Vastgeroest in Bergen
Wat is dat toch dat vakantievideo’s altijd zo amateuristisch overkomen? Ook de vakantievideo van Chres, Silo en Beer toont in eerste instantie schokkerige, net niet goed geschoten beelden van Schiphol, de bagage, rijen, een vrolijke close-up van iets te dichtbij van een hoofd dat zin heeft in de vakantie. Maar wat voor de vrienden begint als een gezellige wandelvakantie naar Noorwegen eindigt in een ontrafelde vriendschap.
is de nieuwe toneeltekst die Rob de Graaf schreef voor regisseur Eric Whien en acteurs Lard Adrian, Bram Coopmans en Ali Ben Horsting. De Graaf schetst daarin drie vrienden die jaarlijks met elkaar op wandelvakantie gaan. Gewoon, omdat ze dat elk jaar zo doen. Maar die midden-dertigers zijn in de loop der jaren enigszins uit elkaar gegroeid. Neem Beer (Bram Coopmans), de knorrige leraar. Hij heeft een doorsneeleven, met een doorsneevrouw, doorsneewerktijden en doorsneeverlangens. Hij heeft vastgesteld dat er nu eenmaal niet meer uit het leven te halen valt en hij heeft zich daar nukkig doch vastberaden bij neergelegd. In tegenstelling tot Beer zegt de licht-nichterige Silo (Ali Ben Horsting) nog alles uit het leven te willen halen wat er in zit. Hij wil uitdagingen zoeken, verrast worden. En Chres, de schrijver, is net verlaten door zijn lief en hoopt de liefde opnieuw te ontdekken bij Avelinde, conservator pre-industriële vaartuigen bij een museum. Bergen
Diagnose: een midlifecrisis bij alle drie patiënten, zij het met verschillende symptomen. Een andere uitingsvorm van die crisis is dat de heren vooral veel praten, maar weinig doen. Gewandeld zou er worden, maar geen poot wordt er uitgestoken, behalve om het eten aan te laten branden, stiekem te roken, nog een biertje open te trekken of een valium naar binnen te tikken.
De gesprekken worden gevoerd met lange, meanderende zinnen met hier en daar een onverwacht opduikende metafoor, zoals schrijver Rob de Graaf dat kan. Ze worden door de acteurs met een fijne, speelse terloopsheid gebracht die de tekst licht en open houdt. Met plezier schieten ze bovendien de one-liners het publiek in die De Graaf hier en daar in zijn tekst verstopt heeft. Regisseur Erik Whien heeft de mise-en-scène tot het minimum teruggebracht, waardoor niet alleen de tekst de volle ruimte krijgt, maar waardoor het ‘praten-praten-nooit-handelen’-karakter van de personages effectief benadrukt wordt. Het decor helpt daarbij aanzienlijk. De grote gele doos waarin we de vrienden door een smalle uitsparing zien zitten, beperkt de bewegingsvrijheid behoorlijk.
Niet alleen in de mise-en-scène zit weinig beweging, ook in de plot gebeurt hoegenaamd niets. De uitgangssituatie – drie mannen samen pratend in een huisje – verandert niet. Dat maakt, in combinatie met De Graafs lange zinnen, van Bergen bij tijd en wijle wel een trage en langdradige bedoening. Maar met alleen die constatering zou de voorstelling tekort worden gedaan. Daarvoor zijn de acteurs te leuk en het stuk (uiteindelijk) te vermakelijk. Bovendien is die statische situatie een slimme dramaturgische keuze van Whien, die zo een treffende metafoor lijkt te hebben gevonden voor de impasse waarin de vriendschap terecht is gekomen. Want het beeld dat de vrienden van elkaar hebben is zo vastgeroest dat enige persoonlijke ontwikkeling bij een ander niet meer opvalt of geen indruk maakt. Dat de idealist Silo eigenlijk een controlfreak geworden is met paniekaanvallen valt Beer en Chres nauwelijks op. En dat Beer het zat is door de anderen gepiepeld te worden, wordt met de mantel der liefde bedekt. Zelfs als de vriendschap op het punt staat definitief uit elkaar te vallen door het voortijdig vertrek van Beer, komt er niemand echt in actie. En op de videobeelden die constant op de achtergrond te zien zijn, is er al helemaal niets aan de hand: rustig eten de vrienden hun diner, poseren ze naast een waterval of kijken ze buiten naar de sterren.Het zijn de video’s die achteraf een leugenachtig beeld zullen geven van hoe geslaagd de vakantie was en hoeveel avontuurlijks er is gedaan. De gesprekken blijven in het vakantiehuisje achter. Net als het laatste restje jeugdige naïviteit dat Chres in de vorm van het speelgoedzwaardje daar achterlaat.
De voorstelling toert nog tot en met 23 november (zie speelschema).