Boeken / Fictie

Vrouwenpolitiek

recensie: Anchee Min (vert. Thera Idema) - De laatste keizerin

China, negentiende eeuw: een nieuwe keizer bestijgt de troon, maar hij is te jong om het land te kunnen regeren. Daarom wordt zijn moeder, Orchidee, als regentes aangesteld zolang de nieuwe keizer te jong is om te kunnen doen waarvoor hij geboren is. Maar kan zij als vrouw respect krijgen in een wereld die doordrongen is van mannen en hun politiek? En heeft zij wat nodig is om China te kunnen regeren en te redden van de ondergang die haar echtgenoot in werking stelde? Anchee Min schetst in De laatste keizerin een beeld van een vrouw die op menselijke wijze haar land op de rails probeert te houden.

Anchee Min ( 1957) schreef al eerder over vrouwen in China. Dat is niet vreemd, aangezien ze zelf afkomstig is uit China, hoewel ze nu in de Verenigde Staten woont. Naast De laatste Keizerin schreef zij onder andere Rode Azalea, Mevrouw Mao en Wilde Gember. De rechten van Rode Azalea, een autobiografisch boek over haar jeugd in het communistische China, werden verkocht in twintig landen. Haar romans staan vooral bekend om de manier waarop zij de vrouwen van China een gezicht geeft.

Monster

Met De laatste keizerin vertelt Min niet alleen het verhaal van een vrouw die, omringd door mannen, een land moet leiden. Zij baseert zich ook op een stukje geschiedenis van China. Keizerin Orchidee is namelijk gebaseerd op keizerin Cixi die vanaf 1861 tot 1872 regentes voor haar zoon was en opnieuw van 1875 tot 1889 voor haar neefje. Hetzelfde geldt voor Orchidee. Als concubine van de keizer baart zij de enige erfgenaam van de keizer, waardoor ze keizerin wordt. Wanneer haar man overlijdt, is het aan haar zoon Tung Chih om China te regeren, maar met zijn zeven jaar is hij daar veel te jong voor en dus wordt Orchidee als zijn regentes aangesteld. Al vanaf dat moment wordt echter duidelijk dat een land leiden dat aan de rand van de ondergang staat, niet makkelijk is voor een vrouw die niet toegelaten wordt in de wereld van de politiek. Sterker nog: omdat zij keizerin is, wordt ze misleid door de mannen die haar zouden moeten helpen het land overeind te houden. Alleen goed nieuws bereikt haar oor, soms omdat men bang is dat ze bij slecht nieuws de doodstraf uit zal spreken, soms omdat men haar zo een slechte naam wil bezorgen.

Terwijl ze haar functie als regentes zo goed mogelijk probeert te vervullen, heeft zij ook de taak haar zoon op te voeden. Dat laatste mislukt echter jammerlijk: Tung Chih wordt door zijn bedienden en door zijn volk, zonder enig zichtbare reden, opgezet tegen zijn moeder en vervalt in een bestaan dat gevuld is met nachtelijke bezoeken aan prostituees. Hem is dan ook geen lang leven beschoren en wanneer hij overlijdt, verschijnt zijn moeder al snel in de kranten als verdachte, wat haar aanzien niet verbetert. Haar volk ziet haar als een koudbloedig monster.

Bondgenoot

Na het overlijden van Tung Chih is het aan Orchidee een nieuwe keizer aan te wijzen. Ze kiest voor het zoontje van haar zus: Guang-hsu. Ook hij is echter te jong om het land te kunnen regeren en dus wordt Orchidee opnieuw als regentes aangesteld. Nu heeft ze niet alleen de taak Guang-hsu op te voeden en China te regeren, maar moet ze ook een oorlog tussen Japan en China zien te voorkomen. Hierin vindt ze uiteindelijk een bondgenoot: Li Hung-chang. Li Hung-chang is loyaal, trouw en lijdt voor zijn keizerin gezichtsverlies, omdat niemand in zijn kunnen gelooft. Ze maken van hem, net als van Orchidee, een leugenaar en een verrader. Een verrader omdat hij zijn land zou verkwanselen wanneer hij onderhandelingen met Japan aangaat en omdat hij geld van China achterover zou drukken; een beschuldiging die ook aan Orchidee gericht is. Desondanks blijft Li Hung-chang aan de zijde van de keizerin en nooit geeft hij Orchidee de schuld van zijn gezichtsverlies, hoewel je zou denken dat een keizerin bij machte is om de mensen die onterechte beschuldigingen uiten de mond te snoeren. Orchidee is dat ook wel, maar zoals zij zelf zegt is ze niet in staat Li Hung-chang bij te staan omdat Guang-hsu, de keizer, niet in Li Hung-chang gelooft. Zij moet kiezen tussen de loyaliteit van haar bondgenoot en de liefde van haar geadopteerde zoon.

Orchidee staat tussen twee vuren in en Min probeert zoveel mogelijk een vrouw neer te zetten die geen monster is, maar enkel iemand die steeds voor moeilijke keuzes gesteld wordt die ze zoveel mogelijk uit liefde probeert te maken. Dat lukt Min aardig, maar de rest van de roman blijft een beetje achter. Het verhaal leest meer als een verslag over de regeerperiode van Orchidee, dan als een vertelling waarin je als lezer echt meegesleept wordt. De gebeurtenissen vliegen je om de oren: is de ene onderhandeling met Japan afgehandeld, dan volgt het volgende incident alweer. Een rustpunt is daarom moeilijk te vinden. Ook mist het verhaal duidelijke motieven. Waarom wordt Orchidee neergezet als monster? Waarom wordt zij beschuldigd van de dood van haar zoon? Het verhaal is tragisch en bevat alle sleutelelementen voor een goede roman, waardoor je zou verwachten dat er een mooi, fijn geschreven boek uit voortkomt, maar helaas is dat niet het geval. De tragiek wordt overspoeld door zoveel gebeurtenissen, dat het net zo goed een opsomming had kunnen zijn.