B-acteurs in een spookstad
Het vierde boek van Threes Anna (pseudoniem voor Threes Scheurs, 1959), Vogel kan niet vliegen, heeft als opdruk: het boek van de film. Threes Anna is niet alleen schrijfster, maar ook regisseuse. Het boek is geïnspireerd op haar debuutfilm The Bird Can’t Fly, waarvoor ze de regie heeft verzorgd en het scenario heeft geschreven. Blijkbaar vond ze een film alleen wat karig en moest er ook nog een roman komen, die de voorgeschiedenis vertelt van de personages uit de film. Dat had ze beter achterwege kunnen laten.
Het is misschien een cliché, maar boekverfilmingen zijn over het algemeen een slap aftreksel van het oorspronkelijke werk. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zoals het terecht met een Oscar bekroonde Karakter, naar het gelijknamige boek van Ferdinand Bordewijk. Een goed boek is geen garantie voor een goede film, en blijkbaar is een mooie film ook geen garantie voor een goed boek. The Bird Can’t Fly is heel goed ontvangen. Tijdens het Nederlands Filmfestival in 2007 ontving Threes Anna er de Debuutprijs voor. De jury merkte over haar werk op: ‘Door de schitterende locaties en de prachtige beelden heeft deze film een magische bekoring, soms beklemmend, soms hilarisch, soms wreed, en ten slotte ontroerend.’ Een mooie prestatie, maar waar de film uitblinkt in prachtige beelden van een even betoverend landschap, is de roman vooral oppervlakkig en leeg.
Woestijn
Het verhaal gaat over een vrouw, Melody, die samen met haar dochter June in een afgelegen mijnstadje woont. Zowel moeder als dochter werken in het enige hotel dat er is. Door de tegenvallende omzet besluit de eigenaar het hotel te sluiten om ergens anders in Europa een nieuw hotel te openen. Melody gaat met hem mee en laat haar dochter achter in de armen van een afgeleefde muzikant. Jaren hebben ze geen contact. Opeens krijgt Melody het bericht dat June is overleden. Ze keert terug, maar niets is meer hetzelfde. Het stadje, dat vroeger bloeide door de mijnen, is nu veranderd in een spookstad die langzaam door de woestijn wordt verzwolgen. Daarnaast blijkt ze ook nog een tienjarige zoon te hebben, die allesbehalve blij is met haar komst.
Lege omhulsels
De verhaallijn is op het eerste gezicht helemaal niet zo slecht; de gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op, saai of langdradig is het boek allerminst. Het mist echter iets cruciaals: gevoel. Een beeld kan meer zeggen dan duizend woorden, en dat is wat Threes Anna niet helemaal heeft begrepen. Met een mooi shot kun je een emotie overbrengen, maar dat lukt niet door de emotie simpelweg te benoemen. Nergens geeft ze inzicht in de gevoelens of gedachten van de personages. Zelfs de dood van dochter June laat je als lezer onverschillig. De relaties tussen de personages, die toch enigszins problematisch zijn, worden niet uitgediept. Het is alsof je kijkt naar een film met slechte acteurs. De personages zijn geen mensen van vlees en bloed, maar blijven lege omhulsels.
Opvallend en tegelijk vermoeiend is ook het gebruik van extreem korte zinnen, dat de leesbaarheid nog verder beperkt. Het verhaal vertelt niet zichzelf zoals een goed verhaal zou moeten doen, maar blijft haperen. Tel daarbij op de vele perspectiefwisselingen, waardoor niet duidelijk is wie wat zegt of doet, en de verwarring is compleet.