Anouk van Dijk haalt publiek binnen in maakproces
20 maart 2008. Amsterdam, Amstel Business Park, de Kauwgomballenfabriek. Een gemêleerd gezelschap schuift vandaag aan in de studio van dansgezelschap anoukvandijk dc voor een kijkje bij een prille repetitie van de nieuwe voorstelling Borrowed Landscapes. Het is de tweede van zes bijeenkomsten waarin de toeschouwer bij het maakproces wordt betrokken. Zou je verwachten dat bij zo’n buitenkansje het nieuwsgierige publiek de choreografe de oren van de kop vraagt, het is eerder andersom…
De eerste bijeenkomst was begin maart bij het Theaterinstituut Nederland (TIN) aan de Herengracht in Amsterdam. Choreografe Anouk van Dijk, die wereldwijd naam maakte met haar eigen countertechniek, vertelde daar over haar werk aan een bescheiden groepje toeschouwers. Deze maken gebruik van het buitenkansje dat Van Dijk en het TIN bieden om de voorbeschouwing in de krant ver voorbij te gaan en zelf een beetje mee te maken wat het inhoudt om een dansvoorstelling te ontwikkelen vanaf punt nul. Een experiment voor zowel het dansgezelschap als het TIN, voor herhaling, verbreding en verdieping vatbaar als het slaagt.
De vaste kern van vorige keer is er tijdens de tweede bijeenkomst ook weer bij, aangevuld met een paar ‘laatkomers’ en introducés. Het gezelschap bestaat uit mannen en vrouwen, goeddeels van middelbare leeftijd in de breedste zin van het woord. Een van hen rolde ooit de passieve danswereld in doordat hij onder de indruk raakte van werk van dansgrootheid Pina Bausch en is inmiddels verklaard fan van het werk van anoukvandijk dc. Een tweede, een dame, gaat vooral voor klassiek ballet, en wilde dit aanbod om van heel dichtbij kennis te maken met moderne dans absoluut niet aan zich voorbij laten gaan. Zo heeft iedereen z’n eigen achtergrond en reden om hier te zijn. Een braaf klasje, want deze mensen zijn uitermate geïnteresseerd, willen echt iets leren en zijn er dan ook continu met hun aandacht bij.
Organisatorische keuken
Jerry Remkes |
Kregen ze in de eerste bijeenkomst uitgebreide informatie van Anouk van Dijk zelf over haar achtergrond, haar danstaal, haar countertechniek en haar manier van werken, in de tweede gunt zakelijk leider/dramaturg Jerry Remkes ze als warmmakertje een kijkje in de organisatorische keuken. De kleine studio waarin we zitten, licht en kaal, is nog heel nieuw, vertelt hij. Het is de privéstudio van Van Dijk, waar ze altijd rustig kan werken. Een stukje verderop in de gang is de grote repetitieruimte, waar de dansers aan het warmdraaien zijn voor de presentatie van straks. Anoukvandijk dc betrok de ruimte in de Kauwgomballenfabriek vorig jaar zomer, nadat het gezelschap jarenlang zwierf langs verschillende werkplaatsen en studio’s. Rond 2010 verhuist het naar Danshuis Amsterdam, dat vlakbij de Watergraafsmeer wordt gebouwd.
Het landen op een vaste plek past bij de ontwikkeling die Anouk van Dijk als choreografe doormaakt. Na een tocht als danser bij de Rotterdamse Dansgroep (voorloper van Dance Works Rotterdam) en als onafhankelijk choreograaf bij eerst DansWerkplaats Amsterdam en later Korzo producties richtte ze al weer tien jaar geleden een eigen stichting op. In 2001 kreeg ze meerjarige projectsubsidie voor haar baanbrekende werk in dansland en in 2005 kwam ze voor vier jaar in het Kunstenplan, met bijbehorende structurele subsidie en dus de vrijheid om eigen producties te maken naar believen. De kans dat het werk van anoukvandijk dc in het danslandschap en op de dansopleidingen in het nieuwe bestel opnieuw gewaardeerd wordt met structurele subsidie, is erg groot.
