Sari’s & tulpen
.
Het zwaartepunt van het festival wordt gevormd door muziek en dans, maar er is ook veel aandacht voor film, fotografie, architectuur, beeldende kunst en literatuur. Het aanbod is net zo divers als de Indiase cultuur zelf. De grootste democratie ter wereld wordt wel vergeleken met een slome olifant door de vele bureaucratische hordes die het land nog heeft te nemen. Inmiddels is de slome olifant ontwaakt en is het land booming als de dienstverlener op het gebied van IT-technologie, maar de verschillen en contrasten zijn nog altijd erg groot. Een stukje daarvan is terug te zien in het Filmmuseum.
Bollywood & Nederland
Met drie programma’s en een tentoonstelling van filmaffiches, samengesteld door DJ Edo Bouman van de Bombay Connection, herleeft Bollywood. Lees de bordjes onder de stuk voor stuk bijzondere affiches en je krijgt gratis een prachtig overzicht van de (funky) Bollywoodgeschiedenis en trends van de jaren vijftig tot heden. DJ Bouman en een band bestaande uit 13 muzikanten – met strijkers, Indiase percussie en de sexy Indiase zangeres Najma Akthar – zijn te zien op 20 november in Paradiso als het Burmania Bollywood Funk Orchestra.
De films die het filmmuseum vertoont zijn onder te verdelen in drie programma’s. Nederland in Bollywood concentreert zich op Nederland als geliefd locatieland van Bollywoodproducenten. Voorbeelden van films die zijn opgenomen tussen de bollenvelden zijn Silsila (1981) en Prem Rog (1982). Daarnaast is ook de relatiekomedie Hum Tum (2004) te zien, die vooral door zijn vertaling van plekken en locaties voor Nederlanders hilarisch is.
Zwaardere kost
Het is een goed tegenwicht tegen het zware realisme van Satyajit Rays Apu-trilogie. Het drieluik van de Bengaalse Satyajit Ray (1921-1992) baarde in de jaren vijftig internationaal opzien doordat hij het leven van de gewone Indiër onder de loep nam. In de huidige beleving traag als stroop, maar met een intensiteit en belichting die nog steeds boeiend is. Het levensverhaal van Apu is vooral interessant door zijn eenvoud. Zowel de kinderen als de volwassen acteurs spelen realistisch en naturel. In het eerste deel groeit Apu op in het Bengaalse platteland, en gaat zijn vader naar de stad om geld te verdienen. In deel twee overlijden zijn ouders en in deel drie droomt hij ervan om schrijver te worden. De trilogie introduceerde de Indiase cinema destijds in het Westen, en het succes was mede te danken aan de muziek van Ravi Shankar.
De wereldberoemde sitarvirtuoos Ravi Shankar (1920) is het laatste onderdeel van het programma. In het Ravi Shankarprogramma zijn naast films waar hij de muziek voor schreef, onder andere Gandhi (1982), ook de BBC-documentaire Between Two Worlds (2001) over zijn leven en het prachtige A Concert for Bangladesh (1972) te zien. Voor diegene die de Indiase filmcultuur in een notendop wil ontdekken is het filmprogramma een mooie introductie en leuke opstap naar de rest van het festival.