Cinemix Filmfestival
Met de Pathé Arena heeft Amsterdam Zuidoost, met zo’n 80.000 inwoners een stad op zich, sinds enkele jaren zijn eigen bioscoop. De bezoekers krijgen vooral de grote blockbusters voorgeschoteld, zoals het een echte Pathé betaamt, maar af en toe is er ook ruimte voor de multiculturele film, bijvoorbeeld uit Bollywood of Turkije. In het weekend van 10 tot en met 13 mei werden twee zalen geheel gevuld met films die de bevolkingssamenstelling van de Bijlmer representeren in het kader van het Cinemix Filmfestival. Onder de noemer black cinema worden korte en lange speelfilms en documentaires vertoond uit verschillende landen in Afrika, Brazilië en India. Ook Nederlandse en Amerikaanse films met een ‘zwarte’ thematiek komen aan bod. De jeugd staat centraal.
Het is natuurlijk een prachtig initiatief van ZO! cultuur, maar het Cinemix Filmfestival maakt het zichzelf wel moeilijk. De kwaliteit van het aanbod wisselt namelijk sterk. Als de jongeren uit de Bijlmer naar een ander soort films moet worden gelokt, dan zijn er makkelijkere, en zeker ook betere films voorradig dan de films waar Cinemix voor gekozen heeft. Het getuigt van durf om goedkope producties op het grote doek uit te brengen, maar het betekent wel dat de bezoeker zich door veel beginnersfouten, slechte scripts en een beroerd geluid heen moet worstelen. Je kunt het de Bijlmerjongeren niet kwalijk nemen als ze Pathé Arena liever bezoeken om Spiderman 3 te zien. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen.
The Namesake
Indië/VS: Mira Nair, 2006
The Namesake |
Openingsfilm The Namesake is zo/n prettige uitzondering. Aan alles is te merken dat regisseur Mira Nair zowel over de ervaring als het talent beschikt om een intiem verhaal naar het filmscherm te vertalen. Nair blijft de gelijknamige roman van Pulitzer Prize-winnares Jhumpa Lahiri trouw. Het verhaal van de Indiase Ashima en Ashoke Ganguli, die naar New York emigreren en later moeten toezien hoe hun kinderen hun roots verloochenen, is nergens sentimenteel of clichématig. Net als in het boek leef je sterk met de personages mee. Knap is dat je zowel met de ouders als met de kinderen sympathiseert. Een mooi voorbeeld: de zoon, Gogol, neemt zijn Amerikaanse vriendinnetje Max voor het eerst mee naar huis. Het blonde meisje spreekt de ouders onmiddellijk bij hun voornamen aan èn omhelst ze. De schaamte van Gogol en het afgrijzen van de ouders was voelbaar in de bioscoopzaal. Mooier is de kloof tussen culturen nog niet in beeld gebracht. The Namesake draait vanaf deze week ook in de reguliere bioscopen. Voor liefhebbers van kleine acteurfilms is dit een aanrader, of je zelf nu wel of niet je roots in het buitenland hebt liggen. (MvT)
Akeelah and the Bee
VS: Doug Atchison, 2006
Akeelah and the Bee |
Gezien de grote bijval in de zaal is het jammer dat Akeelah and the Bee niet regulier wordt uitgebracht. Stel je het Groot Dictee der Nederlandse Taal voor. Schrap alle d’s en t’s, hoofdletter- en koppelproblemen en telkens weer nieuwe wijzigingen in het Groene Boekje, en je houdt de idiote woorden over. Przewalskipaard. Lucullisch. Gecraqueleerd. Of, in de Amerikaanse versie: xanthosis, pulchritude. Kinderen moeten ze om beurten hardop spellen, in een afvalrace. Welkom bij de National Spelling Bee, een fenomeen in de VS. Geen normaal mens kan dit foutloos, en het zijn dan ook behoorlijke nerds die erin excelleren, gedrild door hun ouders als waren het Roemeense turnertjes.
Akeelah (Keke Palmer) is een 11-jarig, slang sprekend, zwart meisje uit een getto in Los Angeles, dat tot ieders verbazing alleen maar tienen haalt bij dictees. Haar school draagt haar voor voor de lokale voorrondes van de Spelling Bee, natuurlijk tegen de zin van haar moeder (Angela Bassett), tot spotternij van haar klasgenoten en tot afgrijzen van de rijkeluiskindjes waar ze tussen terecht komt. De film volgt immers grofweg hetzelfde stramien als Billy Elliot (arbeidersjongetje gaat balletdansen) en Bend it like Beckham (Indiaas meisje wordt voetbalster). Het op het oog zo saaie concept – een meisje dat met haar neus in de boeken zit – wordt echter bijzonder bevlogen en humoristisch uitgewerkt, waarbij de relaties met haar concurrenten en met haar coach (producent Laurence Fishburne) centraal staan. (MvdH)
Half Nelson
VS: Ryan Fleck, 2006
Half Nelson |
De hoofdpersoon van de Amerikaanse film Half Nelson is een blanke geschiedenis- en sportleraar op een overwegend zwarte school in New York. Verwacht echter geen bevlogen docent die bijna gebroken wordt door de gettomentaliteit van de kids, om ze uiteindelijk met zijn doorzettingsvermogen en empathie toch tot grote hoogten te stuwen. Nee, de klas is zoals vrijwel alle klassen – er wordt geleerd en gesport, gespiekt en gespijbeld – maar dit keer is de leraar een loser. Hij kan ze weliswaar leuk improviserend de beginselen van de dialectiek bijbrengen, maar hij is tegelijkertijd verslaafd aan de heroïne. De enige die echt om hem lijkt te geven is een 13-jarige leerlinge, die hem een keer stoned op het toilet aantreft.
