Reinigingsadvies, een schone bundel
Marcel Möring is geen vreemde in de wereld van het woord. Zijn werk kreeg over het algemeen positieve kritieken. Hij debuteerde in 1991 met Mendel’s erfenis (inmiddels Mendel geheten) en publiceerde daarna nog vier romans. Van die romans werd Het grote verlangen (1994) bekroond met de AKO-literatuurprijs en voor In Babylon (1998) ontving Möring zowel de Gouden Uil als de Jonge Gouden Uil. Dat er meer uit Mörings pen vloeit dan romans alleen, blijkt uit zijn essaybundel Lijdenslust (2006) en de onlangs verschenen gedichtenbundel Reinigingsadvies.
Reinigingsadvies bestaat uit 48 gedichten, waarvan de meest lijvige zich in het midden van de bundel ophouden. Wat zijn stijl betreft, neigt hij naar de Maximalistische poëzie van Joost Zwagerman, zij het dat de opgenomen gedichten niet zo bandeloos zijn als die van de laatstgenoemde in zijn Roeshoofd hemelt (2005). In vergelijking met Zwagerman is Mörings taal als ingeklonken klei en daarbij een stuk preciezer.
Bij veel gedichten is sprake van een strak georkestreerde, semantisch associatieve opbouw. In het uit 33 regels bestaande ‘Genezing’ is dat bijvoorbeeld goed te zien. De supermarkt, waar de protagonist de ‘zij’ tegenkomt, wordt per regel steeds verder uitgetekend: ‘Toen ik hier pas woonde liep ze door de koffiestraat / of verderop waar steeds de blikken staan / met kattenvoer pampers aan de overkant aan het begin tv-diners’. Zo opent de eerste strofe en ongeveer zo opent ook de tweede, maar gelukkig gaat het niet vervelen, in tegendeel.
Muzikaal dictie
Een van de manieren waarop Möring je tijdens het lezen bij de les houdt, is het dictie dat hij hanteert: het is rijk, gevarieerd en fris. Zo lees je neologismen als ‘leugenjurk’ en ‘uitlaatgassengras’ tussen meer chique woorden of woordcombinaties als ‘futiliteit’, ‘avondlijk’ en ‘Shakespeariaanse sigaren’. Ook vind je in Reinigingsadvies heerlijke galgje-woorden terug, zoals ‘Picassobehang’, ’transistorradio’ en ‘modelspoorcatalogus’.
Sterk is Möring in de hantering van klank- en klinkerrijm, iets wat de hierboven genoemde samenstellingen al laten zien. Door het grotendeels ontbreken van interpunctie, maakt dit het taalgebruik niet alleen compact en poëtisch, maar ook uitermate melodieus. Een mooi voorbeeld zijn de eerste regels van het titelgedicht: ‘Vergeet mij was mij uit je kleren kam je haren onthaar je kam / schob de hoeken van de badkamer met een tandenborstel / borstel je kleren laat de kranen lopen gooi chloor / in de toiletten (…)’. ‘Reinigingsadvies’ kan een poëticale betekenis worden toegeschreven. Het gaat de dichter in dat geval om uit zijn taal te verdwijnen: alleen zijn gedichten blijven achter.
Krachtige beeldspraak, soms tegen wil en dank
De gehanteerde beeldspraak is krachtig, soms vervreemdend, maar altijd raak. Zo zijn de zonbeschenen marmeren treden in het gedicht ‘Terminus’ boter en is de nacht in het gedicht ‘Mein junges Leben had ein End’ (mogelijk naar het gelijknamige werk van de Deventerse componist Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621)) ‘niet een vrouw een moeder / een zuster maar een dronken vriend / die door de kamers zwalkt (…)’.
Soms lijkt Möring zijn beeldspraak tegen wil en dank te gebruiken, alsof het een toegeven is aan de poëtische behoefte van zijn lezers. Zo schrijft hij in het gedicht ‘Over zekerheid’: ‘Terug bij lamplicht (goed dan: als melk / gemorste melk)’. In ‘Jonas’ komt hij de lezer tegemoet wanneer hij tussen haakjes een beeldspraak uitlegt met een even zo mooi beeld – wat die beeldspraak overigens eerder versterkt dan tenietdoet: ‘Terwijl de duisternis een traag tij / af en aan spoelt (de branding van het laken) / drijven ze uit elkaar tot ze niets meer / horen van de dingen die ze zeggen’.
Ter afsluiting moet een van de mooiste gedichten van Reinigingsadvies genoemd worden. ‘Lofzang op het incomplete – voor Sam’ dat ontroerend en grappig is, barst van de mooie beelden, teer en tegelijkertijd eerlijk is. Het gedicht is te lang om hier af te drukken, dus je zult je de bundel ter hand moeten nemen. Geen moment zal het tegenvallen. Zo’n bundel is het.