Van snuiven tot godsdienstwaanzin
Jesco White groeit op in de landelijke en armoedige Appalachen in West Virginia. Hij ontpopt zich in razend tempo van jochie dat maar niet wil deugen tot psychiatrisch patiënt. Periodes van kalmte in zijn leven ten spijt, brengt hij zichzelf met een mix van zelfdestructie en godsdienstwaanzin ten onder — een talent voor ‘bergdansen’ ten spijt…
Mountain dancing
Jesco’s vader is een lokaal fenomeen op het gebied van mountain dancing; een soort mix van tap- en volksdansen. Hij leert dit zijn zoon, in de hoop dat deze hiermee rust in zijn hoofd krijgt. Helaas. Nadat Jesco enige tijd in een psychiatrisch ziekenhuis heeft gezeten en zijn vader inmiddels op brute wijze is vermoord, pakt hij de dansdraad weer op en blijkt daarin niet onverdienstelijk. Met een gitarist toert hij met zijn hillbilly-tapdansact langs kroegen in de omgeving. Op een avond is hij van plan een dame die hem een lift geeft te beroven, maar in plaats daarvan wordt hij verliefd op haar. De relatie met deze Cilla (Carrie Fisher. Jawel: prinses Leia uit Star Wars) brengt zijn leven lange tijd in rustiger vaarwater, maar zoals altijd bij hem het geval is fluistert de duivel hem onzalige ideeën in.
Overgave
De mix van lullig dansen, drugsgebruik, godsdienstwaanzin en grof geweld mag dan een aparte zijn, hij werkt wel. Voor een groot deel komt dat door de redelijk ingehouden stijl van debuterend regisseur Dominic Murphy. Zijn bijna monochrome beelden en de effectieve toepassing van een eclectische en vuig rammelende soundtrack dienen als speelveld voor de nog onbekende Edward Hogg (net als Murphy opvallend genoeg een een Brit), die vol overgave, fenomenaal een maniakale White neerzet. Waanzin was zelden zo overtuigend. De godsdienstige donderpreken die constant als donkere wolken boven het armoedige Appalachische berglandschap hangen, blijken hierbij uiteindelijk profetische waarde te hebben.
Lees hier een interview met de regisseur.