Ryan Gosling weet zowel de pathetische als de opstandige en halfslachtig wereldverbeterende kanten van zijn karakter goed weer te geven. Ook debutante Shareeka Epps overtuigt als het vroegwijze, gesloten meisje uit een eenoudergezin. Beiden werden bekroond tijdens het Sundance Filmfestival en Gosling werd genomineerd voor een Oscar. Hun relatie intrigeert in hoge mate. Hij wil haar beschermen tegen drugsdealers in haar omgeving, maar beseft nauwelijks dat híj het is die beschermd moet worden. En zij weet niet wat voor gevoelens ze nu precies voor haar twee keer zo oude leraar koestert: vriendschap, bezorgdheid, afkeer, liefde misschien? Helaas moeten we nog tot eind juli wachten tot Half Nelson in de bioscopen te zien is. (MvdH)
A Goat’s Tail
Engeland/Ghana: Julius Amedume, 2006
A Goat’s Tale |
De Ghanese taxichauffeur Kojo (Godfred Nortey) maakt kennis met de Britse toeriste Cynthia (Lesley Cook). Als ze hem uitnodigt om haar land te bezoeken, aarzelt hij geen moment. Eenmaal in Engeland aangekomen komt hij erachter dat hij het in Ghana lang zo slecht niet had: hij was misschien niet rijk als het om geld ging, maar hij leidde er wel een rijk leven. Via slecht betaalde baantjes belandt hij in Engeland in de drugshandel. Als Cynthia een stevige cokeverslaving opbouwt, lijkt het helemaal mis te gaan met Kojo. A Goat’s Tail begint goed. Hoewel de kwaliteit van de het beeld en het geluid nogal te wensen overlaat, vooral in het gedeelte dat zich in Ghana afspeelt, raak je als kijker snel bij het verhaal betrokken. Wanneer Kojo zich door de regenachtige straten van Londen sleept, voel je met hem mee. En de schok is voor het publiek net zo groot als voor hem wanneer blijkt dat Cynthia geen filmmaakster is, zoals ze had gezegd, maar banden heeft met foute drugshandelaren.
Vanaf dat moment boort regisseur Julius Amedume een ander genre aan. Het deprimerende realisme maakt plaats voor een eveneens, maar om een andere reden deprimerend glad misdaadverhaal, een lachwekkende parodie op Pulp Fiction en Marathon Man. Over de productionele foutjes is nog wel heel te kijken (ontzettend slecht geluid, gaten in het script), maar de geforceerde afwisseling van verschillende beeldtalen doet A Goat’s Tale tenslotte toch de das om. (MvT)
The List
VS: Gary Wheeler, 2006
The List |
Sommige films zijn zo slecht dat ze wel weer leuk worden. Dat geldt niet voor The List. Wat bedoeld is als een romantische komedie blijkt een lange, slecht uitgewerkte, voorspelbare, onwaarschijnlijke, kleffe en onbegrijpelijk slechte film. Wanneer Lewis (Malcolm-Jamal Warner) zijn vriendin voor de camera’s van een tuinprogramma ten huwelijk vraagt en nul op zijn rekest krijgt, besluit hij een lijst op te stellen met criteria waaraan zijn nieuwe vriendin zou moeten voldoen. Zijn beste vriend kan het niet aanzien dat hij op die manier kennelijk de grond onder zijn voeten wegmaait en huurt een actrice in die zogenaamd aan alle punten voldoet. En dat is nog maar het begin…
Het schijnt dat het geld halverwege op was en dat de cast nog steeds moet worden uitbetaald. De producenten zijn onbereikbaar, de regisseur heeft nog steeds geen cent gezien (volgens een klagend crewlid op IMDb). De financiële chaos geeft wel enigszins aan hoe gezellig het op de set geweest moet zijn. The List is op alle mogelijke punten dramatisch mislukt. (MvT)
Favela Rising
Brazilië/VS: Matt Mochary & Jeff Zimbalist, 2005
Favela Rising |
Favela Rising doet niet alleen wat betreft de naam denken aan Rize, de documentaire die David LaChapelle in 2005 maakte. Waar Rize liet zien hoe de jeugd in de Amerikaanse getto’s dankzij krumping en clowning weer hoop kreeg voor de toekomst, is het onderwerp van Favela Rising de muziek die de sloppenwijken van Rio de Janeiro weer tot leven bracht. De documentaire focust op Anderson Sa, de man die de verandering mogelijk maakte. Hij groeide op in de favela Vigario Geral en handelde al op jonge leeftijd in drugs. Nadat de politie willekeurig bewoners van de favela vermoord had, kwam hij tot inkeer. Voortaan zou hij jongeren leren om muziek te maken in plaats van zich aan te sluiten bij de jeugdbendes, om zo de spiraal van geweld te doorbreken.
Hoe geweldig het ook is wat Anderson Sa bereikt heeft, de documentaire is minder overtuigend. Favela Rising legt het helaas op alle terreinen af tegen Rize. Het verhaal blijft vaag, omdat de documentairemakers niet in details treden. Iemand begon een band en even later was er weer hoop in de favela, daar komt het ongeveer op neer. De persoonsverheerlijking van Anderson Sa, die een levensbedreigend ongeluk te boven kwam, is bovendien irritant. Er zijn dansende kindertjes in overvloed in Favela Rising, maar zolang je niet weet wie ze zijn en waarom ze zo stralend naar Anderson lachen, brengen de beelden niets teweeg. (MvT)