Op boekenjacht
Het Belgische koningshuis is hot. Als bewijs daarvan waren de laatste maanden de prinsen niet uit het nieuws weg te slaan. Terwijl aan het licht kwam dat Prins Laurent zijn villa had gerenoveerd met frauduleus geld, bedreigde Prins Filip enkele journalisten die in negatieve bewoordingen over hem hadden geschreven. En net nu publiceert Walter van den Broeck zijn nieuwste roman, De veilingmeester, over een buitenechtelijke dochter van wijlen Koning Boudewijn. Dat noemen ze pas een goede timing.
België en zijn monarchie fascineren Walter Van Den Broeck al langer dan vandaag. De bekendste literaire uitvloeisels van die fascinatie zijn Brief aan Boudewijn uit 1980 en het vierdelige Het beleg van Laken. Ook jaren later blijft het thema hem echter inspireren, zo blijkt uit De veilingmeester, zijn nieuwe roman waarin de eigenaar van een veilinghuis in ware detectivestijl het mysterie achter een geheimzinnig boek tracht te ontsluieren. Antiek en de monarchie, ze hebben altijd al goed bij elkaar gepast.
Een mysterieus boek
Bo (Boudewijn) Van Dorselaers nieuwsgierigheid is onmiddellijk gewekt wanneer hij in een pand waarvan hij de inboedel mag veilen, op bijna driehonderd exemplaren van hetzelfde boek stuit. Dat elk exemplaar van De troonopvolgster dezelfde onbegrijpelijke onzin bevat, wakkert zijn interesse enkel maar meer aan. Wie is de geheimzinnige auteur Walda Van den Brogel, van wie nog niemand heeft gehoord? Welke geheimzinnige boodschap houdt het colofon van De troonopvolgster verborgen? Bo stort zich als een bezetene op de jacht naar de overige exemplaren van het boek en offert daar zowel zijn geld als zijn familieleven aan op.Bo’s perikelen leveren best een amusante detectiveroman op. Van den Broeck vermengt op een originele wijze feiten met fictie en laat als een volleerd misdaadschrijver de puzzelstukjes van zijn ingenieuze verhaal één voor één op hun plaats vallen. Hoewel Bo’s speurtocht toch naar de meest duistere kantjes van de Belgische samenleving voert, hoedt de auteur zich voor al te veel ernst. Zo voert hij zichzelf op als de schrijver aan wie Bo vraagt om zijn verhaal op papier te zetten. Walda Van den Brogel is bovendien een doorzichtige vervrouwelijking van Van den Broecks naam, terwijl De troonopvolgster ondubbelzinnig naar zijn eigen debuut verwijst, De troonopvolger.
Vlees noch vis
Toch slaat de roman nu en dan ook een ernstiger toon aan. Met suggesties over Bo’s eigen afkomst, zijn existentiële twijfels op het einde van het boek en de mogelijke voorbestemming van de gebeurtenissen, lijkt Van den Broeck zijn detectiveroman een extra dimensie te willen geven. In plaats van het boek te verdiepen, botsen die pogingen echter vooral met de overheersende luchtigheid van De veilingmeester. Veel wezenlijks over het Belgische koningshuis of de uitspattingen van de rijken der aarde komt in het boek dan ook niet aan bod. Het resultaat is vlees nog vis, een roman die niet goed lijkt te weten welke kant hij uit wil.
Een ander probleem waar De veilingmeester mee kampt, is de psychologie van zijn personages. Bo’s obsessie met Walda Van den Brogel neemt zulke extreme vormen aan en kost hem bijvoorbeeld zo veel geld, dat ze amper nog geloofwaardig blijft. De voorbestemming die de auteur op het einde van het boek suggereert, is misschien wel goed gevonden, ze heeft ook wat weg van een kunstgreep die moet dienen om Bo’s onverklaarbare gedrag aannemelijk te maken. De andere personages, in het bijzonder Bo’s echtgenote en diens moeder, vallen dan weer wat te eendimensionaal uit, zeker in verhouding tot hun belangrijke rol in het verhaal.
Ondanks het originele verhaal laat Van den Broeck in zijn nieuwste roman dus een paar steken vallen. De hogere ambities van de detectiveroman worden niet gerealiseerd, en enkele personages missen geloofwaardigheid of diepgang. In feite leest het boek te veel als een tussendoortje, en niet als een volwaardige toevoeging aan Van den Broecks overigens indrukwekkende oeuvre. Je kan natuurlijk ook niet elke keer een klassieker verwachten.