Film / Films

Lijk in het water

recensie: Jindabyne

.

Vier mannen verheugen zich al tijden op hun visuitje. Elk jaar gaan ze naar dezelfde, in hun ogen bijna mythische plek in de Australische outback. Hier is geen mens te bekennen, hebben de mobieltjes geen bereik, en bijten hopelijk de vissen. Als ze door de zonovergoten vallei naar het riviertje lopen voelen de mannen het allemaal: niets staat een topweekend in de weg. Maar dan wordt het lijk van een vermoord Aboriginalmeisje in het water aangetroffen.

Als de schok van de vondst enigszins gezakt is besluiten de mannen niet meteen tot actie over te gaan; het is immers al te laat om terug te lopen. Voor de zekerheid binden ze haar vast zodat ze niet verder stroomafwaarts kan drijven. Een van de mannen, Stewart, gooit de volgende ochtend voordat de rest wakker is nog even zijn hengel uit. En zowaar: de vissen bijten! Hierdoor aangestoken gaat de rest ook vissen, en de vangst is imposant. Pas de volgende dag keren ze naar de bewoonde wereld terug en lichten ze de politie in. Een schandaal is geboren dat de levens van alle betrokkenen flink overhoop gooit.

Oppervlakte

~

Jindabyne (2006) is losjes gebaseerd op het korte verhaal So Much Water So Close to Home van Raymond Carver, en was eerder een van de verhaallijnen in Robert Altmans Short Cuts. Ook hier lopen meerdere levens door elkaar heen, zodat de film een caleidoscopisch karakter krijgt. Het stadje Jindabyne (niet lang geleden een belangrijke setting in het fraaie Somersault) is niet voor niks gekozen. Dit is immers een stad die ooit plaats moest maken voor het stuwmeer dat er nu ligt. Een stad waar een heel verleden onder de oppervlakte ligt. Datzelfde geldt voor de levens van de personages: hier liggen veel oud zeer, frustraties, geheimen en littekens verborgen. Het is de manier waarop de mannen omgingen met het dode meisje waardoor zaken uit het verleden aan de oppervlakte komen, waarbij de verbrokkelende relatie tussen Stewart (Gabriel Byrne) en Claire (Laura Linney) als spil fungeert. Het is Claire die de meeste moeite heeft met de keuze die de mannen maakten, en ze wil de nabestaanden helpen. Daarbij speelt ras ook nog eens een rol, het meisje was immers Aboriginal.

Antwoorden

~

Als kijker krijg je weinig hapklare antwoorden voorgeschoteld. Je blijft niet alleen achter met vragen over het verhaal – niets zo ondoorgrondelijk als de mens en de keuzes die hij maakt, zo lijkt de film te willen zeggen – maar ook vragen over de keuzes van de makers. Welke symboliek moeten we bijvoorbeeld zoeken achter de moordenaar die overal opduikt, maar nooit gepakt wordt? En waarom spelen niet-Australiërs de hoofdrollen? Byrne is immers Iers; Linney Amerikaans. Door al die vragen, losse lijntjes en symboliek, zou de film makkelijk door de hoeven kunnen zakken. Dat dit uiteindelijk niet gebeurt komt door het sterke acteren, de bijzonder fraaie cinematografie en de regie van Ray Lawrence (Lantana), die de tijd neemt om het verhaal te vertellen en oog voor detail heeft. Hij buit bovendien de mythische kwaliteiten van het Australische landschap, waar eerder in films als Walkabout en Picnic at Hanging Rock ook zo effectief gebruik van werd gemaakt, ten volle uit. Het is een mengeling van ontzag voor de mysterieuze schoonheid, aantrekkingskracht, en een altijd aanwezige ondefinieerbare dreiging. Het is een plek waar buiten de grenzen van de beschaving het gevaar letterlijk om de hoek loert. Dit alles maakt van Jindabyne geen lichte kost, maar wel een uitermate intrigerende film.