Tot slot van dit voorwoord vertelt Jerry Remkes over zijn grote betrokkenheid bij het gezelschap en diens werk. “Anouk schetst als scheppend kunstenaar de plannen die ze in haar hoofd heeft en samen ontwikkelen we die verder tot beleidsplannen, projectvoorstellen en uiteindelijk ook voorstellingen. Zo beschouwd liggen de zakelijke kant en dramaturgie van het werk dichter bij elkaar dan je zou denken. Ik ben ook verantwoordelijk voor publiciteit en marketing, en moet om die reden heel goed weten wat Anouk wil vertellen om het te kunnen vertalen naar promotiemateriaal. Altijd weer moeilijk, want Anouk werkt nogal intuïtief en ontwikkelt haar voorstellingen echt gaandeweg, op basis van een heel grof idee. We zitten nu midden in de ‘flyercrisis’ voor Borrowed Landscapes, die op 8 mei in première gaat. Het blijft de vraag of wat we nu bedenken over vijf weken nog in de voorstelling zit.”
Sneak preview
Goede vraag. En die wordt nog prangender als het groepje ‘maakprocesgluurders’ een uitgebreide sneak preview heeft gekregen van wat er op dit moment al ligt voor de nieuwe voorstelling. Want ja, hun reacties en opmerkingen zouden Anouk van Dijk zo maar een heel andere richting op kunnen sturen…Bij binnenkomst in het grote, ruime, lichte repetitielokaal lopen drie vrouwelijke en twee mannelijke dansers op hun gemakje rond te sjokken. Ze sjorren wat aan hun trainingskleding en sjouwen met stoelen. Ze bereiden zich voor, zo lijkt het, maar de meer ervaren kijker vermoedt meteen dat dit stukje al bij de presentatie hoort. Het meekijkgroepje neemt plaats op een lange rij stoelen voor de spiegels en laat binnenkomen wat er op de vloer gebeurt.
De bewegingen van de dansers zijn veelal kort, schokkerig, met plotselinge kantelingen. Af en toe doen ze wat denken aan die van een dronkenman, een onbevangen kind, of nee, een marionet, die paradoxale combinatie tussen onbevangen en gedwongen. Ze vallen abrupt om, maar hervinden snel hun balans; gaan zitten en neigen naar de zijkanten; bewegen richting de vloer en lijken, in schokjes, door de grond te willen. Hoewel de bewegingen ongecontroleerd lijken en zonder muziek worden uitgevoerd, gaat alles behoorlijk synchroon. Heel vreemd, want ze hebben nauwelijks oogcontact met elkaar; staren hooguit ‘en groupe’ het bescheiden publiekje aan.
Anouk van Dijk vertelt kort over het bewegingsmateriaal dat ze heeft laten zien, over hoe de grote bewegingen er ook in het klein in zitten en over hoe haar werk altijd ontstaat zonder muziek – “Dat zou maar storen”. Er volgt nog een korte demonstratie, eentje die meer weg heeft van wat de ‘gemiddelde kijker’ onder dans zal verstaan, met een hoofdrol voor vloeiende, lenige lichamen.
Proefkonijnen
Anouk van Dijk |
En dan vuurt de nieuwsgierige choreografe vragen op haar proefkonijnen af. Of ze gezien hebben dat de dansers koptelefoons dragen, of ze zich hebben afgevraagd wat er gebeurde, wat voor indruk ze hadden. “Een spelletje waaraan ik niet mee mocht doen”, stelt een vrouw. Een man: “In het begin viel m’n bek open. Wat zijn ze goed ingespeeld! Dan zie je de oortjes en denk je: doodzonde.” Weer een ander: “Er was sprake van weerstand en overgave, en dat bijna tegelijkertijd.” Van Dijk vraagt: “Was de constatering van de oortjes voor jullie allemaal een afleiding?” Niet iedereen had het gezien, blijkbaar. En zij die het wel zagen, trokken verschillende conclusies. Een dame dacht dat de dansers dezelfde muziek hoorden. Maar nee, het waren opdrachten. Opdrachten van de vrouw die aan de touwtjes trekt, de grote marionettenspeler.
De dansers mengen zich in het gesprek, vinden het leuk om te horen hoe wat zij doen voelt bij de kijker en omgekeerd de kijker te vertellen hoe het voor hen voelt. En samen met hun choreografe kaatsen ze goede, grappige en slechte ideeën heen en weer met het groepje. Al snel is duidelijk dat dit TIN-project niet alleen een buitenkansje is voor het publiek om binnen te kijken in het maakproces. Het is ook een geweldige gelegenheid voor anoukvandijk dc om het werk al in een vroeg stadium te spiegelen. Bij de volgende ‘gezamenlijke’ repetitie zal blijken of en in hoeverre deze bijeenkomst invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de voorstelling – en op de juistheid van de promotekst op de flyer.