Liefde voor de worstelende mens
Twee rode laarsjes en een bal in de sneeuw. Dat is het enige tastbare dat nog herinnert aan de kleine Edgar die op straat werd doodgereden. Toch heeft de dood van Edgar een grote impact op de straatbewoners. En op hun onderlinge relaties die door zijn dood een onverwachte wending krijgen.
Het laatste vuur is na Onschuld vorig seizoen de tweede tekst van de gelauwerde Duitse schrijfster Dea Loher die Alize Zandwijk bij haar RO-theater ensceneert. Loher is een typische Duitse schrijfster: ze bouwt indrukwekkende taalconstructies, speelt met de betekenis en de klank van de taal, maar blijft daarin altijd wat afstandelijk naar haar personages toe. Toch gaan haar stukken wel degelijk over gevoel, het gevoel van verlies en van hoop en wanhoop vooral. Net als eerder in Onschuld gaat ook Het laatste vuur over gewone mensen die op de een of andere manier greep proberen te krijgen op hun leven. In dit geval op het leven na de dood van een kind.
Simpelweg verdwijnen
Het laatste vuur toont aangrijpend hoe klein mensen zijn in het licht van een ingrijpende gebeurtenis. Alize Zandwijk versterkt dat gevoel door haar personages te laten ronddwalen over een witte sneeuwvlakte, waarin ze nog kwetsbaarder lijken dan ze al zijn. Al laat de sneeuw uiteindelijke zijn meedogenloosheid varen om plaats te maken voor wat opkomende bloempjes. Al weegt dat nieuwe groen niet op tegen de geknakte levens die aan het slot op het toneel achterblijven.
Tegen de klippen op
Vrolijk wordt je niet van de teksten van Dea Loher. Zelf zegt ze dat haar stukken altijd gaan over een eerlijker en gelukkiger wereld. Dat kan wel zijn, maar wat ze vooral laat zien is de worstelende kleine mens. Ergens hebben die teksten daarom ook ergens iets troostends, omdat ze laten zien dat mensen er uiteindelijk altijd, al is het tegen de klippen op, het beste van proberen te maken.
Om die situatie te schetsen gebruikt Loher veel taal, heel veel taal. Ze wil daarmee ongetwijfeld de ontoereikendheid van de taal laten zien, maar dat vergt van het publiek wel nogal wat uithouding en concentratie. De vlotte regie, het goede spel, en de uitmuntende tekstbeheersing van de acteurs helpen de toeschouwer daarbij. En af en toe is er gelukkig nog plaats voor een kleine glimlach. Vooral Bart Slegers als Peter weet met zijn rare zachte-g accent en zijn liefdevolle monologen over zijn hond Humbold lucht in de voorstelling te brengen. Maar het is Sylvia Poorta als moeder Susanne die aan het slot van de voorstelling diepe indruk maakt door de manier waarop ze in haar verslag van een vechtpartij tussen de geliefden Rabe en Susanne liefde, verdriet en wanhoop om voorrang laat strijden. Waar tot dat moment de acteurs en het publiek door Lohers tekst redelijk op afstand werden gehouden van de personages, vallen op dat moment de tekst van Loher en het diep doorleefde gevoel van het door Poorta gespeelde personage op indrukwekkende wijze samen. Het is alsof het gevoel van Poorta’s personage eindelijk door de tekst van Loher weet heen te breken, zoals dat sneeuwklokje door de sneeuw.
Het zijn de acteerprestaties en de subtiel bizarre enscenering van Alize Zandwijk als geheel die Het laatste vuur boven zichzelf laat uitstijgen, vooral ook omdat er zo’n sterk gevoel van liefde voor die worstelende stumpers onder zit. Hoewel minder grotesk dan Onschuld laat de voorstelling zien dat Dea Loher in Alize Zandwijk haar licht vervreemdend theater en met haar liefde voor de kleine mens een ideale partner heeft gevonden.