige filmklimaat lijkt het genre echter op commercieel en artistiek gebied dominant.