Brave academici schetsen genuanceerd beeld over Koran
In De Koran voor beginners hebben de academische islamkenners Robbert Woltering en Michiel Leezenberg zich voorgenomen een nuchtere kijk te bieden op de eeuwenoude heilige tekst. Spannend wordt het nergens, inleidend is het wel.
De islam is in de mode. Wie zich naar de boekhandel begeeft, treft daar inmiddels een keur aan (inleidende) werken aan over de godsdienst. In het licht van die mode is ook dit werkje geschreven, dat vooral een relativerende en nuancerende toon wil laten horen als tegenwicht van het negatieve beeld dat bepaalde politieke stromingen en media schetsen. De auteurs behandelen de ontstaansgeschiedenis en de theologie van de tekst, en besluiten met een korte retorische discussie waarin ze zich afvragen of de Koran nu een haatpamflet is of een heilig boek.
Heilige moeilijkheden
Het moeilijke aan de Koran is dat er 1400 jaar aan geschiedenis op leunt en dat het gaat om een tekst die op talloze verschillende manieren beleefd wordt als heilig. Dat maakt het per definitie erg lastig om deze tekst neutraal te beschouwen vanuit een academische zetel. De betekenis van geloven en de persoonlijke waarde van iets wat heilig is, is als buitenstaander namelijk nooit werkelijk te vatten. Wat de auteurs rest is een eigen interpretatie waar typische buitenstaanderzinnen als ‘om op lange termijn succesvol te zijn, moet een heilig boek polyinterpretabel zijn, en iets raadselachtigs hebben’ de boventoon voeren.
Een voorbeeld uit het boek dat aangeeft hoe moeilijk het interpreteren is, is de vraag hoe de Koran uitlegt hoe moslims moeten omgaan met ongelovigen. Naar gelang hoe je het opvat en welke passages je leest kan dat verzoenend, bekerend of met het geheven zwaard zijn. Al doen de auteurs hun best ook hier telkens de nuance aan te brengen, je krijgt als lezer het gevoel dat je feitelijk met alle nuancerende argumenten geen schijn van kans maakt tegen iemand die op grond van de Koran het zwaard wil heffen tegen ongelovigen.
In de gehele inleiding is het interpretatiespel doorlopend terug te vinden. Of het nu over homoseksualiteit gaat, de plaats van de vrouw of het opvatten van de (straf)wet. De zogenoemde ‘abrogatieleer’ maakt het allemaal nog iets ingewikkelder. Deze leer beoogt moeilijkheden met conflicterende koranverzen op te lossen door oude verzen af te schaffen ten faveure van latere verzen. Hierdoor kan het zijn dat bepaalde wetten vervallen ten kosten van nieuwe, maar ook dat verzoende verzen worden vervangen door minder tolerante opvattingen. Zoals iedere academicus dan weet en ook de auteurs: let altijd goed op de context en bekijk goed wat de opvatting toen beoogde. Maar met een goddelijke tekst is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
Weldenkend
Het boek sluit af met een korte discussie waarin Geert Wilders een pak op de broek wordt gegeven. Dit slotstuk voegt niet heel veel toe en lijkt vooral bedoeld om het boek een actuele lading mee te geven. Ieder weldenkend mens snapt dat bij Wilders de nuancering volstrekt ontbreekt, Fitna niet bepaald een inhoudelijk hoogwaardig cinematografisch document is en alle islamretoriek voornamelijk dient als onderdeel van een politiek spel waarin hij zo opgaat dat het karikaturale op de loer ligt. Het lijkt bovendien onwaarschijnlijk dat de mensen die deze inleiding uit de schappen halen fanatieke Wildersaanhangers zijn, die soms wel wat relativering kunnen gebruiken.
De Koran voor beginners is dan ook vooral bedoeld voor mensen die iets van bagage wensen juist waar de nuance ontbreekt of ongefundeerd fanatisme en vooroordelen de discussie beheersen. Echt klaar voor het moeilijke islamdebat of een filosofische dialoog over tolerantie, verdraagzaamheid en vrijheid binnen religie is men na het lezen van dit boek echter niet, maar dat is misschien ook niet het doel van deze inleiding. Wie daar behoefte aan heeft kan altijd nog Spinoza’s Theologisch-politiek traktaat of Lockes Brief over tolerantie ter hand nemen.