Theater / Voorstelling

Laat ons vergaan

recensie: Het Syndicaat - Apocalypso

Apocalypso heeft veel inhoud. Zelfs zoveel dat je als kijker dolgraag de tijd wilt om alle ellende die over je wordt uitgestort te laten bezinken. Maar regisseur Daniëlle Wagenaar van Het Syndicaat gunt je die tijd niet echt. Ze heeft de eindeloos rijke tekst van Jibbe Willems snel weggezet en de scene zo druk gemaakt dat al die mooie woorden over lelijke dingen verloren dreigen te gaan. Hoewel…

Vooropgesteld: Willems heeft het Wagenaar ook niet makkelijk gemaakt. Hij schreef voldoende materiaal om dit tweede deel in een drieluik over verval (eerder was er Lola, later komt Het derde testament) ook in drie delen uiteen te trekken. De 30-jarige schrijver lijkt zo goed als al zijn levenswijsheid in deze ene tekst te hebben gestopt, en put daarvoor vrijelijk uit het arsenaal van de taal. Knallende oneliners, diep filosofische verhandelingen, rake flauwe grappen, lekkere scheldwoorden; ze komen voorbij in soms kernachtige, soms barokke, soms directe, soms poëtische zinnen, uitgesproken door een eindeloze schare aan gekke personages. Alsof Willems voor eens en altijd wilde laten zien wat hij kan. Nou, dat is gelukt. Wagenaar had de tekst radicaal kunnen indikken, maar heeft dat godzijdank niet gedaan. Want hoewel het allemaal heel veel is, is van overdreven ballast weinig sprake. Die eindeloze stroom braaksel is gewoon nodig om de grote ernst van de situatie in z’n volle omvang te doen beseffen. En soms is meer gewoon beter. Bijvoorbeeld omdat het zo heerlijk is opgeschreven dat je er eindeloos naar kunt luisteren. Het was alleen mooi geweest als het werk een grote zaal tot zijn beschikking had gehad, gevuld met een zeer intelligent, ontvankelijk publiek dat gewend is aan stevig theater van een uurtje of drie, vier met een berg snel wisselende personages.

Geen hoog allooi

~

Nu was er een kleine zaal, met gelukkig een redelijk ingevoerd theaterpubliek (geen idee wat er gebeurt met abonnementshouders die dit als kleinezaalvoorstelling gaan zien). En dat zag in enorm tempo de gebeurtenissen uit de tekst op de vloer voorbijschieten. Met een stapel kitschig geklede personages die wisselend van inhoud en kwaliteit zijn, gespeeld door een zestal acteurs die, nou ja, idem, eigenlijk. Er valt desondanks heel wat te genieten, er valt heel wat te lachen om de grote en de kleine grappen in woord en beeld. En dat om een niet bepaald vrolijk onderwerp: de ondergang van de wereld. ‘Laat ons vergaan’, smeken drie compleet verlopen wijven tongslissend en heupwiegend in een decor van beton met afgebladderde aanplakbiljetten – een ijzersterke binnenkomer. Als een deel van het decor verandert in een badkamer, verandert ook het stuk meteen van toon, zoals het dat herhaaldelijk zal doen. Broer en zus frissen zich in deze vermakelijke scène op; ma gaat er schijtend naast zitten. Van erg hoog allooi kan ze niet zijn, ondanks haar adviezen en adviesjes voor het leven en de schoonheid. Dochter is een hoer, zoonlief gaat op sollicitatiegesprek. En je hoeft geen briljantje te zijn om snel door te hebben dat hij op de lang vacante positie van verlosser aast, zelfs al heeft hij geen idee wat die inhoudt.

Gekruisigd

~

Een krachtige redder en niet deze hopeloze sukkel zou nodig zijn, want deze stad valt van ellende uit elkaar, als symbool voor de wereld die z’n eigen einde opzoekt door er een ongelofeloze zooi van te maken. Hoeren, junks en zwervers spelen een hoofdrol. Ze kotsen, neuken en zuipen. De sollicitatiecommissie voor de verlosser bestaat uit management mumbo jumbo sprekende gekruisigden. De live op het dak gespeelde jazz, blues en funk (wat is de meerwaarde van het afleidende combo?) vormen samen met kerkelijke klanken uit de speakers vaak een dreigend geluidsgordijn; de psalmen zijn niet de enige Bijbelse hints dat het hier niet goed gaat. De zon schijnt de hele dag en de hele nacht. De radio braakt onsamenhangende berichten uit. De vliegende ratten vallen dood op de grond en de ratten van de grond verlaten de stad. Heel gezellig, allemaal. De enige hoop in dit godvergeten hellhole schuilt in de namen van de dode hoeren en het drumstel: Faith, Destiny en Hope. En misschien in het feit dat er meer plek is voor klaprozen als de mens het loodje legt. En zo schieten de laatste kansen van de mensheid aan je voorbij zoals je leven dat doet voor je doodgaat – or so they say. In dat opzicht is de snelle presentatie dan weer wel een goede zet. Maar het betekent ook, en vooral, dat je veel mist, dat het nergens echt heel dichtbij komt ondanks de persoonlijke gruwel die je ziet en dat je achteraf nog aardig wat te verwerken hebt. Mits die tijd je is gegund, dan.

Taxi Fahrer

Als bonus een paar lekkere oneliners uit de doos van Jibbe: ‘Schaamte is voor mensen die geen zelfspot hebben.’ ‘Dat is geen kapsel op je hoofd, dat is wat een kussen met je haar doet als je slaapt.’ ‘Verlangen, verlies, verlossing, dat is het driestappenplan.’ ‘Zoals Robert de Niro in Taxi Fahrer. Tja, we ontvingen alleen Duitsland 1.’ ‘Smerig is een smaak die je moet leren waarderen.’ ‘Niets gaat in niets op, alles blijft ergens.’

Voor meer informatie en speellijst, klik hier.