Naastenliefde in de Indische buurt
.
Deze zomer verschenen er kort na elkaar twee fotoboeken over de Amsterdamse Indische buurt. De realiteit van het alledaagse leven staat mijlenver van de belevingswereld van politici en media, vinden de fotografen.
Wat is er met Nederland aan de hand? Die vraag stelde de wereld niet alleen na de moord op Theo van Gogh, maar leeft ook bij vele politici. De afgelopen weken waren criminele Marokkaanse jongeren in Gouda onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer. Het samenleven van mensen met diverse nationaliteiten en culturele achtergronden in dit land is niet langer iets dat wij al eeuwenlang met wisselend succes doen, maar lijkt een totaal mislukt experiment van de laatste decennia. Is dat de realiteit? Nee, zo stellen drie jonge fotografen uit de Indische buurt in Amsterdam.
Armoede
Maarten Tromp, zelf al zes jaar woonachtig in de wijk, begon in 2005 met het fotograferen van buurtgenoten om de sfeer van de wijk vast te leggen. Deze zomer was zijn fotoboek De buurman, z’n ex & de eigenaar van de wasserette. Beelden uit de Indische buurt, Amsterdam af. De Indische buurt is een multiculturele ‘Vogelaarwijk’ waar meer dan honderd nationaliteiten met elkaar samen leven en die zich volgens de fotograaf op een keerpunt bevindt: de buurt zit in de lift, is enigszins aan het veryuppen. Hoewel de wijk – naar Amsterdamse begrippen – betaalbaar is voor studenten en kunstenaars en zij dus ook richting de buurt trekken, zien we in Tromps beelden naast de diversiteit van de mensen niet veel yuppen maar juist armoede. Bij sommige mensen is die rauwe realiteit van het harde dagelijks bestaan duidelijk van de gezichten af te lezen. Foto’s die Tromp ’s avonds en ’s nachts maakte, maken een grimmige indruk; politielinten in beeld versterken deze sfeer.
Tegelijkertijd vragen Tromps foto’s om een nadere beschouwing. Niet alles is wat het lijkt. Dat blijkt bijvoorbeeld duidelijk uit het beeld van een groepje Hindoestaanse jonge mannen dat in een park loopt. De mannen kijken wat dreigend in de lens. En wat heeft die ene voorop nou in zijn hand? Het blijkt een cricketbat te zijn, waarschijnlijk hebben ze net een partijtje gespeeld. Het ziet eruit als een zonnige dag, eentje heeft zelfs zijn jas uitgetrokken. En die dreigende blik, dat is gewoon hoe mensen kijken als ze tegen de zon in turen. Tromp weet zo in zijn foto’s meerdere lagen aan te brengen, waardoor je als kijker weet: je kunt dus niet snel oordelen over een situatie.
Diversiteit
Het bleek Tromp vaak weinig moeite te kosten om de foto’s te maken. De meeste hem onbekende mensen gaven zonder meer toestemming om hen te fotograferen.
Fotografen Sabine Plamper en Rogier Alleblas, een samenwonend stel uit de Tweede Atjehstraat, hadden dezelfde ervaring. Zij publiceerden deze zomer De wereld in een straat. Tweede Atjehstraat Amsterdam. Het boek gaat over de bewoners uit hun eigen straat. Hiermee wilden Plamper en Alleblas het onderling contact met de buren versterken. Het duo zat daarvoor een jaar lang praktisch alle weekenden bij die buren om hen te fotograferen en te interviewen. Naast het maken van portretten van zo’n zeventig buren tekenden Alleblas en Plamper namelijk ook de levensverhalen op. Bijvoorbeeld dat van Mijny, die al sinds 1969 met haar Nederlandse, Turkse en Marokkaanse buren in een portiek woont en die durft te stellen dat de straat ‘er al doorheen is’: de multiculturele samenleving is gewoon een feit en die diversiteit blijkt haar leven te verrijken.
Optimisme
Het hele boek van Plamper en Alleblas ademt die sfeer uit; ondanks de soms droevige levensverhalen is er een enorm optimisme over de toekomst, daar in de Tweede Atjehstraat. Het gevoel van geluk dat mensen ervaren alleen door het feit dat ze in Amsterdam wonen. Amsterdam, die geweldige stad!
Ines en Floris. Fotografie: Sabine Plamper en Rogier Alleblas |
Door de keuze om bijna alle foto’s thuis, bij de buren binnen, te nemen, is De wereld in een straat een intiem boek geworden. De lezer zit heel dicht op de geportretteerden, ziet hoe de mensen in de Tweede Atjehstraat leven. Zoals Floris en Ines, waar zowel de negerzoenen als de Marokkaanse theeglaasjes op tafel staan. Tegelijkertijd is de door Maarten Tromp gesignaleerde veryupping in het boek inderdaad een beetje zichtbaar; de voorhoede van studenten, kunstenaars en andere hippe mensen woont er immers al.
Werkelijkheid
Jonge fotografen die zulke documenten afleveren over hun eigen omgeving, en dan ook nog eens bijna gelijktijdig – het lijkt toeval. Hiermee ontworstelen zij zich aan de passieve rol waarbij ze afwachten tot een krant of een tijdschrift hun een afgebakende reportage-opdracht verstrekt. De financiering van zulke vrije projecten komt later wel. Want wie een sterk idee heeft, er zijn ziel en zaligheid in legt, vindt – als het idee gestalte krijgt – uiteindelijk sponsoren op zijn pad. En dat klopte in beide gevallen.
Jasper, Gina en West. Fotografie: Sabine Plamper en Rogier Alleblas |
De boeken passen binnen de trend van de laatste jaren waarin de documentairefotograaf zijn eigen plan trekt: dit is mijn werkelijkheid. Hij denkt na over zijn rol in de wereld en geeft via zijn talent zijn commentaar. In beide boeken blijkt die werkelijkheid niet te reduceren tot politieke oneliners of deprimerende statistieken. Kijk nou eens goed om je heen en maak gewoon een praatje met je buren. Echt, ze zijn zo anders nog niet, lijken de fotografen te zeggen.
Maarten Tromp. De buurman, z’n ex & de eigenaar van de wasserette. Beelden uit de Indische buurt, Amsterdam. ISBN 9789086901814 Veenman Publishers, 156 blz. 25€
Sabine Plamper en Rogier Alleblas. De wereld in een straat. Tweede Atjehstraat Amsterdam. ISBN 9789066116177 Inmerc, 85 blz. 24€95