Spionage op de Bloemgracht
De omslagfoto van de nieuwste roman van Rascha Peper, Vingers van marsepein, laat een object zien uit de collectie van wetenschapper Frederik Ruysch (1638-1731): een geprepareerd kinderarmpje met aan de hand een stel oogleden. De hoofdpersonen in deze roman, kinderen Bregtje en Ben, vinden dat absoluut niet eng of raar, ze zijn er eerder door gefascineerd.
Rascha Peper (pseudoniem van Jenneke Strijland) werd in Driebergen geboren op 1 januari 1949. In 1994 ontving ze voor Rico’s vleugels de AKO literatuurprijs. Vingers van marsepein is inmiddels al haar twaalfde titel. Ze heeft Nederlands gestudeerd en enige tijd lesgegeven, zoals ze dat in deze roman eigenlijk ook doet.
Kunstenaar
In Vingers van marsepein informeert Rascha Peper de lezer uitgebreid over het werk van de geleerde Ruysch. Hij was niet alleen arts en wetenschapper, maar ook kunstenaar. Hij versierde bijvoorbeeld zijn preparaten of maakte er een kleine opstelling van.
Eigenlijk werd al zijn aandacht opgeëist door de grote fles links. Daarin hield een grove, behaarde mannenhand, met het vuil nog onder de nagels, een roze embryootje tussen duim en wijsvinger aan het nekje vast, als King Kong die zijn spartelende liefje naar zijn ogen brengt.
De preparaten van Ruysch hadden een gezonde kleur en zagen er meer levend dan dood uit. Dit was te danken aan zijn geheime techniek, het inspuiten met rode was. In zijn huis aan de Bloemgracht in Amsterdam (het Huis met de Roos) prepareert hij onder andere kinderhoofdjes, handen van misdadigers en misgeboorten.
Bregtje en Ben
Een nichtje, de tienjarige Bregtje, wordt in zijn huishouden opgenomen wanneer haar ouders, zusje en geliefde broer Rens overlijden aan de ‘hete koorts’. Ongeveer driehonderd jaar later woont tegenover dit pand de tienjarige Ben, samen met zijn gescheiden moeder; zijn zusje is overleden en moeder heeft depressieve perioden. Afwisselend vertelt Peper het verhaal van Bregtje en Ben.
Bregtje wordt door een collega van Ruysch ertoe gebracht te spioneren bij de verschillende stadia van het prepareren en ze steelt voor hem ook monsters van de gebruikte vloeistof. Rens, de broer waar ze zo gek op was, zou niet dood zijn, maar ergens op een boerderij werken en deze valse collega zou zijn terugkeer kunnen bewerkstelligen. In Bregtjes gedachten blijft Rens zo in leven. Het zusje van Ben wordt op vergelijkbare wijze in leven gehouden. Bens moeder laat haar kamertje intact en lijkt er zelfs nieuw speelgoed neer te zetten. Zo zijn er wel meer overeenkomsten tussen de kinderen aan te wijzen.
Beide kinderen komen tot de ontdekking welke richting hun leven op moet gaan. Bregtje is gefascineerd door haar ooms preparaten en mag hem soms helpen, maar tekenen is haar passie. Ze wil leren schilderen om de hele collectie van haar oom te kunnen vastleggen. Wanneer Ben met zijn vader en diens vriendin naar Sint Petersburg op vakantie gaat, komt ook hij oog in oog te staan met de preparatencollectie van Ruysch, die daar door tsaar Peter de Grote terecht is gekomen. Ben raakt zo onder de indruk dat hij later ook anatoom wil worden. Bij thuiskomst gaat hij meteen op zoek naar het huis van Ruysch, dat een roos in de gevel moet hebben:
Toen zag hij, strak omhoog turend, dat het donkerroze geschilderde rondje op de bescheiden gevelsteen inderdaad het reliëf van een opengeplooide roos had. (…) Er gonsde een opwinding door hem heen, alsof hij de juwelenkist op een oude schatkaart ontdekt had.
Gevels
Beide kinderen zijn verzot op spannende boeken. Rascha Peper lijkt te betogen dat lezen je leven kan veranderen, dat je je bijvoorbeeld dapper kunt gedragen als je daar een aansprekend literair voorbeeld voor hebt. Ben wordt op school gepest, maar door het lezen van De brief voor de koning van Tonke Dragt doet hij in Sint Petersburg iets dappers, maar ook gevaarlijks. En Bregtje maakt op ondubbelzinnige, maar gevaarlijke wijze een einde aan haar spionageactiviteiten.
Tussen beide verhalen zit weliswaar zo’n driehonderd jaar, maar in taalgebruik en stijl is nauwelijks verschil te merken. Het is allemaal een beetje stijfjes, plechtstatig haast. Van beide verhalen is dat over Bregtje nog het meest onderhoudend. Het verhaal van Ben lijkt voornamelijk geïntroduceerd om iets over Rusland en Sint Petersburg te kunnen vertellen. De roman heeft een leerzaam karakter, maar Peper heeft natuurlijk niet voor niets in het onderwijs gezeten. De vele weetjes en feiten presenteert ze nadrukkelijk en dat doet nogal kinderachtig aan. Toch lees je de roman vlot uit, maar uit is uit. Er blijft niet veel van hangen, behalve dan het voornemen om op de Bloemgracht eens goed naar de gevels te kijken.