In Memory of Us All
.
Ulver is Noors voor ‘wolven’. Het had ook makkelijk ‘kameleons’ kunnen betekenen: bij elke nieuwe plaat wisselt deze driemansband onnavolgbaar van kleur. Het is ongelooflijk hoeveel muziekgenres in de loop der tijd zijn verkend: black metal, folk, progressieve metal, rock, industrial, jazz, triphop, ambient, soundscape, glitch, klassiek. En wat Ulver nu doet op de nieuwste cd Shadows of the Sun heeft simpelweg nog geen naam. Een vermelding van de gastmuzikanten helpt wellicht een beetje: de Noren kregen dit keer ondersteuning van onder andere Christian Fennesz, het Oslo Session String Quartet, thereminspeler Pamelia Kurstin en trompettist Mathias Eick (van onder meer Jaga Jazzist). Oh, en er is een cover van Black Sabbath.
Wandelmuziek
Een bizarre combinatie? Welnee. Want nog nooit klonken de Noren zo beheerst en samenhangend als op Shadows of the Sun. Zoals frontman Kristoffer Rygg het zelf formuleert: “We feel it is our most personal record to date. Low-key, dark, and tragic.” Na de manische experimenteerdrift van het vorige album Blood Inside is Ulver in veel rustiger vaarwater terechtgekomen. Tijdens het luisteren zie je direct beelden voor je: een grijze zee, een spiegelmeer in het midden van een naaldbomenbos. En daar zou je als luisteraar eigenlijk ook naartoe moeten: Ulver is ‘wandelmuziek’, zoals Radiohead dat ook is. Een soundtrack voor een film die je zelf mag maken, terwijl je dwaalt, peinst en al je zintuigen gebruikt.
Er is niets vrolijks aan Shadows of the Sun. Het is als doom zonder zware gitaren, met lage bezwerende zang. Bijna een spoken word-voordracht. Veel strijkers, een snikkende theremin, onverwachtse trompetjes. En geluiden waarbij je alleen maar kunt associëren. Insecten en computers, Oosterse gebedszang, flarden filmmuziek in de sfeer van The Shining of een David Lynch naar keuze. Af en toe gloeien er flarden pianomuziek op, als de enige lichtpuntjes in deze wereld, die alle klanken onopvallend samensmeden.
Stilletjes afscheid nemen
Ik heb lang na moeten denken over zinnig vergelijkingsmateriaal. Ulver is dol
op ironie en paradoxen en kan binnen één nummer zowel bombastisch als minimalistisch klinken. Mijn beste poging is deze: Shadows of the Sun lijkt nog het meest op een denkbeeldige soundtrack van het boek The Road, van Cormac McCarthy. Als de wereld vergaat en herinneringen langzaam oplossen. Als er niets anders opzit dan wachten op het noodlot en stilletjes afscheid nemen. Achterin het cd-boekje staat een motto, “In memory of us all”. Een wijze les: als je beseft dat het misschien wel je allerlaatste momenten kunnen zijn, dan krijgen de kleinste dingen ineens een prachtige glans.
Dit is niet de allerbeste plaat die Ulver ooit gemaakt heeft. Naar mijn bescheiden mening is dat het stadsepos Perdition City, of wellicht Silence Teaches You How to Sing. Er zitten rafelrandjes aan: herhalingen, percussie die soms zo plotseling opduikt dat je er van schrikt en teksten met iets teveel ‘sunsets’, ‘nights’ en ‘dreams’. Maar dan is de cd plotseling afgelopen en voel je de beladenheid van de stilte. En zet je hem nog een keer op. En nog eens. Ulver is weer een totaal nieuw landschap binnengestapt. De vraag is: durf je mee te gaan?