Proeverij van pareltjes
.
Pak je favoriete klassieke verhaal en maak daar een korte voorstelling over voor kinderen en volwassenen vanaf acht jaar. Dat vroeg jeugdtheatergezelschap Max. drie jonge makers uit zijn eigen netwerk. Mensen die al geregeld in hun speelse, kleurrijke en confronterende voorstellingen te zien waren als acteur en die daarnaast al wat regie-ervaring hebben opgebouwd voor andere huizen en gezelschappen. Het werkt prachtig, en is een aanrader voor alle gezelschappen die jong talent in hun eigen omgeving bespeuren!
Jef van Gestel maakte een woordeloze bewegingsvoorstelling die draait rond de kern van Belle en het Beest. Een schilderachtig tafereeltje met een bed en nachtkastje en een achttiende-eeuws behangetje. Nergens kleur, nergens gladde showbizz. Alles in zwart-wit, een beetje zoals de geest van de meeste mensen werkt: wij, zij; ik ben normaal, jij bent anders. En anders, dat is de vreemde vogel wel die bij Belle op bezoek komt in haar veilige kamertje. Met leuke decorvondsten brengt het dracula-achtige monster leven in dode materialen en maakt hij het popperige meisje, en de kinderen op de bankjes, vreselijk aan het schrikken – haar grote ogen spreken boekdelen. Maar het duurt niet lang of haar angst slaat om in verwondering, en in blije nieuwsgierigheid om deze ongenode gast te leren kennen. Zo angstig als voor de kleintjes het begin was, zo reuzegrappig is het vanaf daar, dat om elkaar heen dansen en met elkaar stoeien richting een onbreekbare vriendschap. Lekker bizar, goed bedacht, mooi vormgegeven, sterk uitgevoerd, dit Belle; het ultieme bewijs dat je niet bang moet zijn voor monsters, maar er gewoon vriendjes mee moet worden.
De favoriet van René Geerlings, Yvon, prinses van Bourgondië, gaat ook over anders zijn. De prinses in dit verhaal is niet mooi en welbespraakt, maar is lelijk en zwijgt. Voor de grap verlooft prins Philip zich met haar, maar dat leidt tot weinig goeds. Geerlings positioneerde zijn Yvon in een wereld zonder enige glitter of glamour: de krappe lunchkamer van een troosteloos zeventigerjaren-kantoorgebouw net voor een receptie. De nepchampagne en borrelnootjes staan in lange rijen klaar en de serveersters staan in de startblokken. Ze vervelen zich, en wat is er gemakkelijker dan de zwijgzame Aziatische serveerster, die ene die er niet bij hoort, te gaan pesten en jennen. Gemene heksen zijn het, de kortgerokte Dorien Folkers en Manon Nieuweboer. Zo gemeen, dat je enorm moet lachen om hun idiote grollen en belachelijke gedrag en je tegelijkertijd realiseert dat het echt schofterig is wat ze doen – arm kind. Niet dat het Aziatische meisje om medelijden vraagt. Ze doorstaat alles, weert zich kranig, met niets dan een glimlach. Heel, heel af en toe zie je een kleine teleurstelling, meestal net nadat de dames of hun mannelijke collega haar iets vriendschappelijks of liefs hebben beloofd maar dat meteen weer terugtrekken. Godzijdank loopt deze hilarische prereceptie goed af, want: wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
Het verst van het oorspronkelijke verhaal is de originele kijk van Bianca van der Schoot op de klassieker van haar keus, Medea. In Dit is mijn moeder maken de jonge kijkers kennis met twee jongens in een smetteloos doolhof van wasmolens met was in wel honderd tinten wit. Ze spelen typische jongensspelletjes en zijn, zoals veel broertjes, lekker heel verschillend. De jongste barst van de fantasie en blijft steeds verhalen verzinnen om de waarheid draaglijk te houden, de ander zet hem steeds op zijn plaats met zijn nuchtere kijk op de gebeurtenissen. Heel af en toe gaat hij een klein stukje mee in de bedenksels van zijn broer, alsof hij ze stiekem toch graag zou geloven. Ze praten over hun moeder, die er niet is. Waarom weten we niet. Zijn papa en mama gescheiden? Er is immers sprake van een nieuwe vriendin. Langzaam maar zeker komen we in de ‘moederclub’ meer te weten over de ouders van de jongens en over wat er is gebeurd. Maar ondanks de gezette stapjes komen voor de meeste kijkers de mededeling ‘Niet waar, we zijn dood’ en de toevoeging dat moeder dat heeft gedaan behoorlijk hard aan. De twee doen vanuit hun hemel (‘dit is het hart van mama’) het verhaal over hun moeder en hun dood uit de doeken. Nooit wordt het naargeestig of loodzwaar en toch draait het niet om de hete brei heen. Een knappe prestatie van Van der Schoot, maar zeker ook van de speelse acteurs Gerold Guthman en Roel Voorbij, die de lach er steeds bij weten te houden.
TG Max. en zijn ‘netwerk’ laten zien dat het op een kleine schaal, met goede begeleiding heel goed mogelijk is, jonge makers de kans te geven mooie dingen te maken. En dat hoeft niet alleen voor festivals te zijn. Dat is natuurlijk een prachtige plek voor zo’n proeverijtje, maar drie keer een klein halfuurtje is samen ook een prachtige middag- of avondvoorstelling voor een kleine zaal of middenzaal – iets wat ze misschien op eigen kracht nog niet meteen redden. Hopelijk doet dit goede voorbeeld snel volgen.