Boeken / Achtergrond
special: Interview met Rik Launspach

Het verhaal als voertuig

Begin dit jaar debuteerde acteur Rik Launspach met de roman 1953. Na jaren van acteren, wat hem overigens altijd uitstekend is bevallen, was het tijd eigen baas te worden en zijn eigen verhalen te ontwerpen. De ervaring die hij had opgedaan met het schrijven van toneelstukken en scripts, wilde hij nu inzetten voor een ander genre.

Hoe ben je op het onderwerp van de watersnoodramp gekomen?

~

‘Het onderwerp voor de roman 1953, de watersnoodramp in Zeeland, kwam niet uit de lucht vallen. Al heel wat jaren had ik, samen met mijn vrouw Marjolein Beumer, gewerkt aan scenario’s voor een verfilming van deze rampzalige gebeurtenis in Zuidwest-Nederland. Terwijl er over de Tweede Wereldoorlog een enorme hoeveelheid publicaties zijn verschenen, bleef het over deze historische periode literair stil. De financiering bleek lastig, maar door het beschikbaar komen van bepaalde Amerikaanse software werd het toepassen van special effects aanzienlijk goedkoper. Hoewel we uiteindelijk zelfs een toezegging van het Telescoopfonds hadden, bleef een sluitende financiering uit en dus de mogelijkheid tot filmen. In 2007 heb ik besloten er een boek van te maken. Toevalligerwijs kreeg ik een week nadat ik het manuscript had ingeleverd te horen dat nu dan toch de financiën rond waren voor een verfilming. De film verschijnt in het najaar onder de titel De Storm.’

Om te laten zien dat het acteurschap niet uit Launspachs bestaan is weggevaagd, speelt hij in deze film een kleine rol als de assistent van de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Hoe is het leven als schrijver je bevallen?
‘Het schrijven, het solitair bezig zijn, is me goed bevallen. De werktijden pas ik aan de huiselijke omstandigheden aan, ik schrijf wanneer de kinderen naar school of naar bed zijn. Om de voortgang te bewaken stelde ik mijzelf elke maand een deadline, die ik ook trouw aanhield. Minder plezierig vond ik aanvankelijk de periode van het redigeren. Over elke zin en passage had ik al goed nagedacht en schrappen voelde dan bijna als het euthanaseren van een baby.’

Is schrijven voor jou een innerlijke noodzaak?
‘Wanneer je de ambitie hebt om dingen op te schrijven, dan heb je een hele waslijst valkuilen waar je in kunt vallen. Zijn mijn zinnen niet clichématig, wordt het wel een coherent geheel, is het geen saai verhaal, klopt de vorm wel? Je moet bereid zijn in die kuilen te vallen en er ook weer uit te klimmen. Lange tijd ben je je eigen criticaster en pas in een later stadium komt de confrontatie met je redacteur. Ook dan moet je over vasthoudendheid en doorzettingsvermogen beschikken. Wil je het volhouden, dan kom je met het woord leuk niet ver. Het feit dat ik de roman heb afgerond, laat volgens mij zien dat er blijkbaar een innerlijke noodzaak tot schrijven was. Overigens heb ik nog een hele plank vol scripts die niet geproduceerd zijn, dat wijst ook wel op de behoefte om te schrijven, zelfs wanneer het beoogde doel uitblijft.’

Wist je van te voren precies hoe het verhaal er uit moest zien?
‘Ik heb voor de roman 1953 een schematisch raamwerk gemaakt, zodat de contouren en de richting van het verhaal steeds duidelijk bleven. Toch waren er zeker momenten waarop het verhaal zichzelf voortstuwde. Want al is de achtergrond een historische, het verhaal is fictief. Voor mij is het verhaal heel belangrijk, het moet verteld worden. Het verhaal is het voertuig, dat moet rijden. De route moet helder zijn, maar het is natuurlijk vooral de rit waar het om gaat, al moet er wel een doel zijn. Ik wilde in 1953 laten zien dat het leven niet altijd eerlijk is en dat een gevoel van schuld grote consequenties kan hebben voor het handelen van mensen. Je wilt als schrijver toch laten zien hoe het leven werkelijk is. Om dicht bij die werkelijkheid te blijven heb ik bepaalde plaatsnamen ook met name genoemd, zoals Zierikzee en Goes. De exacte situering van het verhaal is natuurlijk wel verzonnen, omdat je anders snel in discussies verzeild over of het wel echt zo is geweest.’

Dat laatste heeft Launspach met de film meegemaakt: bij de locatiekeuze voor de verfilming speelde religie een grote rol. Aanvankelijk was gekozen voor Stavenisse, maar de SGP vond dat er dan sprake was van geschiedvervalsing aangezien dit dorp geen ongehuwd zwangere meisjes kende.

Ga je door met schrijven?
‘Nu mijn debuut zo goed loopt, inmiddels zes drukken, en de recensies overwegend positief zijn, heb ik ook voor de nabije toekomst schrijfplannen. Eerst ga ik samen met Marjolein een roman schrijven, waarbij we ons vooral willen bedienen van hedendaags taalgebruik, dat kon natuurlijk niet in 1953. Ook voor daarna vormt zich al een idee voor een nieuwe soloroman. Ik kan in het schrijven nog een boel leren, dus ik kan nog wel even vooruit. Zo vraag ik me af in hoeverre ik me iets zal aantrekken van de conventies die er op schrijfgebied zijn, mijn natuur verzet zich eigenlijk tegen zo’n leidraad.’

Lees hier de recensie van 1953.