Muziek / Album

Het vervelende predikaat ‘veelbelovend’

recensie: The Kevin Costners – Come On In

Onbewust dwalen mijn gedachten, wanneer ik de hoes van The Kevin Costners in mijn handen heb, af naar de Amerikaanse acteur wiens naam de band draagt. Beelden van Dances With Wolves en Robin Hood schieten door mijn hoofd. Het debuutalbum van de in 2004 opgerichte Belgisch-Nederlandse band blijkt, eenmaal in mijn stereo, inderdaad een overeenkomst te hebben met de acteur.

Belgisch-Nederlandse band blijkt, eenmaal in mijn stereo, inderdaad een overeenkomst te hebben met de acteur.

Het is 1 juli 2007. Na een hele ochtend regen betreden The Kevin Costners het hoofdpodium van het Metropolis Festival en acuut stopt het met regenen. Het blijft de rest van de dag droog. Het hoogtepunt van de dag is de band niet, maar met hun catchy gitaarpop brengen ze wel een flinke dosis zonneschijn, in dit geval letterlijk en figuurlijk. Kortom, er lijkt iets te zijn met dat bandje. Drie jaar eerder in 2004 beklommen de vijf heren na slechts drie bandrepetities het podium van Doornroosje voor de talentenjacht De Roos van Nijmegen; de groep wist er direct met de jury- en publieksprijs vandoor te gaan. Twee jaar terug wist de band de Grote Prijs van Nederland in de wacht te slepen in de categorie pop/rock. Op het podium weet de band dus een redelijk goede indruk achter te laten. Een en ander schept verwachtingen voor het eerste album.

Eigenzinnige gitaarpop

~


Het debuut van de Nederlands/Belgische band ligt nu dan eindelijk in de schappen. Het cd’tje kreeg de titel Come On In mee; een uitnodigende titel. Het twaalf nummers tellende album doet wat de band belooft: het brengt “eigenzinnige gitaarpop met sterke melodieën en soulvolle beats”. Een pop/rock geluid vanuit een vrij standaard bezetting van gitaar, zang, bas en keyboard. En daar ligt dan ook direct het euvel van The Kevin Costners: de band heeft weinig nieuws of onderscheidends te bieden. Come On In kabbelt lekker voort en wordt nergens slecht, maar deze nummers hebben we al eens eerder gehoord, zelfs in Nederland.

Gebrek aan diepgang en afwisseling


De nummers No Steve Vai en Everywhere zijn de sterkste van het album. Beide zijn iets zwaarder aangezet in vergelijking met de rest, in de laatstgenoemde doet de band zelfs denken aan Queens of the Stone Age met een hoekig en venijnig gitaarsolootje. Beide tracks hebben een catchy refrein, iets wat de andere nummers te vaak ontberen. In Too Hard Won krijg je het gevoel achtervolgd te worden door de felle gitaarpartijen: hier wordt optimaal gebruik gemaakt van het spelen met twee gitaristen en een bassist. Maar waarom alleen in dit nummer? Dawnfall, Election Eve, Come On In en The Lights zijn weinig zeggende, vrij monotone nummers zonder veel diepgang, dertien in een dozijn nummers. Het contrast met de eerdergenoemde nummers is te groot.

Net zoals Kevin Costner bovengenoemde films afwisselde met flops als Waterworld en Rumour Has It wisselt de band hoogtepunten af met tegenvallers. Over het geheel beschouwd leveren The Kevin Costners met Come On In een aardig debuutalbum af; niet meer, niet minder. Enkele nummers zijn veelbelovend maar de meeste halen het niet in het al zo verzadigde pop/rock-genre. Vocaal kan het scherper en de songstructuur mag venijniger. De band zal dus zowel aan diepgang als aan afwisseling moeten winnen. Er zit zeker potentie in The Kevin Costners, maar deze komt er helaas niet in elk nummer uit. Het blijft dus vooralsnog bij het vervelende predikaat ‘veelbelovend’.